De Chinese regering overlaadt hem met gunsten. Reisjes naar Beijing, enveloppen met geld, een ontmoeting met de Grote Roerganger: het kan niet op voor de leider van de grootste maoïstische partij in Nederland. De Chinezen weten niet dat de partij een dekmantel is van de Nederlandse inlichtingendienst. Codenaam: Project Mongool.
De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) richtte vanaf het begin van de jaren zestig het vizier op Nederlandse maoïsten. Aanleiding was de toenemende assertiviteit van China op het wereldtoneel, die weer het gevolg was van een verwijdering tussen Beijing en Moskou. De Sovjets hadden na het uitroepen van de Volksrepubliek China in 1949 hun buurland in woord en daad gesteund, maar de betrekkingen verzuurden. In 1964 zou het tot een definitieve breuk komen: het Rode Schisma.
Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
De Chinese dictator Mao Zedong vond Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov maar een ideologische slappeling, met zijn politiek van vreedzame co-existentie met het Westen. Mao stond een permanente strijd tegen het kapitalisme voor, zelfs als dat zou leiden tot een (kern)oorlog. De Chinese communisten begonnen hun politieke model actief te exporteren en zo internationale steun te verwerven, ten koste van de Sovjet-Unie. Regeringen van verschillende landen zagen er wel wat in, zeker als dat model vergezeld ging van wapenleveranties en economische steun.
Ook in Nederland waren aanhangers van Mao’s revolutionaire leer. Dat wekte de interesse van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Dankzij zijn goede inlichtingenpositie binnen de communistische beweging wist de BVD dat China de vorming van een maoïstische partij in Nederland graag zou steunen. De dienst besloot in 1962 uit te vogelen hoe serieus het Gele Gevaar was. Dat was het begin van ‘Project Mongool’.
Wereldjeugdfestival
Het begon ermee dat enkele in de Communistische Partij van Nederland (CPN) geïnfiltreerde agenten contact legden met Chinese ambassademedewerkers. Een agent is in inlichtingenjargon een burger die onder leiding van een ‘runner’ informatie verzamelt en probeert invloed uit te oefenen in bepaalde kringen. De agenten in kwestie deden zich voor als dissidenten binnen de CPN die belangstelling hadden voor het maoïsme. Maar de Chinese inlichtingenofficieren hapten niet toe.
Dat veranderde toen Peter Boevé werd ingezet. Hij was wiskundestudent en bestuurslid van de Amsterdamse JOVD, de jongerenorganisatie van de VVD, toen hij in 1956 door een clubvriend met contacten bij de BVD werd benaderd. De JOVD was uitgenodigd om een afgevaardigde te sturen naar het Wereldjeugdfestival dat het jaar erop in Moskou werd gehouden. Was dat niets voor hem? Boevé – die de codenaam ‘Sipier’ kreeg – wist het zo te spelen dat hij werd benoemd tot leider van de Nederlandse delegatie van 710 jongeren. De Sovjets behandelde hem als VIP: hij mocht als enige per vliegtuig komen en hij ontmoette Chroesjtsjov.
Daarna volgden meer reisjes naar Moskou. Het zou het begin worden van een lange carrière als BVD-agent. Boevé leidde een dubbelleven: na zijn studententijd werkte hij als wiskundeleraar in Amstelveen en later als directeur van de Zilvervakschool in Schoonhoven, terwijl hij daarbuiten onder een schuilnaam actief was in communistische bewegingen. Zijn gezin was hiervan op de hoogte; de kinderen hielpen zelfs mee pamfletten te vouwen.
Zijn Moskoureizen leverden hem in 1959 een uitnodiging op van de Chinese ambassade in Den Haag om naar Beijing te reizen en het tienjarig bestaan van de Volksrepubliek mee te vieren. Natuurlijk deed Boevé bij terugkeer uitgebreid verslag aan zijn superieuren van de BVD. De geheime dienst zag in hem de ideale persoon om zich voor te doen als een in de Sovjet-Unie teleurgestelde communist, die zich nu achter Mao’s gedachtegoed had geschaard.
In tegenstelling tot alle eerdere agenten werd Boevé wel vertrouwd door zijn Chinese contactpersonen.
Als hij in Nederland de revolutie wilde ontketenen, was in de ogen van de Chinezen een eigen maoïstische partij onontbeerlijk. Dat stelde de BVD voor een probleem, want de dienst wilde zijn informatiepositie binnen de CPN niet kwijt. Na rijp beraad werd besloten mee te bewegen, om zo de geloofwaardigheid van Boevé te beschermen en te voorkomen dat de maoïstische beweging uit het zicht verdween. Toen Rotterdamse maoïsten in 1965 het Marxistisch-Leninistisch Centrum Nederland oprichtten, sloot Boevé zich daarom bij hen aan. Hij hield zich bezig met het blad Kameraden (later De Kommunist), dat volledig door medewerkers van de dienst werd volgepend en in de BVD-huisdrukkerij werd gedrukt.
