Home Nadine Akkerman: ‘Je komt overal complotten tegen’

Nadine Akkerman: ‘Je komt overal complotten tegen’

  • Gepubliceerd op: 29 mei 2024
  • Laatste update 21 jun 2024
  • Auteur:
    Twan van den Brand
  • 14 minuten leestijd
In 1605 bedenken Engelse samenzweerders het Gunpowder Plot om koning James I te vermoorden. Gravure door Crispijn van de Passe.

Politieke machinaties, gevoelige documenten, intrigerende codes: dat zijn de ingrediënten van Spycraft. Nadine Akkerman en Pete Langman leggen in dit boek de Engelse spionagetechnieken in de zestiende en zeventiende eeuw bloot. Daarvoor keerden ze archieven binnenstebuiten. Meeslepend werk, vertelt Akkerman. ‘Als ik iets ontdek, wil ik de hele puzzel leggen.’  

De truc met het ei kent een korte uitleg, maar vraagt concentratie en geduld. Men neme een rauw exemplaar en legge dat vier tot zes uur in azijn. De schaal wordt dan zo week dat je er met een vlijmscherp mes een snede in kunt maken. Daar duw je een strak gevouwen papiertje in. Om de schaal weer te laten harden, moet het ei nog geruime tijd in koud water rusten. Zo kun je een bericht doorsluizen zonder dat vreemde – vijandelijke – ogen meelezen. Tip: gebruik een watervaste (ijzergal)inkt. De snee verdwijnt niet geheel. Maar wie o wie checkt nou een ei?  

Meer interviews lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Het is een van de spionagetechnieken die Nadine Akkerman en haar Britse levenspartner Pete Langman uit de vergetelheid halen met hun nieuwe boek Spycraft. De ondertitel: Tricks and Tools of the Dangerous Trade from Elizabeth I to the Restoration. Het beslaat de periode van 1558, als Elizabeth I de troon bestijgt, tot pak ’m beet 1660, al kijken de auteurs ook terug en vooruit. Spycraft, met een kaft die in het donker oplicht, wordt eind juni in Engeland gepresenteerd.  

Nadine Akkerman
Nadine Akkerman.

Voor Akkerman zijn het sowieso enerverende maanden. Begin mei heeft ze haar oratie uitgesproken. Er wacht, behalve een Britse tournee vanwege het nieuwe boek, werk als hoogleraar vroegmoderne literatuur en cultuur aan de Universiteit Leiden. Daarnaast vraagt een langlopende klus om aandacht. In 2020 heeft ze van de European Research Council 2 miljoen euro gekregen voor een onderzoek naar manuscripten uit de zestiende en zeventiende eeuw. Twee studenten en evenzoveel postdocs helpen haar de handschriftcultuur te doorgronden. Ze concentreren zich op Engeland, maar hopen een methode te schrijven die ook elders toepasbaar is. Het onderzoek moet in augustus 2025 klaar zijn. ‘En dat gaat goed komen. Al heb ik daarna misschien nog een jaar nodig voor de monografie,’ aldus Akkerman.  

Men neme een rauw ei en legge dat in azijn

U brengt veel tijd door in de archieven. Voelt dat als een eenzame exercitie? 
‘Veel minder eenzaam dan de meeste mensen denken. Ik kom overal in de wereld collega’s tegen. Je ziet vaak dezelfde gezichten, drinkt koffie en praat  elkaar bij. Archiefbezoek geeft ook een sensatie. Je kunt brieven lezen die soms al 400 jaar door niemand anders zijn ingezien. Als ik dan iets ontdek, wil ik het spoor volgen, het ene na het andere stukje van de puzzel leggen.’  

Het geheimschrift dat Mary Queen of Scots gebruikte, circa 1596.
Het geheimschrift dat Mary Queen of Scots gebruikte, circa 1596.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

De archieven bieden u een sensatie? 

