Home Dossiers Tweede Wereldoorlog Iran werd bezet door de geallieerden

Iran werd bezet door de geallieerden

  • Gepubliceerd op: 15 april 2024
  • Laatste update 17 apr 2024
  • Auteur:
    Laurens Bluekens
  • 11 minuten leestijd
Brits-Indische soldaten nemen een Iraanse raffinaderij over, 1941.
Hitler in de Tweede Wereldoorlog
Dossier Tweede Wereldoorlog Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Waarom nu?

Israël heeft een grote Iraanse drone- en raketaanval afgeslagen. De Verenigde Staten waarschuwen Iran in de Veiligheidsraad om verdere escalatie te voorkomen.

In de zomer van 1941 veroverden het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie het Duitslandgezinde Iran. De sjah werd afgezet, opgevolgd door zijn zoon en het land werd opgedeeld in twee invloedssferen. De invasie zou ingrijpende gevolgen hebben voor het land, dat al decennialang speelbal was van de grote mogendheden. 

25 augustus 1941, rond vier uur in de nacht, trokken troepen van het Britse Gemenebest het zuidwesten van Iran binnen via een pontonbrug over de Sjatt al-Arab-rivier, op de grens tussen Irak en Iran. Tegelijkertijd vielen Britse en Australische troepen het land vanuit het westen en zuiden aan en drong de Sovjet-Unie binnen vanuit het noorden, vanuit het huidige Turkmenistan, Azerbeidzjan en Armenië. Operation Countenance was begonnen. 

Voor de Iraniërs kwam de aanval als een verrassing. Na minder dan een week was hun verzet gebroken en schudden de Britten en de Sovjets elkaar de hand nabij Qazvin, ten noordwesten van de hoofdstad Teheran. Iran werd bezet, ondanks zijn neutrale opstelling tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sjah Reza Pahlavi moest het veld ruimen en zijn prowesterse zoon Mohammad Reza Pahlavi werd aangewezen als opvolger. Het Verenigd Koninkrijk kreeg controle over het olierijke zuidwesten en de Sovjet-Unie bestierde het noorden van het land. Op die manier konden de twee mogendheden gebruikmaken van de belangrijke Trans-Iraanse Spoorlijn.

Meer lezen over Iran? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Tussen de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten was een wankele alliantie ontstaan nadat Hitler in juni 1941 de Sovjet-Unie was binnengevallen. Volgens de Russen moesten ze Iran daarna wel innemen, omdat het alleen zo uit handen van de Duitsers kon blijven.  

Tussen Iran en nazi-Duitsland was voor de oorlog een innige band ontstaan, waarin economische belangen doorslaggevend waren. Sjah Reza Pahlavi had handel met Duitsland en Duits technologisch advies nodig voor zijn moderniseringsplannen. Hij liet bruggen, wegen, spoorlijnen en communicatienetwerken bouwen, fabrieken uit de grond stampen en moderniseerde de rechtspraak en het onderwijs. De aanleg van de Trans-Iraanse Spoorlijn was zo mogelijk het belangrijkste prestigeproject. Toen de oorlog uitbrak, waren er honderden Duitse adviseurs, ingenieurs en andere technici aanwezig in Iran en was Duitsland Irans grootste handelspartner. Andersom was Iran voor Duitsland een interessante bondgenoot vanwege de enorme rijkdom aan grondstoffen. 

Trans-Iraanse Spoorlijn

In 1927 begon de aanleg van de Trans-Iraanse Spoorlijn, die van de Perzische Golf naar de Kaspische Zee liep. In 1938 was het project voltooid, al werd de spoorlijn begin jaren zestig door sjah Mohammad Reza Pahlavi doorgetrokken tot de hoofdstad Teheran en tot aan Gorgan, in het noordoosten van het land, tegen Turkmenistan aan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog namen de Amerikanen de exploitatie van de spoorlijn over om de Sovjet-Unie te bevoorraden voor de strijd tegen nazi-Duitsland. 

Aanleg van een deel van de Trans-Iraanse Spoorlijn in Iran, 1956. Bron: Getty Images.
Aanleg van een deel van de Trans-Iraanse Spoorlijn, 1956. Bron: Getty Images.