Anderhalf miljoen
Boevé was zich binnen de MLCN van de schuilnaam Chris Petersen gaan bedienen. Het was lang voor het internettijdperk en hij kon zonder veel kans op ontdekking een alias aannemen. En sprak iemand hem er toch op aan, dan kon hij altijd nog zeggen dat een schuilnaam nodig was om de overheid te misleiden. Communisten werden immers niet vertrouwd en lidmaatschap kon je carrière schaden.
Het spel leek op enig moment toch uit, omdat er binnen de MLCN argwaan ontstond tegenover Boevé en zijn Amsterdamse Kameraden-groep. Het was opgevallen dat het blad vrijwel alleen uit het Chinees vertaalde persberichten bevatte en geen eigen interviews of reportages. Bovendien deden Boevé en consorten nauwelijks ‘massawerk’: actief actievoeren onder de werkende klasse om de revolutie te bevorderen. Een doodzonde in communistische kringen. Het wantrouwen werd zo groot, dat Boevé in 1970 uit de partij werd gezet.
Maoïsten in Nederland
Ook in Nederland waren er communisten die de koers van Nikita Chroesjtsjov – vreedzame co-existentie met het Westen en destalinisatie – afkeurden. Zij zagen in Mao Zedong de ware voorvechter van de arbeidersrevolutie. Het leidde tot spanningen binnen de communistische beweging en, naar goed Nederlands gebruik, een afsplitsing. Het Marxistisch-Leninistisch Centrum Nederland was een initiatief van een groep Rotterdamse maoïsten onder leiding van pijpfitter Daan Monjé en de Amsterdamse groep die later een mantelorganisatie van de BVD bleek.
Nadat Monjé Peter Boevé en zijn Kameraden-groep uit de MLCN had gezet, werd de naam gewijzigd in Kommunistiese Eenheidsbeweging Nederland, die op haar hoogtepunt meer dan 200 kaderleden had. Het huisblad Rode Tribune had 1800 abonnees. Na weer een splitsing kwam hieruit in 1972 de Socialistiese Partij (SP) voort. De partij brak onder leiding van Jan Marijnissen in de jaren negentig door in de landelijke politiek.
Dit ontmoedigde de BVD niet. Integendeel, de dienst deed er een zelfs een gedurfd schepje bovenop. Een plan werd gesmeed om maoïstische groeperingen zoals de MLCN de pas af te snijden. De BVD zou een eigen partij oprichten die zo succesvol moest worden, dat het de Chinezen zou verleiden om al hun aandacht en middelen eraan te besteden. Nog datzelfde jaar werd de Marxistisch-Leninistische Partij van Nederland (MLPN) opgericht met Boevé als secretaris-generaal.
Al snel schermde Boevé met een enorme ledenlijst waarop de namen van honderden sympathisanten prijkten. In werkelijkheid had de MLPN maar een handvol echte leden, die hij voorspiegelde dat de groep uit verschillende cellen bestond die om veiligheidsredenen geen contact met elkaar hadden. De harde kern bestond vrijwel alleen uit BVD’ers.
De harde kern bestond vrijwel alleen uit BVD’ers
Chinese ambassademedewerkers waren onder de indruk van de groei van de MLPN. De BVD had enkele jaren eerder afluisterapparatuur in de ambassade geplaatst en hoorde uit eerste hand in wat voor lovende bewoordingen er over Boevé werd gesproken. Het leverde hem meerdere uitnodigingen op naar China te reizen, waar de Nederlandse beweging tot voorbeeld werd gesteld van andere maoïstische groeperingen in de wereld. Vaak kreeg Boevé een envelop met dollars overhandigd om de beweging te steunen – bovenop de bijdrages van de ambassade. In de loop der jaren zou de regering in Beijing omgerekend anderhalf miljoen euro overmaken. China financierde daarmee de misleidingsoperatie van de BVD in feite zelf.
Detente
In totaal reisde Boevé 26 keer naar China, met als hoogtepunt een redevoering die hij mocht houden bij het 50-jarig bestaan van de Communistische Partij. Ook werd hij voorgesteld aan hooggeplaatste partijleiders zoals Mao, Deng Xiaoping en premier Zhou Enlai. Hierover gaat een interessant verhaal. Zhou zou tijdens gesprekken met Boevé meermaals hebben gevraagd hoe het Westen naar de ontwikkeling van China keek. Na consultatie met zijn runners liet Boevé op volgende reizen doorschemeren dat de Amerikanen wellicht belangstelling hadden om de relaties met China te verbeteren. Zhou op zijn beurt leek er wel oren naar te hebben om, na de breuk met de Sovjet-Unie, de banden aan te halen met een land dat China zou kunnen helpen zich industrieel te ontwikkelen.
