Home Dossiers Romeinen Wandeltocht langs de Muur van Hadrianus

Wandeltocht langs de Muur van Hadrianus

  • Gepubliceerd op: 27 augustus 2024
  • Laatste update 02 sep 2024
  • Auteur:
    Mirjam Janssen
  • 7 minuten leestijd
Wandelroute langs de Muur van Hadrianus
Cover van
Dossier Romeinen Bekijk dossier

Alweer zin in vakantie? Dan een tip: wandel een week langs de Muur van Hadrianus. Deze keizer liet in Britannia van kust tot kust een afscheiding bouwen tussen het Romeinse deel en dat van de barbaren. Mirjam Janssen volgde de route erlangs en is nu in de ban van de Muur.

De Britten kijken mild terug op de Romeinse bezetting van hun eiland. Ja, die verliep gewelddadig. En ja, er waren voortdurend opstanden tegen de buitenlandse overheersers. Maar de komst van de Romeinen had ook voordelen. Zelfs de inheemse stammen moesten destijds toegeven dat de Romeinen beschaving brachten. Terwijl zijzelf niet verder kwamen dan de bouw van eenvoudige ronde hutten, legden de Romeinen villa’s en badhuizen aan – met vloerverwarming bovendien. Ook  verbeterden ze de wegen, hadden ze een geweldig organisatietalent en brachten ze een cultuur van verfijning met zich mee. Zelfs de kleedstijl van de Romeinen was geraffineerder – daarover zo meer.

Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Enkele decennia voor Christus had Julius Caesar een eerste poging gedaan het eiland te veroveren. Die mislukte, maar onder keizer Claudius slaagde de invasie in 43 n.Chr. wel. De Romeinen zouden vier eeuwen blijven; ondanks de tienduizenden militairen die ze er detacheerden kostte dat veel moeite.

Hindernis voor vijandige stammen

Tijdens zijn bezoek aan Britannia in 122 besloot keizer Hadrianus de strijd te beperken en de bestaande situatie te consolideren. Hij wilde dat er een afscheiding kwam tussen het zuidelijke deel van het eiland, dat de Romeinen in handen hadden, en het noorden, waar de inheemsen het voor het zeggen hadden. In zes jaar bouwden soldaten de beroemde Muur, van het huidige Newcastle aan de oostkust tot Bowness-on-Solway aan de westkust. Sommige delen bestonden uit plaggen, maar de meeste stukken waren van plaatselijk uitgehakte stenen. Verder werden er tientallen forten en wachttorens tegenaan gebouwd.

Buste van Hadrianus
Hadrianus wil de grenzen van zijn rijk consolideren.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Of Hadrianus echt dacht dat hij zo vijandige stammen kon tegenhouden is de vraag. Zijn Muur was 4,5 meter hoog en omgeven door greppels en linies van puntige takken, maar een groot leger zou de afscheiding met succes kunnen bestormen. Waarschijnlijk was het meer een hindernis en een manier om het verkeer dat via poorten de Muur passeerde te beheersen.

Sporen in het landschap

Wie nu langs de Muur van Hadrianus wandelt – een officiële, bewegwijzerde route – ziet natuurlijk geen kant-en-klare bouwwerken meer. De tijd heeft ze aangetast en veel stenen zijn in de eeuwen daarna gebruikt in huizen, kerken en wegen. Nogal wat ruïnes zijn nauwelijks kniehoog. Maar door de volledige tocht van 135 kilometer te lopen, door weilanden en bossen, over heuvels en langs rivieren, ga ik voelen hoe groot de onderneming moet zijn geweest. Steen voor steen moeten de soldaten hebben versleept, blootgesteld aan de elementen die ook de wandelaar teisteren. De regen valt mee, maar op een dag raast de wind zo hard over de velden dat ik met moeite vooruit kom. Veel wandelaars lopen daarom van west naar oost, dan hebben ze vaker de wind in de rug.

Maar ik begin in Newcastle. De start is weinig spectaculair: in een plantsoen bij een woonwijk ligt een stuk Muur dat nauwelijks boven het maaiveld uitsteekt naast een replica die het wat spannender moet maken. Het eerste deel van de tocht blijkt vooral een aangename tippel langs de rivier de Tyne. Pas na een kilometer of 20 duikt bij Heddon-on-the-Wall na enig zoeken een groot stuk Muur op. Een groep vrijwilligers is het net met houten spatels van mos aan het ontdoen. De leidster van de ploeg probeert mij ook aan het werk te zetten, maar ik moet voort.

Rechts een fragment van de Muur van Hadrianus, links de replica.
Rechts een fragment van de Muur van Hadrianus, links de replica.

Geleidelijk duiken meer sporen van de Romeinen in het landschap op, zoals brokken van forten en torens. Minstens zo intrigerend als deze zichtbare resten zijn de vreemd gevormde heuvels waaronder nog niet opgegraven forten of stukken Muur schuilgaan. Of sporen van de vallum, de verdedigingsgreppel die de Romeinen achter de Muur groeven. Met de aarde die ze verwijderden hoogden ze de randen van de geul op, wat heeft geleid tot grillige bulten en kloven onder het grasland.

Vlakbij het dorp Chollerford geeft fort Chesters een beeld van de huisvesting van Romeinse cavaleriesoldaten en verderop krijg je bij fort Housesteads een indruk van het leven van een infanterieregiment. De militairen kwamen uit heel Europa; overwonnen volkeren moesten in het Romeinse leger dienen. Honderden mensen leefden in dit soort forten op elkaar, vaak met hun dieren in dezelfde ruimtes.

