Ze heette Nellie Kershaw en ze kwam uit Rochdale, een voorstadje van Manchester. Precies een eeuw geleden stierf ze een pijnlijke dood, nog maar begin dertig. Nellie was al een tijd ziek, maar het was onduidelijk waaraan ze leed. Haar huisarts vermoedde wel dat het iets te maken kon hebben met haar werk in de industriële spinnerij van de gebroeders Turner. Nellie bediende een machine die lange vezels maakte. Daarin zat asbest, het ‘magische mineraal’ dat uitstekend isoleert; de garens van Nellie werden geweven tot vloerkleden en pannenlappen. In die tijd vond je asbest behalve in strijkijzers en onderzetters zelfs in gasmaskers en sigarettenfilters.
Na haar dood ontspon zich een weinig verheffend juridisch steekspel tussen de straatarme nabestaanden van Nellie en de Turner Brothers. De rijke broers weigerden voor haar uitvaart te betalen ‘om geen precedent te scheppen’. Als meer werknemers een dodelijke kuch zouden ontwikkelen, kon dat in de papieren gaan lopen. De schouwarts beweerde dat hij asbestvezels in de bronchiën van Nellie had gevonden, maar het stond volgens de broers niet vast dat ze daaraan was overleden. ‘Asbest is niet giftig,’ schreven ze aan de verzekeringskamer. Waarom waren ze dan zo bang voor een precedent?
Meer columns lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
De Britse overheid nam zeven jaar na Nellies dood als eerste regering ter wereld asbestwetgeving aan, mede op basis van haar post-mortem. In Nederland zou het nog decennia duren voordat overheidsinstanties ontdekten dat asbest doodt. Tot 1984 zat het in vloerbedekking; pas in 1993 werd het mineraal definitief verboden. Maar door verkruimelende tapijten en verbouwingen aan zolders komt het nog steeds vrij. Volgens het RIVM krijgen in Nederland tot 2050 meer dan 10.000 mensen een longziekte door asbest; velen zullen alsnog aan die erfenis van ambtelijke sloomheid sterven.
Nellie Kershaw kreeg in 2006 een bescheiden monumentje in Rochdale. Haar nazaten onthulden het; ze hebben nooit een cent gezien voor de dood van de spinster. Latere slachtoffers wisten wel een bescheiden vergoeding te regelen: Turner Brothers ging in 2001 failliet door de miljoenen die ze aan nabestaanden van werknemers moesten betalen. Het terrein waar Nellie en al die anderen werkten, ligt sindsdien braak. Er waren plannen om er een nieuwe wijk te bouwen, maar na inspectie bleek de bodem zo verzadigd met asbest dat het levensgevaarlijk zou zijn om er een spade in de grond te steken.
Geen projectontwikkelaar wil zich in dat avontuur storten. Dus blijft het terrein omhekt en onbebouwd, het meest passende gedenkteken voor de torenhoge rekening uit het verleden. Nellie betaalde met haar leven; de gemeente Rochdale met harde munt, het kost 100 miljoen om de bodem te saneren. Net als bij Nellies begrafenis, zullen de gebroeders Turner ook die factuur niet voldoen.