In elk nummer vraagt Alies Pegtel een historicus naar zijn of haar historische sensatie. Naar het moment waarop, zoals Johan Huizinga het formuleerde, heden en verleden lijken samen te vallen. Een gevoel dat vaak onverwacht wordt opgewekt door een document, voorwerp, geluid, geur, locatie of inzicht. Deze maand Johan Op de Beeck. ‘Lodewijk XIV wilde tonen dat we onze dromen kunnen waarmaken.’
Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?
‘In mijn grotere historische verhalen schrijf ik vaak over leven en denken van bepaalde personages. Hoe dichter ik bij hen kom, hoe emotioneler, nee, hoe gemotiveerder ik word, omdat ik contact maak met mensen zoals u en ik – zij het in een andere tijd. Mensen in een beschaafde wereld, zoals het Frankijk van twee, drie eeuwen geleden, verschillen niet zoveel van ons in waarom ze dingen doen en hoe hun denken wordt bepaald. Dat vind ik best heftig om te ervaren.’
Meer interviews met historici lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Ervaart u soms ook dat heden en verleden samenvallen?
‘Nou, je moet heel erg opletten dat je de beslissingen die mensen in het verleden genomen hebben, de stukken die ze geschreven hebben, niet interpreteert volgens onze hedendaagse denkkaders. Dat is anachronistisch. En uiteindelijk gaan we onszelf daardoor ook niet beter begrijpen, daar schieten we niets mee op.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Bent u een verlichtingsdenker in de zin dat u de beschaving ziet toenemen?
‘Ik zie de curve steil opwaarts klimmen. Neem nu Zonnekoning Lodewijk XIV: hij zag zijn opvolger en twee kleinzonen sterven. Tot in de twintigste eeuw konden ouders ervan uitgaan dat drie van hun vier kinderen nooit hun vijfde jaar zouden halen. Wereldwijd is de kindersterfte nu rond de 4 procent. Dat hebben we te danken aan welvaart, economische vooruitgang en de wetenschap; een ongelooflijke progressie die je op vele terreinen ziet. Natuurlijk met vallen en opstaan, soms met diepe dalen, maar in the long run gaat de mensheid zeer sterk en hardnekkig vooruit.’
Velen denken daar anders over.
‘Er is tegenwoordig een neiging tot doemdenken, heel droevig. Ik probeer daarom voortdurend jonge mensen aan te moedigen: lees eens een geschiedenisboek. En vertel me dan nog eens wat je over de mensheid denkt. Wij mogen echt niet klagen. Vrouwen hebben in de hele geschiedenis tweede- en derderangsrollen bekleed; in België hebben zij pas stemrecht gekregen in 1948.’
U heeft net een boek geschreven over het beroemde paleis in Versailles. Past dat ook in de lijn van voortdurende progressie?
‘Er komen jaarlijks tien miljoen bezoekers het kasteel bekijken, dat is kolossaal. Het ís ook kolossaal, 700 meter lang, een uniek architectonisch project. Maar het is veel meer dan dat, het was ook een geniaal politiek project. Je kunt zeggen wat je wil over de Zonnekoning, maar hij kwam op de fantastische gedachte om het centraal gezag in één gebouw te clusteren. Daardoor kon hij de eigengereide adel, die de vooruitgang belette, controleren. Ook kon hij wetenschap, kunsten, mode en architectuur daarnaartoe laten trekken, want iedereen wilde in Versailles zijn.’
Wanneer bezocht u Versailles zelf voor het eerst?
‘Toen ik een klein jongetje was. Toen liepen er nog betrekkelijk weinig mensen rond. Als kind heeft het op mij een onvergetelijke indruk gemaakt. Zelfs als je het verhaal van het paleis en de tuinen niet goed kent, voel je toch dat er in Versailles iets uitzonderlijks aan de hand is.’
Slaagde Lodewijk XIV er meteen in om het kleine jachtkasteel van zijn vader in de wildernis buiten Parijs vanaf 1661 te verbouwen tot een spectaculair paleis?
‘Zijn minister van Financiën Colbert sputterde eerst tegen: “Majesteit, het zal te veel kosten, dat geld hebben we niet. Laten we een bestaand gebouw opknappen, het Louvre of Chambord.” En toen antwoordde Lodewijk: “Nee, dat is precies wat ik niet wil doen. Ik wil uit het niets, iets laten oprijzen dat de eeuwen zal trotseren.” Hij wilde tonen dat we onze dromen kunnen waarmaken, dat we ons uit de modder kunnen verheffen, dat we alles kunnen bereiken. Vergelijkbaar met de Amerikanen die in 1969 een man naar de maan stuurden. De wil om dat te doen, dat optimisme, die vooruitstrevendheid, dat roekeloze – dat zie ik in Versailles.’
Johan Op de Beeck
(1957) studeerde communicatiewetenschappen aan de Vrije Universiteit in Brussel. Hij begon in 1980 als journalist aan een loopbaan in de journalistiek en was documentairemaker, hoofdredacteur en netmanager. Hij schreef vijf bestsellers over het napoleontische tijdperk. Van zijn hand verschenen onder meer: het tweedelige Napoleon (2014), De Zonnekoning (2018) en het tweedelige De Franse Revolutie (2022). Onlangs verscheen Versailles. Vier eeuwen in het beroemdste kasteel ter wereld (448 p. Horizon, € 39,99). Op de Beeck maakt ook podcastseries over Napoleon en de Franse Revolutie.
Openingsafbeelding: Lodewijk XIV ontvangt de Perzische ambassadeur in de Spiegelzaal. Schilderij door Antoine Coypel, achttiende eeuw. Bron: Bridgeman Images.