‘Misschien maak ik een heleboel historici nu boos, maar veel geschiedkundigen hebben iets voyeuristisch in zich. Ik ben natuurlijk geen historicus, maar voor mij geldt hetzelfde. Ik lees de persoonlijke documenten van iemand. Dat die iemand al lang dood is, mag het misschien wat minder erg maken, dat wroeten in andermans leven is wel een bepaald soort bezigheid. Je leest soms brieven waarin staat dat de ontvanger ze na ontvangst maar beter kan vernietigen, en dat is dus niet gebeurd. Als je vandaag een correspondentie met iemand voert, denk je er misschien niet bij na, maar over pakweg 100 jaar kan iemand anders daarin gaan wroeten. Mits de brieven bewaard blijven.’ 

‘Veel geschiedkundigen hebben iets voyeuristisch’ 

U ziet de geschiedschrijving als een primair mannelijke overlevering. Gaat u voor de correctie? 

‘Eerder schreef ik Invisible Agents. Dat belicht vrouwelijke spionnen in de zeventiende eeuw die niet serieus worden genomen. Ze kunnen geen spion zijn, want ze zijn vrouw, een naïviteit waarvan ze trouwens dankbaar gebruik maken. Ik schrijf bij voorkeur over een onderwerp waar nog niemand anders over heeft gepubliceerd. Dan blijkt dat je vaak bij vrouwen uitkomt. Het is heel interessant om hun aandeel in de geschiedenis te reconstrueren.’ 

Wat kan het veranderen aan alles wat we nu weten? 

‘We zijn nog maar net begonnen met het beschrijven van de vrouwelijke rol in de geschiedenis, dus het is lastig om zekerheden te verkondigen. Maar hoe meer vrouwen aan bod komen, hoe duidelijker het beeld zal worden.   

Ik speel op dit moment met de gedachte om mezelf uit te dagen. Ik wil een grote figuur kiezen uit de Engelse geschiedenis: George Villiers, markies en later de 1ste hertog van Buckingham, heeft rond 1620 misschien wel meer macht dan de koning. Hij verzamelt veel vrouwen om zich heen en gunt ze belangrijke posities. Als de hertog in 1628 wordt vermoord, blijven zij zitten. Dat loopt een beetje door tot 1650. Naar de correspondentie van die vrouwen heeft nog nooit iemand gekeken. Die zou ik willen verzamelen om te ontdekken: als ik nou een biografie van Buckingham ga schrijven door de ogen van deze vrouwen, komt er dan een ander beeld uit? Daar ben ik zelf erg nieuwsgierig naar.’ 

Durft u de gok aan? 

‘Historici hebben erg de neiging gehad om de politiek te bekijken vanuit het parlement, dus vanuit daaraan gerelateerde documenten. De persoonlijke verhalen die de beweegredenen voor politieke beslissingen kunnen verklaren, spelen daarbij minder een rol. Dus als je de persoonlijke correspondenties bekijkt van die vrouwen, kan er best een ander beeld van Buckingham ontstaan. Al geef ik toe: het is vooralsnog theorie.’ 

Als het om spionage gaat maken de dossiers ook achterdochtig, zei u eerder. Hoe bedoelt u dat? 
‘Je moet je natuurlijk inleven in de mensen over wie het gaat. Spionnen liegen. Je komt overal complotten tegen. Daar moet ik soms van bijkomen. Als iets belangrijk is, kun je gaan denken: waarom ligt dit eigenlijk hier, waarom heeft er nog niemand anders naar gekeken, waarom is het indertijd niet vernietigd? Het roept ineens vragen op. Maar goed, archiefbezoek zorgt in mijn geval vaak voor veel werk. Je moet oude brieven transcriberen om te beoordelen of je er wel of niet iets aan hebt. Als ik daar weer een paar maanden zoet mee ben, kan ik mijn eigen vraag – waarom is dit nog niet eerder gedaan? – heel goed beantwoorden.’ 

