Home De grenzen van burgerlijke ongehoorzaamheid

De grenzen van burgerlijke ongehoorzaamheid

  • Gepubliceerd op: 24 oktober 2023
  • Laatste update 02 nov 2023
  • Auteur:
    Beatrice de Graaf
  • 3 minuten leestijd
Beatrice de Graaf

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Het was een origineel idee: de vrouwen gingen met z’n allen op de grote toegangsweg naar de hoofdstad zitten om die te blokkeren. Toen ze hun doel niet bereikten, gooiden ze het zwaarste geschut in de strijd dat ze konden bedenken: ze gingen in seksstaking tot aan hun eisen was voldaan.

Ik heb het natuurlijk over Lysistrata en de vrouwen van Athene die uit protest tegen de voortdurende Peloponnesische Oorlog hun mannen een lesje in besluitvaardigheid en moed probeerden te leren, opgetekend rond 411 v.Chr. door Aristophanes. Uit deze anekdote blijkt dat burgerlijke ongehoorzaamheid van alle tijden is, en dat die vaker werd gebruikt door een bevolkingsgroep die vond dat ze te weinig toegang tot de macht had. En die de macht met kracht terechtwees.

Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Er woedt een debat over burgerlijke ongehoorzaamheid. De een vindt het ongehoord dat de asfaltplakkers overal mee wegkomen. De ander snapt niet hoe waterkanonnen tegen onschuldige vrouwen en zelfs kinderen kunnen worden ingezet. Een derde meent dat er vooral veel ‘gemiept’ wordt.

Het punt dat ik hier wil maken is dat burgerlijke ongehoorzaamheid een groot goed is. Maar dat je, zoals de  Griekse vrouwen al wisten, drie dingen moet bedenken. Allereerst grijp je pas naar dit middel als alle andere manieren om te lobbyen, te vertegenwoordigen, te beïnvloeden of te besluiten zijn uitgeput. Het is een ultimum remedio. Juist omdat burgers in een democratie veel mogen, moeten ze met dit machtsmiddel – want dat is het – heel voorzichtig omgaan.

Dat betekent – ten tweede – dat je de wet overtreedt en grenzen overschrijdt op weloverwogen, doordachte en symbolische wijze, waarbij de overtreding in direct verband staat met een hoger doel waarvoor je strijdt, en dat boven persoonlijk of groepsbelang uitstijgt. Dus: geweldloos, beperkt en gefocust.

Ten derde erken je dat je de wet overtreedt en de gevolgen daarvan eerlijk wilt dragen. Je wilt immers niet in verzet komen, een revolutie plegen of de macht ondermijnen. Maar je wilt die macht aan z’n eigen rechtsregels houden en de orde die er is verbeteren, niet kapotmaken. Je gaat dan inderdaad niet miepen dat je wordt opgepakt, weggesleept of berecht. Dat hoort erbij.

Want uiteindelijk is dat de grootste les van burgerlijke ongehoorzaamheid: elke orde is gebaseerd op mensen met een eigen geweten, die de overheid op het verschil tussen recht en rechtvaardigheid mogen en zelfs moeten wijzen. Maar daarbij hoort ook dat het niet om die ene burger en zijn eigen heilige geweten gaat. Het is ook een vorm van dienstbaarheid, die niet in arrogantie mag ontaarden. Laat dat nu net historisch gezien de allermoeilijkste categorie van politiek bedrijven zijn: zowel machthebbers als dissidenten kunnen maar al te snel in de hybris van het eigen gelijk vervallen.

Zo bezien was die tweede actie van Lysistrata en de haren nog niet zo gek: tijdelijk stoppen met seks. Je hebt er meer mannen mee en het is sowieso goed voor het milieu – even geen kinderen.

   

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 11 - 2023