De biodiversiteit staat onder druk: Nederland dreigt zijn doelen voor het beschermen van plant- en diersoorten niet te gaan halen. Volgens historicus Olivier Hekster maakten de Romeinen zich ook al druk om biodiversiteit en het klimaat. ‘Boeren kregen enorme boetes als ze te veel olijfbomen kapten.’
In zijn podcast Rare Jongens bespreekt Hekster wekelijks hoe de Romeinen dachten over maatschappelijke onderwerpen waar we nu ook mee te maken hebben. Zo kenden de Romeinen al populisten en boerenprotesten, maar ook influencers en recreatief drugsgebruik. In gesprek met Historisch Nieuwsblad vertelt hij hoe de Romeinen omgingen met klimaatverandering.
Meer interviews lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
‘De Romeinen waren zich bewust van natuurlijke gebeurtenissen die het klimaat konden veranderen, zoals vulkaanuitbarstingen. Ze dachten ook na over de manier waarop menselijk handelen de natuur kon beïnvloeden, maar waren daarbij nog niet bezig met klimaatverandering op lange termijn. Het ging hen om de menselijke invloed op de natuur.
Zo schreef natuurhistoricus Plinius de Oudere in zijn Naturalis Historia dat de grootschalige Romeinse ontbossing voor overstromingsgevaar zorgde en slecht was voor de vruchtbaarheid van het land. Plinius was een van de eerste auteurs die een geschiedenis van de natuur schreef, waarin hij zich ook druk maakte over het verdwijnen van dier- en plantsoorten.’
Welke soorten dreigden er te verdwijnen?
‘Een beroemd voorbeeld was het plantje silphium. Dat groeide alleen in Noord-Afrika en was een populair voorbehoedsmiddel, maar werd zoveel geplukt dat het uiteindelijk nergens meer te vinden was. Voor gladiatorengevechten met dieren, de zogenoemde venationes, werden er veel wilde dieren uit Afrika geïmporteerd. Om die leeuwen en beren te vinden moest er steeds verder worden gezocht, want ze werden zeldzamer door de jacht. De negentiende-eeuwse botanist Richard Deakin ontdekte dat er in het Colosseum in Rome meer dan 400 plantensoorten groeiden, waarvan er een aantal zeldzaam waren in West-Europa. Dat laat zien dat er een globale infrastructuur was om dieren te importeren.’
Keken de Romeinen ook naar de effecten van het klimaat op landbouw?
‘De expansie van het Romeinse Rijk in de derde en tweede eeuw voor Christus leidde tot schaalvergroting van de landbouw en landspecialisatie, en daardoor ontstonden er spanningen over het uitputten van de natuur. Zo schreef de dichter Lucretius al dat als wij teveel uit de aarde halen, opbrengsten voor de boeren terug zullen lopen. Er waren ook conflicten over de waterhuishouding: hoeveel water mochten boeren gebruiken voor de landbouw?
Boeren kregen ook het advies om niet altijd hetzelfde gewas op dezelfde grond te verbouwen, omdat ze daarmee de grond uitputten. Maar door de opkomst van een markteconomie ontstonden er steeds grotere grondgebieden voor landbouw. Deze zogenoemde latifundia werkten met een monocultuur om grote winsten te maken, maar dat ging ten koste van de grond, en vooral van de kansen voor kleinschalige boeren om te overleven . Romeinse wetgevers zagen daarom in dat er maatregelen nodig waren om de gevolgen van schaalvergroting en intensivering van de landbouw het hoofd te bieden. Dat leidde tot spanningen over grondverdelingen en zelfs tot boerenprotesten, al hadden de grootgrondbezitters veel politieke invloed om beperkende maatregelen tegen te gaan.
De Romeinen realiseerden zich dus dat ze moesten begrenzen wat boeren mochten doen. Er kwam bijvoorbeeld ook een verbod op het kappen van te veel olijfbomen. Die groeiden langzaam en waren belangrijk voor de Romeinse economie, dus mochten grondbezitters niet meer dan tien olijfbomen per jaar kappen. Er is jurisprudentie van boeren die dat toch deden en daar enorme boetes voor kregen.’
Was er ook al sprake van klimaatactivisten die de Via Appia blokkeerden?
‘Romeinen die tegen de grootschalige landbouw protesteerden, deden dat niet vanwege het klimaat, maar uit angst voor de politiek-sociale gevolgen. Een deel van wetgeving over het klimaat ging over afvoer en frisse lucht. Rome had namelijk ook al te maken met luchtvervuiling. Voor de smeltovens waarmee ijzer en zilver werd gewonnen was bijvoorbeeld veel houtskool nodig, en in dat productieproces kwamen schadelijke dampen vrij. Er hing geen grote smogwolk boven de stad, maar het was er wel smerig en ziektegevoelig. Wetgeving moest voor schonere lucht zorgen door bepaalde producties niet meer in de stad te plaatsen.’
Rome had al last van luchtvervuiling
Speelde klimaatverandering een belangrijke rol in de val van het Romeinse Rijk?
‘In de eerste twee eeuwen van onze jaartelling – de periode waarin het Rome voor de wind ging – hadden de Romeinen profijt van een zogenoemd klimaatoptimum. De temperatuur was goed en het klimaat vochtig, waardoor gewassen goed groeiden. Maar in de eeuwen die volgden werd het klimaat minder gunstig. Het is lastig om alle problemen in die latere periode aan het klimaat te koppelen. Een grote vulkaanuitbarsting kan in de vijfde en zesde eeuw bijvoorbeeld voor verdroging en migratiestromen hebben gezorgd, maar de val van het Romeinse Rijk direct linken aan klimaatverandering is wel heel monocausaal. Epidemieën speelden ook een belangrijke rol, en die hebben minstens zoveel met schaalvergroting als met klimaatverandering te maken. Klimaat was uiteindelijk maar één factor in een reeks van factoren.’
Rare Jongens, de podcast
In Rare Jongens, de podcast vertelt historicus Olivier Hekster (Radboud Universiteit) hoe de Romeinen omgingen met dingen waar we ook nu mee te maken hebben. Samen met Merijn Doggen (hoofdredacteur Universiteit van Nederland) bekijkt hij wekelijks onze tijd door de bril van de Romeinen.
Openingsafbeelding: De Romeinse jacht op luipaarden bedreigde de diersoort.