In 1605 bedenken Engelse samenzweerders het Gunpowder Plot om koning James I te vermoorden. Gravure door Crispijn van de Passe.
In 1605 bedenken Engelse samenzweerders het Gunpowder Plot om koning James I te vermoorden. Gravure door Crispijn van de Passe. Bron: Bridgeman Images.

Werkt die achterdocht door in het dagelijks leven?        
‘Daar heb ik nooit zo bij stilgestaan. Maar ik schrijf veel over diplomatie. Die speelt een belangrijke rol in de spionage, dus je gaat wel nadenken over het politieke spel. En dat is ook in de universitaire omgeving handig, want dat is een heel politieke wereld. Misschien geldt hetzelfde voor het bedrijfsleven, maar dat ken ik niet. In de universitaire wereld is het in elk geval goed om van allerlei gevoeligheden en belangen op de hoogte te zijn. Je moet het speelveld overzien, beseffen wat de beweegredenen van mensen zijn.’ 

Diplomatie, politieke machinaties, gevoelige documenten, intrigerende codes: het zijn de ingrediënten van Spycraft. Akkerman en Langman belichten spionagetechnieken uit de zestiende en zeventiende eeuw tot in detail. Bovendien illustreren ze met kleurrijke scènes het liegen en bedriegen: hoe handschriften worden vervalst, gecodeerde brieven worden gekraakt, de gifbeker wordt gevuld of moorden worden beraamd.   

Tussen 1558 en 1660 volgt aan de overzijde van de Noordzee het ene  (veronderstelde) complot op het andere. Een groot deel van die tijd voert koningin Elizabeth I een terreurbewind. Ze krijgt hulp van een hofhouding die bij haar in de gunst probeert te blijven. Neem secretary of state Francis Walsingham. Om zijn vorstin, en zeker ook zijn eigen positie, te beschermen, huurt hij een handschriftdeskundige en vervalser, een geheimschriftexpert, een codebreker en andere specialisten in. Het zijn de spionnen van hun tijd. Katholieke troonbestormers, buitenlandse onruststokers als de Spaanse koning Filips II en de paus incluis, corresponderen vaak in gecodeerde brieven over hun boze plannen.   

Is Walsingham Engelands eerste echte spionagechef?  
‘Dat wordt gezegd. Ik ben het er deels mee eens. Je hebt in zijn tijd meerdere spionnenbazen. De graaf van Essex is er eentje, de graaf van Leicester ook. Alle grote mannen aan het hof, de ministers, hebben hun eigen spionnen om Elizabeth als eerste te kunnen informeren en te worden beloond. Ze zijn elkaars concurrenten. Iedereen houdt iedereen in de gaten. Naar ik heb gehoord hangt er van Walsingham wel nog altijd een geschilderd portret bij MI5.’  

‘Alle grote mannen aan het hof hebben eigen spionnen’ 

Wat is zijn rol in het zogenoemde Babington Plot (1586), het plan om Elizabeth I te vermoorden?  

Mary Queen of Scots, zelf katholiek, wil haar verre protestantse nicht van de troon verdrijven. Ze zit dan al enkele jaren gevangen, al kun je dat woord tussen aanhalingstekens zetten. Mary mag haar kasteel of landhuis niet verlaten, maar heeft nog wel haar eigen secretarissen en hofhouding. Haar hele  correspondentie wordt bekeken door Walsingham. Hij laat de codes kraken, de geheimschriften ontcijferen. Mary krijgt van allerlei mensen aanbiedingen om Elizabeth uit de weg te ruimen. Als zij op papier “ja” zegt, is dat een reden om haar definitief uit te schakelen, te executeren. Walsingham lokt die reactie uit. De boodschapper die Mary vertrouwt werkt voor hem. Het is een smerig spelletje.’    

Waarom staat de periode 1558-1660 centraal in Spycraft? 