Macho’s met hippe sokken

Inmiddels is de Muur onafgebroken zichtbaar, golvend over de heuvels. Een paar kilometer er vanaf ligt Vindolanda, het hoogtepunt voor wall walkers. Het bestaat uit een fort en een dorpje, waarvan de contouren duidelijk zijn blootgelegd. Je ziet resten van de villa van de belangrijkste commandant, barakken voor de soldaten, twee grote voorraadschuren, woningen, winkels en een badhuis.

Het bijbehorende museum heeft het effect van een tijdmachine. Gebruiksvoorwerpen die elders vaak zijn vergaan zijn hier bewaard gebleven, onder meer door de drassige bodem: beschilderd glas, sieraden, serviesgoed, een leren paardenmasker met deels nog de bronzen versiering. En heel veel schoenen van mannen, vrouwen en kinderen. Niet alleen alledaagse, maar ook kunstig uitgesneden exemplaren voor bijzondere gelegenheden. Om de bewerking goed te laten uitkomen droegen de Romeinen er felgekleurde sokken onder. Sindsdien kan ik het beeld van Romeinse macho’s pronkend met hippe kousen en schoenen niet meer uit mijn hoofd krijgen.

Bij Vindolanda zijn briefjes en schoenen van 2000 jaar oud opgegraven.
Bij Vindolanda zijn briefjes en schoenen van 2000 jaar oud opgegraven.

Nederlanders spelen een bescheiden rol in de geschiedenis van Vindolanda. Rond 100 n.Chr. moest het negende cohort Bataven – ‘Nederlanders’ dus – op campagne naar Dacië. Documenten die ze niet meer nodig hadden staken ze in brand, maar het vuur ging al snel uit. Andere gebruikers van het fort ruimden de rommel niet op en leefden er gewoon overheen. 

Dat leidde bij opgravingen in 1973 tot de vondst van plankjes ter grootte van een ansichtkaart, die met inkt zijn beschreven in een moeilijk leesbaar schrift. Het zijn briefjes, zoals dat van Claudia Severa, vrouw van een commandant, aan een vriendin: ‘Voor de dag waarop ik mijn verjaardag vier, geef ik je een warme uitnodiging om ervoor te zorgen dat je naar ons komt.’

Andere plankjes bevatten notities over administratieve zaken of gaan over praktische problemen: het bier is op, iemand heeft een verkeerde sleutel meegegeven. Duidelijk is dat de militairen niet voortdurend aan het vechten waren, maar zich ook bezighielden met dagelijkse beslommeringen. Hun gezinnen woonden, net als elders, vaak even buiten het fort. Dat mocht officieel niet, maar gebeurde toch.

Bij Vindolanda wordt inmiddels 50 jaar gegraven en het kost naar verwachting nog 200 jaar om alle negen bewoningslagen bloot te leggen. Dat gebeurt mede door vrijwilligers van over de hele wereld, die ervoor in de rij staan. Ze betalen zelfs om mee te mogen doen, de kosten beginnen bij 220 pond voor twee weken.

Dorstige toeristen

Na Vindolanda bereik ik het hoogste punt van de wandeling: 345 meter. Niet echt hoog, maar vanachter de Muur heb ik toch een prachtig uitzicht over het omringende gebied, glooiend en groen. Ik loop verder door weilanden tussen schapen en koeien. De omheiningen zijn voorzien van klaphekken of korte ladders, zodat het vee niet kan ontsnappen. Ik zie herten, konijnen en talloze vogels, overal bloeien wilgenroosjes, distels en springbalsemien.

Een groot deel van de wandeling langs de Muur van Hadriuanus voert door weilanden.
Een groot deel van de wandeling voert door weilanden.

Hoewel ik tijdens de wandeling van een week regelmatig andere wandelaars tegenkom, heb ik geen moment het gevoel in de rij te lopen. Van de anonimiteit en chagrijnigheid van het massatoerisme is geen sprake. Bijna iedereen groet, maakt praatjes, geeft tips. Ook de lokale bewoners lijken geen weerzin te voelen tegen de vreemdelingen die hun dorpen doorkruisen. Al houden ze er niet altijd rekening mee: op zondagmiddag zijn alle cafés in Gilsland dicht en moeten dorstige toeristen zichzelf redden.

Het laatste deel van de tocht worden de brokstukken van de Romeinen schaarser en dringt de eigen tijd zich op. Ik passeer bedrijventerreinen, opslagloodsen en elektriciteitsmasten. De wandeling eindigt in Bowness-on-Solway bij een pergola met een nep-Romeinse mozaïek op de vloer en een opschrift in het Latijn: Ave terminum callis Hadriani augusti pervenisti (‘Gegroet, u hebt het eindpunt van de weg van Hadrianus bereikt’). De Muur is nergens te zien en ik ben moe; door onduidelijke bewegwijzering heb ik die dag urenlang zoekend rondgedwaald. Even voel ik me teleurgesteld over het gebrek aan fanfare. Maar dan zie ik de zon in zee zakken en wil ik eigenlijk maar één ding: rechtsomkeert maken en de route nog een keer lopen.

Meer weten

  • Hadrian’s Wall Path (2023) door Henry Stedman is een handige reisgids met gedetailleerde kaart.
  • De Muur van Hadrianus (2023) door Adrian Goldsworthy beschrijft de geschiedenis.
  • Een grens van steen (2010) door Herman Vuijsje gaat over zijn avonturen langs de Muur.