Home RAF-terroristen verdienen geen bewondering

RAF-terroristen verdienen geen bewondering

  • Gepubliceerd op: 26 maart 2024
  • Laatste update 30 mrt 2024
  • Auteur:
    Beatrice de Graaf
  • 3 minuten leestijd
Beatrice de Graaf portret

Onze gevoelens over de geschiedenis zijn notoir onbetrouwbaar. Waar we ons over opwinden is soms zo veranderlijk als het weer. Tegelijkertijd tekenen zich door al die conjuncturele ophef wel structurele patronen af. Oorlogsherdenkingen zijn anders dan tien, twintig jaar geleden. Het slavernijverleden wordt inmiddels ook heel anders op de kaart gezet dan tot voor kort.

Maar hoe herdenken we terrorisme? Hoe kijken we naar de keten van aanslagen, moordpartijen, ontvoeringen en intimidatie, waarmee terroristische organisaties hun sporen trokken? Daar is het beeld soms erg diffuus. Het lijkt er wel eens op dat we bij terrorisme onze cognitieve capaciteiten in de koelkast zetten en ons door eerste indrukken en vluchtige emoties laten leiden. Eerder schreef ik al over de rare toestand dat Tanja Nijmeijer dikwijls als dappere vrijheidsstrijdster wordt gezien, inclusief stoere junglefoto’s. Terwijl ze zaken op haar kerfstok heeft waar menig polderjihadist slechts van kan dromen – of meerdere jaren voor is opgesloten.

Meer columns lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

En nu heb ik het over de RAF, in het bijzonder over de drie voortvluchtige leden van de ‘derde generatie’. Een van die drie, Daniela Klette, werd in februari in Berlijn gearresteerd nadat ze meer dan 30 jaar ondergronds had geleefd. De andere twee, Burkhard Garweg en Ernst-Volker Staub, zijn nog op vrije voeten. De derdegeneratie-RAF was, zoals altijd wanneer een terroristische organisatie langer leeft en meerdere generaties produceert, meedogenloos. Net als de FARC en de IRA – andere terroristische groeperingen met een lange levensduur – blonk de RAF uit in zelflerend vermogen op tactisch en operationeel vlak. De leden werden steeds gehaaider en professioneler, en maakten gebruik van steeds zwaarder wapentuig.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Ze pleegden tussen 1985 en 1993 niet alleen tien gruwelijke moordaanslagen, daarna gingen de voortvluchtige leden door met bewapende overvallen. Kortom, van de terroristische beweging die zich ooit op bevrijding richtte en tegen imperialisme en fascisme was, is een geslepen, criminele bende overgebleven.

En toch proefde ik op de socials en in uitlatingen van mensen om me heen een gevoel van stiekeme bewondering. Ze hadden het toch maar geflikt, waren meer dan 30 jaar uit handen van de autoriteiten gebleven en aan 130 politieagenten ontsnapt (Garweg en Staub). En hoe gevaarlijk waren dit soort bejaarde oud-terroristen eigenlijk nog?

Nu is dit geen pleidooi voor meer historische opwinding. Eerder voor minder. We zouden ons moeten laten leiden door feitelijk onderzoek, en door genuanceerde en historiserende beoordelingen. Wanneer we de RAF-acties leggen naast hun eigen doelstellingen, en naast die van hun niet-gewelddadige activistische tijdgenoten in de jaren 1970 en 1980, valt op hoezeer de RAF slechts het eigen narcisme van wraak en afrekening diende. Naast een enkele CEO vermoordde de groep vooral eenvoudige soldaten, arbeiders en chauffeurs – en haalde de schouders op over die collateral damage. Wie nu nog sympathie voor de RAF of voor haar supporters heeft, verheerlijkt niet alleen een narcistische mythe, maar geeft voorrang aan sensatie boven historie.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2024