‘In die tijd beleeft de spionage in Engeland een ontwikkeling: van amateurisme naar een geoliede machine. In zo’n woelige fase kun je veel dingen ontdekken. Walsingham begint met een man die van vele markten thuis is: geheimschriftexpert en verzegelaar Arthur Gregory. Maar het systeem is kwetsbaar. Als iemand om welke reden dan ook wegvalt, verdwijnt alle kennis en kun je opnieuw beginnen. Aan het eind van de periode, in de tijd van Oliver Cromwell, wordt de kennis bijeengebracht en gedeeld. Dan gaan verschillende specialisten om de tafel zitten in de zogenoemde Black Chamber. Dat zie je overal in Europa gebeuren. Als er iemand wegvalt, is dat makkelijker op te vangen.’ 

Wat is in die tijd de plaats van Engeland op de wereldkaart van de spionage? 
‘Het land loopt bepaald niet voorop. De Arabische wereld gebruikt al eeuwen eerder cijfercodes en geheimschriften. Dat voltrekt zich buiten het zicht van het Westen. In Europa zijn Italië en Spanje veel daadkrachtiger dan Engeland. In Venetië bijvoorbeeld vergiftigt de regering zelf haar tegenstanders. In Engeland komt het tot executies, zie Mary Queen of Scots, maar wordt tenminste nog een poging gedaan om bewijzen te verzamelen. Al gebeurt dat niet altijd even chic.’ 

Mary Queen of Scots in Fotheringhay Castle, waar ze hoort dat ze geëxecuteerd wordt vanwege haar rol in het Babington Plot. Schilderij door John Duncan, circa 1929.
Mary Queen of Scots in Fotheringhay Castle, waar ze hoort dat ze geëxecuteerd wordt vanwege haar rol in het Babington Plot. Schilderij door John Duncan, circa 1929. Bron: Bridgeman Images.

Werken Engeland en de Republiek samen? 
‘Jazeker. Ze wisselen informatie uit om meer grip op de gezamenlijke Spaanse vijand te krijgen. Als de ene regering een boodschap niet gedecodeerd krijgt, wordt die doorgestuurd naar de andere. In Nederland is Constantijn Huygens de secretaris van de Oranjes. Hij kan cijfercodes maken en breken. Huygens kan trouwens veel meer, en hij helpt ook de Engelsen.’  

Is Spycraft een logisch vervolg op Invisible Agents? 

‘Toen dat boek over vrouwelijke spionnen in 2018 verscheen, ben ik de literaire festivals in Engeland langsgegaan. Daar kwam ik in contact met het grote publiek dat tegen me zei: boeiend hoor, dat netwerk van vrouwen, maar hoe ging het nou allemaal in zijn werk? De mensen bleken soms meer geïnteresseerd in het ontrafelen van cijfercodes en schrijven met onzichtbare inkt dan in de poppetjes. Daar was ik me niet zo van bewust. Toen ik dat hoorde, dacht ik: zo’n boek over de technieken had ik eigenlijk al kunnen schrijven vóór ik mijn onderzoek naar de vrouwen begon. Door die vraag van het publiek, maar ook vanwege verzoeken van historici of ik een code voor ze kon kraken, dacht ik: misschien moet ik het alsnog doen.’  

Hoe leerde u codes kraken? 
‘Ik heb het me tijdens het schrijven van mijn proefschrift over correspondentienetwerken eigen gemaakt, 20 jaar terug. Elizabeth Stuart (over wie Akkerman later het boek De Hartenkoningin publiceerde, red.) schreef heel veel in geheimschrift dat nog niet eerder was gebroken. Om dat te kunnen duiden ben ik samen met mijn begeleider, die er ook handig in was, aan het puzzelen gegaan. Zo zijn we stapje voor stapje verder gekomen. Je moet me wel genoeg tijd geven om een code te breken. Pete kan het inmiddels ook. Voor Spycraft hebben we alles samen gedaan. 

