Home Dossiers Psychologie Door eigen hand: zelfdoding door de eeuwen heen

Door eigen hand: zelfdoding door de eeuwen heen

  • Gepubliceerd op: 25 januari 2022
  • Laatste update 13 feb 2024
  • Auteur:
    Mirjam Janssen
  • 11 minuten leestijd
Zelfdoding in de Romeinse tijd
Patiënt met neurasthenie
Dossier Psychologie Bekijk dossier

Aan wie behoort een leven toe? Voor middeleeuwers was het antwoord duidelijk: aan God natuurlijk. Maar de Romeinen en verlichtingsfilosofen kozen voor het individu. Uit deze zes gevallen van zelfdoding blijkt hoe de opvattingen zijn veranderd.

Seneca: het edele slachtoffer

In 65 n.Chr. beschuldigde keizer Nero de Romeinse filosoof Seneca van medeplichtigheid aan een samenzwering. Hij werd tot zelfdoding gedwongen. Daarom sneed Seneca verschillende van zijn aderen open, maar hij verloor te weinig bloed. Volgens zijn tijdgenoten kwam dat door zijn ouderdom en zijn karige voeding. In elk geval vroeg hij ook om gif. Toen dat niet werkte, liet hij zich in een warm bad zetten om zijn bloeddoorstroming te versnellen. Zo stierf hij.

Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Ondanks het gedoe gold zijn dood als een ambitiosa mors, een stijlvol einde. De Romeinen hadden minder moeite met zelfdoding dan andere culturen. Al hing dat wel van de situatie af. Als de man, zijn motief en zijn middel edel waren, dan was de dood door eigen hand glorieus. Zelfdoding viel dan in de categorie immatura mors, een ontijdige dood, die ook het gevolg kon zijn van een ongeluk. Maar wie zichzelf bijvoorbeeld in eenzaamheid ophing, werd gezien als een infame dode die mogelijk iets op zijn geweten had. In dat geval had hij geen recht op een eervolle bijzetting. Al viel dat in de praktijk soms mee, want de Romeinse rechtsgeleerden hadden begrip voor de mogelijkheid dat iemand een einde aan zijn leven had gemaakt uit wanhoop, waanzin of verdriet.

‘Wie zichzelf doodt, is een moordenaar’

Voor de glorieuze zelfdoding van een vrouw stond Lucretia model. Zij was getrouwd met Lucius Tarquinius Collatinus en gedroeg zich altijd deugdzaam. Toen rond 510 v.Chr. de laatste Romeinse koningszoon Sextus Tarquinius Superbus haar tijdens een bezoek aan hun huis opmerkte, werd zijn lust gewekt en verkrachtte hij haar. Na zijn vertrek vertelde Lucretia haar man en haar vader wat er was gebeurd. Daarna doorstak ze zichzelf met een mes. Ze maakte zo een eervol einde aan haar bezoedeling.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De Heilige Catharina: de martelares

De 15-jarige Catharina van Alexandrië, een diepgelovige dochter uit een adellijke familie, had volgens de overlevering maagdelijkheid aan Jezus beloofd. Ze weigerde dan ook tegen elke prijs de tweede echtgenote van de Romeinse keizer te worden. Hij dreigde met folteringen en stuurde veertig heidense filosofen op haar af om haar te bekeren. Maar het omgekeerde gebeurde: zij bekeerde hen tot het christendom. Verschillende pogingen van de keizer haar te doden mislukten. Uiteindelijk werd ze in 307 n.Chr. onthoofd. Haar lichaam werd naar de Sinaï-berg gebracht, waar pelgrims het 500 jaar later in goede staat teruggevonden. Catharina werd een van de populairste katholieke heiligen.

De zelfdoding van de heilige Catharina van Alexandrië. Schilderij door Jan Provoost, begin zestiende eeuw.
De marteldood van de heilige Catharina van Alexandrië. Schilderij door Jan Provoost, begin zestiende eeuw.

Het martelaarschap was in de Middeleeuwen de enige vorm van zelfdoding waarvoor begrip bestond. Kerkvader Augustinus wees zelfdoding in de vijfde eeuw al volkomen af. Hij verwees daarvoor naar het vijfde gebod: gij zult niet doden. ‘Wie zichzelf doodt is een moordenaar,’ was zijn uitgangspunt.

In latere eeuwen bleven de christelijke opvattingen streng. Om gelovigen af te schrikken werd zelfdoding bestraft. Lijken van zelfmoordenaars werden postuum verhangen en in ongewijde grond of op driesprongen begraven, soms met een paal door het lijf en het hoofd naar het westen. Het was de bedoeling zo hun opstanding te voorkomen. De veertiende-eeuwse schrijver Dante liet zelfmoordenaars in De goddelijke komedie boete doen in de hellekring.

De rechtvaardiging was dat een lichaam God toebehoorde; de toevallige bewoner ervan mocht daar niet zomaar zelf over beschikken. Ook regeringen huldigden deze mening en bestraften zelfdoding. In Engeland was een zelfmoordpoging tot 1961 strafbaar, in Ierland zelfs tot 1993.