Buitenlandse bemoeienis in Iran

De sjah werkte liever met nazi-Duitsland samen dan met het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie, omdat hij de laatste twee diep wantrouwde. Duitsland had zich tegenover Iran nooit imperialistisch gedragen, terwijl het Verenigd Koninkrijk en Rusland vanaf de negentiende eeuw happen uit het verzwakte Perzische Rijk hadden genomen. In naam was Iran onafhankelijk en soeverein, maar dat was het in werkelijkheid allesbehalve.  

Zo ontnam Rusland met het Verdrag van Torkamanchai in 1828 Perzië – tot 1935 de naam van Iran – het huidige Armenië, Azerbeidzjan en een deel van Turkije. En in 1907 verdeelden de Russen en de Britten Iran ook in twee invloedssferen, al was dat in het geheim. Mede als reactie op de slappe houding van de sjahs tegenover de imperialistische buitenlandse mogendheden kwamen de Iraniërs tussen 1905 en 1911 in opstand. Iran kreeg voor het eerst in de geschiedenis een parlement en zou dat behouden, al werd deze zogeheten Constitutionele Revolutie tegengewerkt door de Britten en uiteindelijk hard neergeslagen door Rusland.  

Duitsland had zich tegenover Iran nooit imperialistisch gedragen 

Toen het tsaristische Rusland in 1917 veranderde in de communistische Sovjet-Unie, besloot het land zijn invloedssfeer in Iran op te geven. Daarom konden de Sovjets in Iran aanvankelijk op veel sympathie rekenen, ook omdat zij het geheime akkoord tussen de tsaar en de Britten van 1907 hadden geopenbaard. Maar in de jaren dertig en veertig begonnen de Sovjets zich toch weer met de Iraniërs te bemoeien. 

Zo bont als het Verenigd Koninkrijk maakten ze het niet. De Britten bemoeiden zich vanaf halverwege de negentiende eeuw al met Iran, wat onder meer resulteerde in een monopolierecht in de tabakshandel. Na de ontdekking van grote olievoorraden, begin twintigste eeuw, probeerden de Britten de touwtjes nog steviger in handen te krijgen. Het land kocht parlementariërs om, stelde premiers aan en plukte met de Anglo-Persian Oil Company een groot deel van de vruchten van de olie-industrie.  

In de jaren twintig hielpen de Britten Reza Pahlavi op de troon en zorgden ze er mede voor dat zijn voorganger uit de weg werd geruimd. Op papier was Iran een constitutionele monarchie waarin de sjah, de premier en het parlement de macht deelden. Maar Reza Pahlavi begon zich naarmate zijn moderniseringsplannen vorderden steeds onafhankelijker tegenover de Britten op te stellen en zich tegenover zijn eigen bevolking steeds dictatorialer te gedragen. Hij werd steeds minder populair. 

De sjah nam met zijn Iraanse nationalisme een voorbeeld aan het Duitse, Italiaanse en Japanse fascisme. Hij onderdrukte minderheden, schoof het parlement terzijde, maakte het socialisten en communisten moeilijk en zette sommigen van zijn voormalige ministers in de gevangenis – een aantal stierf er in verdachte omstandigheden. In 1935 bepaalde Reza Pahlavi dat zijn land voortaan ‘Iran’ heette in plaats van ‘Perzië’. Daar kwam de ‘Arische connectie’ om de hoek kijken, want de betekenis van Iran is ‘van de Ariërs’.

Deze poster illustreert de Duitse rassenleer.

‘Volbloed Ariërs’

Eind negentiende eeuw kwam in Iran onder invloed van Duitsland het racistische idee op dat de Iraniërs Ariërs waren en superieur aan de inwoners van de omringende Arabische landen. Nazi-Duitsland speelde hierop in, onder meer door de Iraniërs in 1936 aan te merken als ‘volbloed Ariërs’. Op de Iraanse radio waren naziprogramma’s in het Farsi te ontvangen en in 1939 schonk nazi-Duitsland duizenden boeken aan Iran om de zogenaamde verwantschap tussen de twee culturen te onderstrepen. 

Overigens koesterde alleen een deel van de elite nazistische sympathieën en was die niet direct anti-Joods. Een groot deel van de bevolking voelde weliswaar sympathie voor Duitsland, maar die was vooral gestoeld op hun afkeer van de Britten en ging ook verder terug dan de opkomst van het nazisme. Zo stond een deel van de Iraniërs tijdens de Eerste Wereldoorlog aan de kant van de Duitsers.  