Je gaat op zoek naar een moment waarop iemand een fout maakt. Dus als de hele brief in normaal schrift is geschreven, maar het onderwerp van de zin staat in een cijferalfabet dan heb je een begin. Tenminste als je genoeg context hebt uit andere brieven. Je vertaalt de cijfers naar letters en constateert bijvoorbeeld: dit betreft de hertog van Buckingham. Dan heb je al veel letters te pakken. Het wordt een soort van cryptogram dat je gaat invullen. Het is een kwestie van vergelijken én van frequentieanalyse. De ene klinker of medeklinker komt in een brief veel vaker voor dan een andere. Als een cijfer heel vaak wordt herhaald, zou dat best eens de “e” kunnen zijn.’   

Stuitte u nog op verrassingen? 

‘We hadden het idee: laten we kiezen voor grote complotten die de mensen in Engeland al goed kennen, zoals het Babington Plot. Dan hoeven we het verhaal niet meer voluit te beschrijven, maar kunnen we op de technieken ingaan. Vervolgens bleek dat als je die technieken doorgrondt, de bestaande verhalen niet meer overeind blijven. Niet alles kan gelopen zijn zoals gedacht en beschreven. We moesten op zoek naar ondersteunend bewijsmateriaal, de archieven weer in.    

Ik ben er verbaasd over – in het algemeen – hoeveel we nog niet weten, hoeveel we nog moeten uitzoeken. Je denkt dat sommige verhalen op een bepaalde manier in elkaar zitten, maar als je dieper gaat graven kantelt er van alles. Van Mary Queen of Scots wordt altijd gezegd dat ze dom was, dat ze niet wist wat ze wilde. Als iemand haar vraagt of hij Elizabeth I moet omleggen, moet ze daar een week over nadenken, zo wil het verhaal. Maar dat klopt dus niet. Mary weet onmiddellijk wat ze wil. Het is de fysieke complexiteit van de zaak die haar antwoord ophoudt. Het duurde in die tijd dagen voor je een brief, dus de vraag, had gedecodeerd en een gecodeerd antwoord terug kon sturen. Er valt nog zoveel aan bekende verhalen te veranderen, dat maakt het heel erg spannend.’  

Akkerman en Langman hebben de truc met het ei – beschreven aan het begin van dit interview – maar ook andere spionagetechnieken zelf geoefend. ‘We hebben geen gevaarlijke experimenten uitgevoerd, hoor. Je moet meer denken aan het testen van onzichtbare inkt en het vervalsen van zegels.’   

In het laatste hoofdstuk van Spycraft bedienen ze de thuisknutselaar met enkele handleidingen voor trucs die gevaar voor vingers noch hart opleveren. Niettemin gaan ze vergezeld van een disclaimer, lichte scherts incluis: veel succes, de auteurs wijzen elke wettelijke aansprakelijkheid af.   

Spycraft door Nadine Akkerman

Nadine Akkerman

(1978, Velsen) studeerde Engelse taal- en letterkunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze is hoogleraar vroegmoderne literatuur en cultuur aan de Universiteit Leiden. In 2021 haalde Akkerman de wereldpers nadat ze met andere onderzoekers erin was geslaagd om met CT-scan en computer een ongeopende brief uit de zeventiende eeuw leesbaar te maken zonder de zegels te verbreken.  

Andere boeken van haar hand zijn: The Correspondence of Elizabeth Stuart, Queen of Bohemia, deel 1 en 2 (2015/2011), Invisible Agents (2018) en Elizabeth Stuart, Queen of Hearts (2021) – dat verscheen in 2023 in het Nederlands als De Hartenkoningin. Haar laatste boek is Spycraft. Tricks and Tools of the Dangerous Trade from Elizabeth I to the Restoration (368 p. Yale University Press, € 22,99). 

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 6 - 2024