Home Dossiers Interbellum Meer geld naar het leger

Meer geld naar het leger

  • Gepubliceerd op: 12 mei 2022
  • Laatste update 12 feb 2024
  • Auteur:
    Teun Willemse
  • 3 minuten leestijd
Meer geld naar het leger
Cover van
Dossier Interbellum Bekijk dossier

Nu er opnieuw oorlog woedt in Europa, laait de discussie over grotere defensiebudgetten op; na jarenlange bezuinigingen begint het Nederlandse leger aan een inhaalslag. Die situatie is vergelijkbaar met de Nederlandse herbewapening in de jaren dertig, stelt hoogleraar militaire geschiedenis Wim Klinkert (NLDA). ‘Ook toen moest er een hoop goedgemaakt worden, want in de jaren twintig was er veel bezuinigd.’

Toen Duitsland in 1936 het Rijnland bezette en aan de Nederlandse grens stond, hamerden militairen en politici op de zwakke staat van het leger. ‘Nederland wilde bij een volgend conflict in Europa opnieuw neutraal blijven’, zegt Klinkert. ‘De militaire verzwakking was gevaarlijk: het zorgde voor een grotere kans op neutraliteitsschending.’

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Defensieve investeringen

Uiteindelijk kwamen de benodigde miljoenen pas vanaf 1937. ‘Dat geld ging vooral naar wapensystemen die onze neutraliteit moesten beschermen, de defensieve wapens waar Oekraïne nu ook behoefte aan heeft. Al in 1934 was er in de Nederlandse pers veel aandacht voor het scenario dat Duitsland ons zou overrompelen. De opdracht voor de Nederlandse krijgsmacht was dan ook om de eerste stoot van de Duitsers te weerstaan en daarmee tijd te winnen om bondgenootschappen te sluiten. Om de eerste klap te weerstaan ging er bijvoorbeeld veel geld naar de bouw van verdedigingslinies langs de Ijssel, Maas, Waal en Grebbelinie. Er moesten een paar duizend bunkers bij worden gebouwd.’

Door de remilitarisatie in Europa ontstond er echter krapte op de wapenmarkt, en daar had Nederland last van. ‘Wij haalden onze wapens uit heel Europa: Van Oostenrijk tot Denemarken en van Engeland tot Duitsland. Maar door de remilitarisatie kondigden veel landen een verbod op wapenexport af. Nederland plaatste wel orders, maar de levering daarvan was traag en onzeker.’

Steun voor herbewapening

Door de groeiende dreiging ging ook de dienstplicht op de schop. ‘In 1922 was de dienstplicht ingrijpend veranderd: dienstplichtigen werden opgeleid en daarna gelijk weer naar huis gestuurd. Er was dus geen paraat leger. Vanaf 1938 moesten dienstplichtigen echter langer aanblijven en werden er meer mannen opgeroepen. Het leger werd daardoor beter geoefend en jonger, maar die correctie kwam te laat.’

De Koninklijke familie bij legeroefeningen in Zutphen, 1936.

Volgens Klinkert zagen veel Nederlanders het leger vooral als een noodzakelijk kwaad; het kon op weinig aanzien rekenen. Toch kwam er aan het eind van de jaren dertig meer belangstelling voor militaire tentoonstellingen en zogenaamde legerdagen. ‘Het leger was meer aanwezig in de samenleving. Defensie hield bijvoorbeeld parades en demonstraties in verschillende steden. De kranten stonden er vol mee en er kwamen veel hotemetoten op af. Die parades stopten pas na de mobilisatie in 1939.’

De noodzaak voor herbewapening werd volgens Klinkert uiteindelijk breed gedragen. ‘Zelfs de socialisten en links-liberalen, die uit principe altijd tegen grotere defensiebegrotingen stemden, maakten een politieke draai. In de jaren twintig zou het versterken van het leger nog tot gigantische kritiek uit de samenleving hebben geleid, maar die felle anti-reacties bleven nu uit.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.