Banden verbroken 

Het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie maakten zich steeds grotere zorgen over de Duitse invloed in Iran. In de zomer van 1941 eiste het Verenigd Koninkrijk dat de sjah alle Duitsers het land zou uitzetten. Toen dit niet gebeurde, werd Operation Countenance in gang gezet. Maar de bezetters van Iran hadden nog andere motieven. Zo wilden ze de ‘Perzische Corridor’ benutten. Het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten konden de Sovjet-Unie via Iraans grondgebied veilig bevoorraden met militair materieel en andere goederen. Ook speelde mee dat het Verenigd Koninkrijk zijn koloniën graag zoveel mogelijk met elkaar verbonden zag. Iran lag precies tussen het Britse kroonjuweel India en het eveneens door de Britten gecontroleerde Irak en Egypte in. Ten slotte kwam de Iraanse olierijkdom de Britten en de Amerikanen bijzonder goed uit. 

De Britten hielpen Reza Pahlavi op de troon

Na de inval van 1941 werd Iran gedwongen alle banden met nazi-Duitsland te verbreken en alle Duitsers het land uit te zetten. Om het beeld te versterken dat de verovering van Iran alleen was ingegeven door de Duitse dreiging, onderstreepten het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie in 1942 het belang van een onafhankelijk, soeverein en territoriaal integer Iran. De twee beloofden dat zij het Iraanse grondgebied maximaal een half jaar na het einde van de oorlog zouden verlaten. Jozef Stalin, Franklin D. Roosevelt en Winston Churchill herhaalden die belofte op de Conferentie van Teheran in de winter van 1943, waar ze elkaar voor het eerst troffen om de ontwikkelingen in de strijd tegen nazi-Duitsland te bespreken. 

Het liep anders. Zodra nazi-Duitsland was verslagen en de noodzaak samen te werken verviel, kwam het tot een uitbarsting van de onderhuidse rivaliteit tussen het Westen en de Sovjet-Unie. Er waren direct signalen dat de Sovjet-Unie niet van plan was snel te vertrekken. De Sovjets hamerden bijvoorbeeld op een einde aan de beperkingen van de communistische partij van Iran. Ook ontnamen ze Iraanse troepen de toegang tot Iraans Azerbeidzjan, een opstandige streek in het noordwesten van het land. Stalin rekende erop dat hij Iran zonder problemen in zijn invloedssfeer kon houden. Hij ging ervan uit dat het Verenigd Koninkrijk door de oorlog ernstig was verzwakt en dat de Amerikanen weer in hun isolationistische schulp van voor de oorlog zouden kruipen. 

Duitse Junkers F-13 op de luchthaven van Teheran in Iran, 1927.
Duitse Junkers F-13 op de luchthaven van Teheran, 1927. Bron: Bridgeman Images.

In maart 1946 begonnen de westerse landen hun troepen volgens belofte terug te trekken uit Iran. De Sovjet-Unie deed dat nauwelijks. Stalin rechtvaardigde dat door te verwijzen naar verouderde overeenkomsten met de Iraniërs en door allerlei separatistische vuurtjes in het land op te stoken.  

In Iraans Azerbeidzjan riepen procommunistische Iraniërs in november 1945 de Azerbeidzjaanse Volksregering uit en in januari 1946 volgden Koerdische nationalisten met de Republiek Mahabad. Iraanse troepen wilden in beide staatjes orde op zaken stellen, maar werden gehinderd door Sovjettroepen. 

Sterke band tussen Iran en VS 

De nieuwe Amerikaanse president Harry S. Truman stuurde Stalin herhaaldelijk waarschuwingen dat hij zijn belofte van 1942 moest nakomen. De Amerikanen schroefden ook hun militaire steun aan de Iraanse regering op en oefenden samen met de Britten via de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zware druk uit op de Sovjet-Unie. Er werden verschillende resoluties aangenomen om de Sovjets tot actie te manen, maar zonder resultaat. De Verenigde Staten hadden tijdens de oorlog een sterke band met de Iraanse machthebbers opgebouwd; voor hen was het een pre dat de Amerikanen geen imperialistisch verleden hadden. 