Of het verhaal waar is, en de BVD via Boevé wegbereider is geweest voor de Amerikaans-Chinese detente en het bezoek van president Richard Nixon in 1972, is onbekend. Maar feit is dat de Amerikaanse geheime dienst door de BVD goed op de hoogte werd gehouden van de informatie die agent Sipier verzamelde, dankzij zijn directe toegang tot de Chinese leiders. De CIA gaf er zelfs een eigen codenaam aan: ‘Red Herring’.
Nixon in China
De vijand van mijn vijand is mijn vriend. Dat gezegde lag ten grondslag aan de detente tussen het kapitalistische Amerika en communistische China in de jaren zeventig. Na het Rode Schisma zagen de Amerikanen een kans om een wig te drijven tussen China en de Sovjet-Unie. In juli 1971 bezocht Henry Kissinger, toen nog Nixons nationale veiligheidsadviseur, vanuit Pakistan in het diepste geheim Beijing om met premier Zhou Enlai een mogelijk bezoek van de president te bespreken.
In februari 1972 was het zover. Nixon vloog voor een week naar China en bezocht Shanghai, Beijing en Hangzhou. Het eerste bezoek van een Amerikaanse president aan de Volksrepubliek China. Tijdens de reis ontmoette Nixon diverse partijleiders. Ze spraken met elkaar af te zullen streven naar normale diplomatieke betrekkingen om bilaterale handel mogelijk te maken. Al zouden de VS pas in 1979 de Volksrepubliek China formeel erkennen. Later sprak Nixon over ‘de week die de wereld veranderde’.
Maar in 1988 trok de BVD de stekker uit Project Mongool. Drie jaar eerder was in de Sovjet-Unie Michail Gorbatsjov aan de macht gekomen, die streefde naar binnenlandse hervormingen en ontspanning van de relaties met het Westen. De Koude Oorlog ontdooide. In China was Mao in 1976 overleden en had de nieuwe leider Deng Xiaoping de deur naar het Westen opengezet. De belangstelling voor het maoïsme nam wereldwijd af. De noodzaak om Nederlandse communisten van allerlei pluimage in de gaten te houden, leek verdwenen. Het kapitalisme had gewonnen.
Onkostenvergoeding
In 1990 rook weekblad Vrij Nederland als eerste onraad. In een artikel stond dat de voorzitter van de Amsterdamse afdeling van de Vriendschapsvereniging Nederland-China, Peter Boevé, twee paspoorten had. Onder de naam Petersen leidde hij de MLPN en in die hoedanigheid reisde hij regelmatig naar China, wist de schrijver van het stuk. Toch werden het bestaan en de omvang van Project Mongool pas in 2004 duidelijk. In dat jaar onthulde oud-BVD’er Frits Hoekstra in zijn boek In Dienst van de BVD dat Boevé een belangrijke pion was geweest in een grootscheepse misleidingscampagne.
Boevé trad daarop ook zelf naar buiten in een aantal interviews. Zo verscheen hij in de tv-documentaire De Geheime Dienst, door de grimeur van Koot & Bie vermomd met pruik, nepbaard en fopneus. Hij was ‘not amused’ dat Hoekstra hem in de spotlight had gezet, maar wilde alsnog zijn verhaal doen. ‘Ik heb iets goeds gedaan voor de mensheid,’ zei Boevé. Mao noemde hij ‘een boerenlul’. Zijn ontmoeting met de Grote Roerganger stond hem nog helder voor de geest: ‘Potverdikkeme, ik sta hier voor de BVD allemaal dingen te doen en ik krijg een hand van Mao. Dat was een bevestiging dat de Chinezen geen idee hadden dat ik op de een of andere manier dubbelspel speelde.’
Vermomd met pruik, baard, en fopneus verscheen Boevé op tv
Pas na 31 jaar was er een einde gekomen aan zijn heimelijke werk voor de BVD, waarvoor hij al die jaren alleen een onkostenvergoeding ontving. Hij was nog enige tijd rolvast: in 1989 verdedigde hij het neerslaan van de Tiananmen-opstand. Na zijn pensionering nam hij in zijn woonplaats Zandvoort plaats in de gemeenteraad namens een ouderenpartij. Niet met veel leden. Wel echte. Boevé overleed in 2010.
Meer weten:
- In dienst van de BVD (2004) door Frits Hoekstra vertelt over de ervaringen van deze voormalig leidinggevende bij de dienst.
- Maoïstische memoires (2018) door Hans Schoots is een autobiografisch verslag van de maoïstische beweging in Nederland.
- Het is oorlog maar niemand die het ziet (2019) door Huib Modderkolk gaat over hedendaagse cyberspionage.
Openingsafbeelding:De Chinese minister van Landbouw Kang He maakt kennis met producten van de Nederlandse tuinbouw. ’s-Gravenzande, 18 augustus 1986. Bron: ANP.