De Israëlische premier Benjamin Netanyahu vergelijkt zichzelf met een Perzische koning: hij wil de Iraniërs redden zoals Cyrus de Grote in 538 v. Chr. de Joden uit ballingschap bevrijdde. Raakt hij daarmee een gevoelige snaar in Iran? Historici vertellen over de trots waarmee Iraniërs naar het Perzische verleden kijken. ‘Maar die verre geschiedenis wordt ook wel eens misbruikt.’
‘2500 jaar geleden bevrijdde Cyrus de Grote, de koning van Perzië, de Joden,’ sprak Netanyahu nadat Israël raketten had afgevuurd op Iraanse doelen. ‘Nu creëert een Joodse staat de middelen om het Perzische volk te bevrijden.’ De premier refereerde aan het einde van de Babylonische ballingschap in 538 v.Chr., toen Cyrus de Joden toestond terug te keren naar Juda.
Iranist Ab de Jong (Universiteit Leiden) denkt dat Netanyahu met zijn historische vergelijking de plank misslaat. ‘In Iran wordt anders naar die geschiedenis gekeken. De relatie tussen het Perzische Rijk en Israël is voor het Joodse volk belangrijker geweest dan voor de Perzen. Dat Cyrus de Grote de Joden uit ballingschap liet terugkeren, was voor de Joden een vormend moment, maar voor de Perzen niet.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees
Sjahs spiegelen zich aan oude koningen
Dat Iraniërs graag naar het Perzische verleden kijken, heeft Netanyahu wel goed door. Want in Iran is de trots op het verre verleden enorm, vertelt Iranist Gabrielle van den Berg (Universiteit Leiden). Sinds de negentiende eeuw speelt het Perzische Rijk een grote rol in het nationaal bewustzijn. ‘Archeologische opgravingen gaven een boost aan de populariteit: verhalen over het oude Iran als enorm imperium pasten bij het moderne beeld van het land als glorieuze supermacht.’
Dat verleden werd ook wel eens misbruikt. In 1971 gaf sjah Mohammed Reza Pahlavi een gigantisch feest om het 2500-jarig bestaan van zijn rijk te vieren. ‘En dat terwijl hij pas de tweede heerser in zijn dynastie was.’ De sjah voerde tijdens de festiviteiten in Persepolis zelfs een nieuwe jaarrekening door die terugging tot de tijd van Cyrus de Grote. ‘Er is geen sprake van een continu Perzisch Rijk, maar dat werd wel zo voorgesteld.’

Verheerlijking van het Perzisch verleden ligt gevoelig
De nieuwe jaartelling overleefde de Iraanse Revolutie (1979) niet. Toen de ayatollahs de macht grepen, verschoof de focus naar het islamitische verleden. Toch is het Perzische Rijk een belangrijk onderdeel van het nationaal erfgoed gebleven, ziet Van den Berg. ‘Net als onder de sjahs worden monumenten voor oude dichters en schrijvers gekoesterd en gaan kinderen op excursie naar musea over de Oudheid en grote archeologische sites zoals Persepolis.’
‘Iraniërs vinden het pre-islamitische verleden nog steeds belangrijk,’ beaamt De Jong. ‘Maar onder de ayatollahs werd de omgang met dat verleden wel ingewikkelder.’ Hij wijst op een congres waarbij islamitische theologen probeerden Cyrus de Grote in de Koran te schrijven als de machtige heerser Zol-Qarnain: ‘hij met de twee hoorns’. ‘De meeste historici gaat ervanuit dat daarmee in de Koran Alexander de Grote wordt bedoeld, maar de islamitische theologen wilden aantonen dat het om Cyrus gaat. Het is een manier om de pre-islamitische geschiedenis in de geloofsgeschiedenis te schrijven.’

De verheerlijking van het pre-islamitische verleden ligt volgens hem gevoelig. Zo haalde het islamitische regime in 2010 de Cyruscilinder, een document in spijkerschrift dat wordt gezien als de eerste mensenrechtenverklaring, vanuit Londen naar een Iraanse tentoonstelling. ‘Het regime zet het Perzische verleden inhet dsuwe om de grootsheid van Iran en zijn belang in de wereldgeschiedenis te tonen. Maar tegelijkertijd verkondigt het dat het Iraanse licht van emancipatie en vrijheid alleen kon blijven branden dankzij de komst van de islam.’
Geen regime change met hulp van Israël
Na raketaanvallen over en weer houden Israël en Iran zich voorlopig aan hun wapenstilstand. Mocht het conflict weer oplaaien, dan zal Netanyahu’s vergelijking met Cyrus de Grote er volgens de historici niet voor zorgen dat hij wordt omarmd als redder van Iran. ‘Er is een kleine minderheid die denkt: het maakt niet uit wie ons helpt, als we maar van het regime afkomen. Maar ik denk dat een grote meerderheid zelf voor verandering wil zorgen, en zeker niet met hulp van Israël,’ zegt De Jong.
Volgens Van den Berg moeten we ons niet vergissen in de binnenlandse steun voor het Iraanse regime. ‘Ons beeld van Iran is gekleurd door wat we in het Westen horen. Dat het regime veel tegenstand kent is overduidelijk, maar dat wil niet zeggen dat heel Iran direct klaarstaat om de ayatollah omver te werpen.’
Openingsfoto: Perzische soldaten. Bron: Wikimedia Commons/Pergamon Museum.