Pas toen de Iraniërs de Sovjets in het voorjaar van 1946 een lucratieve oliedeal in het vooruitzicht stelden, trokken de Sovjettroepen zich volledig terug. Net als de Britten wilde Stalin in ieder geval kunnen blijven profiteren van die industrie, maar dan in het noorden. Door de terugtrekking van de Sovjets kon Iran de Azerbeidzjaanse Volksregering en de Republiek Mahabad eindelijk de kop indrukken. 

Sjah Reza Pahlewi (rechts) van Iran op bezoek bij de Amerikaanse president Harry Truman, 1950.
Sjah Mohammad Reza Pahlewi (rechts) op bezoek bij de Amerikaanse president Harry Truman, 1950. Bron: Getty Images.

Uiteindelijk bleek Stalin te vroeg te hebben gejuicht. Het nieuwe Iraanse parlement schoot de oliedeal met de Sovjet-Unie in 1947 haast unaniem af. Iran voelde zich gesteund door de Amerikanen, die intussen hadden beloofd dat ze het land te hulp zouden schieten als de Sovjets Iran weer zouden binnenmarcheren. In 1949 werd de communistische partij verboden: die had sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog braaf de lijn van het Kremlin opgevolgd en werd daarom gezien als een bron van ongewenste buitenlandse bemoeienis. Stalin kwam als grote verliezer uit de bus, terwijl de Britten hun aandeel in de olie-industrie behielden en de Verenigde Staten in Iran een flinke vinger in de pap kregen. 

Sommige historici bestempelen de spanning tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie over de niet nagekomen belofte van 1942 als het begin van de Koude Oorlog. De druk bleef er zeker tot begin jaren vijftig flink op staan. In 2016 kwamen archiefstukken boven water die erop wijzen dat de Britten en Amerikanen allerlei plannen hadden klaarliggen om de Iraanse olie-industrie lam te leggen als de Sovjet-Unie er weer zou binnenvallen. 

Voor Iran was de Tweede Wereldoorlog in de eerste plaats een traumatische ervaring. Het land verlangde al decennialang naar volledige zelfbeschikking zonder buitenlandse bemoeienis, maar werd in 1941 ondanks zijn neutraliteit weer onder de voet gelopen. De oorlog en de eisen van de Britten en Sovjets trokken een zware wissel op de Iraanse economie. Mede daardoor kreeg het land in 1942 en 1943 te maken met een ernstige hongersnood. 

De Amerikanen initieerden een coup tegen Mossadeq 

Paradoxaal genoeg zette de buitenlandse machtsgreep in 1941 ook hoopgevende zaken in gang. Zo kreeg het Iraanse parlement volop ruimte en raakte de positie van de sjah verzwakt. De nieuwe sjah Mohammad Reza Pahlavi was piepjong, onervaren en doodsbang dat hij net als zijn vader tot aftreden zou worden gedwongen. Politiek, sociaal en cultureel bloeide de Iraanse maatschappij op. Er ontstonden allerlei politieke partijen, kranten en maatschappelijke organisaties. Begin jaren vijftig trad Mohammad Mossadeq naar voren: een politicus van nationalistische en liberale signatuur die in de jaren twintig al verschillende politieke en bestuurlijke functies had bekleed. Hij werd in april 1951 door het parlement tot premier van Iran verkozen en ondernam andermaal een poging om de zelfbeschikking van het land te vergroten, ditmaal door de olie-industrie te nationaliseren. Dat kwam hem duur te staan. In 1953 initieerden de Amerikanen een coup tegen Mossadeq, waardoor hij zijn positie verloor en de sjah juist steviger in het zadel kwam te zitten. 

Met dank aan Peyman Jafari en Ida Reihani. 

Meer weten

  • All the Shah’s Men (2008) door Stephen Kinzer beschrijft de rol van Amerika in Iran.   
  •  The Pretexts and Reasons for the Allied Invasion of Iran in 1941 (2012) door Nikolay A. Kozhanov in: Iranian Studies nr. 4. 
  •  Iran in the Nazi New Order, 1933-1941 (2016) door Jennifer Jenkins in: Iranian Studies nr. 5. 

Openingsafbeelding: Brits-Indische soldaten nemen een Iraanse raffinaderij over, 1941. Bron: Bridgeman Images.