Het glorieuze verleden van Palmyra geeft veel Syriërs trots en inspiratie. Maar fundamentalistische moslims zouden de antieke stad het liefst begraven in het woestijnzand.
Midden in het gortdroge binnenland van Syrië, bij een oase, ligt de ruïne van een stad die al eeuwenlang tot de verbeelding spreekt. Palmyra wordt wel het Venetië van de woestijn genoemd, omdat handelaren vanuit de hele wereld er samenkwamen. Zij brachten hun waren niet over het water van de zee of een rivier, maar via een andere belangrijke handelsstroom: de Zijderoute.
Meer beeldessays in uw inbox? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
In de eerste eeuw voor Christus veroverden de Romeinen de stad. Palmyra lag precies op de grens van het Romeinse en het Parthische Rijk, zodat het niet alleen economisch maar ook militair-strategisch van grote waarde was. De Romeinen maakten van Palmyra een vazalstaat, maar de stad behield veel van zijn autonomie. Het bestuur was in handen van een koning, die schatplichtig was aan de keizer. In deze tijd heette Palmyra ‘de stad van duizend pilaren’, vanwege een enorme zuilengalerij die langs de centrale straat werd opgericht. De rijke handelaren woonden in grote villa’s, verfraaid met fresco’s, beeldhouwwerken en mozaïeken. En toen moesten Palmyra’s echte hoogtijdagen nog komen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

In de derde eeuw maakte koningin Zenobia gebruik van een politieke crisis in het Romeinse Rijk om met haar legers de provincies Egypte en Anatolië te veroveren. Maar toen in 270 weer een sterke keizer in Rome opstond, was het snel gedaan met Zenobia en haar droom van een eigen Palmyreens Rijk. De Romeinen plunderden de hoofdstad.

Keizerin Zenobia
Koningin Zenobia kwam aan de macht in 267, toen haar man overleed. Onder haar leiding veroverde de Palmyrenen enorme gebieden in het oostelijke deel van het Romeinse Rijk, inclusief het huidige Egypte en Anatolië. Officieel was Zenobia steeds een vazal van Rome, maar toen keizer Aurelianus een strafexpeditie uitzond, riep ze zichzelf uit tot onafhankelijk keizerin van Palmyra. In 272 sloegen de Romeinen de Palmyreense opstand neer en namen Zenobia mee naar Rome, waar ze twee jaar later stierf.

Palmyra zou een rol van betekenis blijven spelen onder de latere Byzantijnse en islamitische heersers. In 1400 verwoestte de Oezbeekse veldheer Timoer Lenk de stad definitief. Maar de legende van het oude Palmyra bleef rondspoken in veler hoofden. De Syriërs die aan het eind van de negentiende eeuw in opstand kwamen tegen de Ottomaanse overheersing, beriepen zich op het roemrijke verleden van de stad. Ook al woonden er nog maar zesduizend mensen.


Bijzondere tempel
De grootste tempel van Palmyra was gewijd aan de lokale god Bel. Voor bezoekende Romeinen leek de tempel te zijn gebouwd in de vertrouwde Greco-Romaanse stijl, maar een aantal elementen week af van het standaardmodel. Zo had deze tempel ramen, bevond de ingang zich aan de lange in plaats van de korte zijde, en was het dak niet schuin maar plat. In 2015 bracht IS veel schade toe aan de tempel. Momenteel wordt er gewerkt aan de reconstructie.

In 2015 verwoestte de jihadistische terreurgroep IS veel van de overblijfselen van Palmyra. Daarop wierp de Syrische dictator Bashar al-Assad zich op als de beschermheer van het erfgoed. Nu Assad is verjaagd, is het de vraag wat de nieuwe machthebbers met Palmyra en zijn geschiedenis van plan zijn. In de schoolboeken die zij afgelopen januari hebben ingevoerd, ligt alle nadruk op het islamitische verleden en komt Zenobia niet meer voor.


Openingsbeeld: Palmyra werd ook wel ‘de stad van duizend pilaren’ genoemd. Veel van deze pilaren staan nog overeind. Bron: Shutterstock.