In het paleis van Versailles poepte iedereen op de grond. En het verzet in de oorlog stelde niets voor. Zulke mythes hebben te maken met ‘chronologisch snobisme’, schrijft de Fake History Hunter.
Soms ben ik een koerierster van het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Niet echt, maar in een museum. Als levend object. Ik vertel de bezoekers dat veel van hun negatieve ideeën over het Nederlandse verzet overdreven zijn. Dat het heus wel wat voorstelde. En dat de grote meerderheid van de bevolking niet neutraal de andere kant op keek, maar geloofde in het uiteindelijke instorten van het Duitse rijk. Dan zijn er altijd bezoekers die dat niet willen geloven.
Meer columns lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Hun is verteld dat er nauwelijks verzet was, dat het verzet niets heeft bereikt, dat er heel veel gecollaboreerd is, en dat de grote massa het allemaal niet interesseerde. Dit verouderde idee van een grijs oorlogsverleden bevalt hen wel, want het heeft ervoor gezorgd dat de generatie van hun ouders van haar voetstuk viel. Het is fijn te denken dat jouw generatie beter is dan de vorige. En dan staat er opeens een vreemde troela in een museum die daar nuance in aanbrengt!
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Nee, het wordt me niet altijd in dank afgenomen als ik het beeld dat mensen koesteren, een beetje probeer bij te sturen. Een keer vertelde een oude dame mij bijna verontschuldigend dat zij tijdens de oorlog niet in het verzet had gezeten. Ze had alleen maar wat illegale krantjes rondgebracht. Ik antwoordde haar dat dat wel degelijk een verzetsdaad was, en dat ook de nazi’s daar zo over dachten. Ze had haar koerierswerk met haar leven kunnen bekopen. De vrouw bloeide helemaal op. Ooit was ze wel trots geweest op die periode, maar dat was er na de oorlog een beetje ‘uitgeslagen’. Onder anderen door haar kinderen, die er overigens een beetje bedremmeld bij stonden daar in het museum.
Zo bestaan er over iedere historische periode mythes die mensen zó graag willen geloven, dat ze als door een bij gestoken reageren als je ze probeert te vertellen dat historici die dingen tegenwoordig anders zien. Waarom zijn mensen zo gehecht aan bepaalde misvattingen? Toen ik de term ‘chronologisch snobisme’ tegenkwam op het internet, vielen een paar puzzelstukjes op zijn plaats. De term is in de jaren vijftig bedacht door de Engelse schrijvers C.S. Lewis en Owen Barfield en beschrijft een neiging om te denken dat wij het hoogtepunt der beschaving zijn, en dat alles en iedereen die voor ons kwam minderwaardig was. We vertellen onszelf telkens weer dat onze voorouders – hoezeer we ze ook waarderen – dommer, viezer, gewelddadiger en raarder waren dan wijzelf.
Breng in gezelschap het paleis van Versailles ter sprake, en er is altijd wel iemand die roept dat ze er geen toiletten hadden en iedereen zijn of haar behoefte deed in trappenhuizen of de hoek van een kamer. Dan ga ik weer op onderzoek uit, duik de archieven in en spreek met experts. Waren er echt geen toiletten in dat enorme paleis? Natuurlijk wel. Toiletten, badkamers, commodes, po’s, spoelbakken, riolering, noem maar op. De bouwplannen, beschrijvingen en andere documenten leveren meer dan genoeg bewijs. De vieze verhalen zijn allemaal gebaseerd op een enkel uitzonderlijk incident en wat misverstanden. Maar we klampen ons eraan vast, we vinden het fijn te horen dat het vroeger een zooitje was in Versailles. We zien de grote kamers, de deftige kleding en het goud, we horen over de wilde feesten en de vorstelijke rituelen, en we moeten daar iets tegenover stellen. Als een soort allergische reactie op een verleden dat misschien wel aantrekkelijker lijkt dan onze eigen leventjes.
Dit klinkt misschien extreem, maar probeer mensen er maar eens van te overtuigen dat de Victorianen echt niet zo preuts waren, dat vrouwen vroeger toch echt wel rechten hadden en niet alleen maar thuis zaten, dat het dieet in Europa niet smakeloos en saai was voordat we ingrediënten uit verre landen in onze handen kregen, en bijna automatisch beginnen mensen te protesteren.
Horen dat iets wat je soms decennialang hebt gelooft niet klopt, is nooit leuk. Dat je je vergaarde kennis wilt beschermen is begrijpelijk. Maar ik denk dat het vaak ook te maken heeft met chronologisch snobisme. We willen graag geloven dat wij het resultaat zijn van een stijgende lijn van beschaving, kennis en vooruitgang. Deels is dat natuurlijk het geval en staan we op de schouders van onze voorouders. Hun opofferingen en ervaringen hebben geleid tot de maatschappij waarin we nu in leven, met een levenstandaard die tot voor kort voor de meeste mensen onbereikbaar was. Over het algemeen hebben wij het beter dan wie dan ook, wanneer dan ook. Maar we moeten niet overdrijven. De lijn der vooruitgang gaat soms op en neer. Het verleden is niet altijd slechter dan het heden.
Behalve de jaren zeventig van de vorige eeuw, natuurlijk. Wat waren die toch lelijk!