Duo-euthanasie

Tot het begin van de twintigste eeuw kwamen gezamenlijke zelfmoorden vooral voor onder jonge stellen. Ze waren arm, er was sprake van een ongewenste zwangerschap, of hun ouders wezen hun relatie af. Tegenwoordig nemen vooral oudere paren samen afscheid van het leven. Ook vragen ze vaker ‘duo-euthanasie’ aan. In 2019 ging het om 17 stellen, dus 34 patiënten – een verdubbeling ten opzichte van het jaar daarvoor, al is dat een klein percentage van het totale aantal euthanasiegevallen. In 2020 betrof dat 6938 personen, een jaar eerder 6361.

De jonge Werther: de romanticus

In 1774 publiceerde Johann Wolfgang von Goethe zijn eerste roman, Het lijden van de jonge Werther. Dit brievenboek maakte grote indruk. Zijn tijdgenoten verslonden het verhaal over Werther, die zichzelf vanwege een ongelukkige liefde met een pistool het leven benam. Na de publicatie volgde een golf van zelfdodingen. Werther was een typisch romantische held die zich liet leiden door zijn eigen diepe emoties. Onder invloed van Werther kwam in de achttiende eeuw een nieuw verschijnsel op: zelfmoordenaars gingen afscheidsbrieven schrijven om hun daad te verklaren en te verdedigen. Zelfdoding gold nog steeds als een schande, maar werd tegelijk een uitdrukking van de eigen persoonlijkheid.

Gekweld neemt Werther afscheid van Lotte, zijn onbereikbare liefde. Gravure door Tony Johannot, 1844.
Gekweld neemt Werther afscheid van Lotte, zijn onbereikbare liefde. Gravure door Tony Johannot, 1844.

De christelijke grip erop begon te verslappen. De verlichte vorst Frederik II van Pruisen had in 1751 al een belangrijke stap gezet door de strafbaarstelling van zelfdoding op te heffen. Daarmee handelde hij in lijn met de opvattingen van sommige verlichtingsfilosofen. De Franse denker Jean-Jacques Rousseau bijvoorbeeld vond dat ieder mens over zijn eigen leven kon beschikken. De Engelse filosoof David Hume schreef in 1755 een essay waarin hij zelfdoding verdedigde. Volgens hem betekende deze daad niet dat de mens zijn plicht tegenover God verzaakte. De Schepper had de mens gemaakt met het vermogen te oordelen en had hem de vrije hand over zijn leven gegeven. Bovendien was dat leven in het geheel der dingen eigenlijk onbeduidend. Daarom mocht iemand er best een einde aan maken. ‘Ik ben niet verplicht een gering goed te doen voor de samenleving ten koste van een groot kwaad voor mijzelf,’ vond Hume.

Eerder al hadden wetenschappers christelijke zekerheden onderuitgehaald met hun materialistische opvattingen over de natuur. Thomas Hobbes en Spinoza bijvoorbeeld hadden erop gewezen dat er niets was buiten de stoffelijke natuur. De dood was daardoor niets anders dan het uiteenvallen van atomen, de transformatie van de ene materie in een andere. In dat licht stelde zelfdoding niet zoveel voor.

Ignacy Hryniewiecki: de terrorist

‘Het is mijn lot om jong te sterven,’ schreef de 25-jarige Ignacy Hryniewiecki op 12 maart 1881. ‘Ik zal onze overwinning niet zien (…), maar met mijn dood zal ik alles doen wat mijn taak is, en niemand kan meer van me verlangen.’ Hryniewiecki maakte deel uit van een groep Russische revolutionairen die het tsaristische bewind omver wilden werpen. De volgende dag wachtten ze de keizerlijke koets op in Sint-Petersburg. Hun eerste aanval mislukte en tsaar Alexander II stapte uit om de schade op te nemen. Toen hij terug wilde lopen, sloeg Hryniewiecki toe: hij gooide een bom naar de tsaar, en kwam daarbij ook zelf om.

Bij de bomaanslag op tsaar Alexander II komt ook de dader om het leven.
Bij de bomaanslag op tsaar Alexander II komt ook de dader om het leven.

Met deze actie – die overigens niet tot een revolutie leidde – begon een nieuwe traditie van zelfmoordterrorisme, dat tot dan toe vooral voorkwam in het Midden-Oosten. De terrorist nam anderen mee in de dood om een hoger doel te bereiken, vaak politiek of religieus van aard.

Zelfmoordaanslagen werden de afgelopen eeuw over de hele wereld gepleegd, bijvoorbeeld door Palestijnen in Israël, Tsjetsjenen in Rusland en Tamil-strijders in Sri Lanka. Daarnaast duiken er steeds vaker lone wolves op, eenzame jongens of mannen die via hun zelfmoord wraak nemen op de maatschappij.

Vincent van Gogh: de patiënt

Op 27 juli 1890 probeerde Vincent van Gogh zich in een veld bij Auvers door het hart te schieten. Hij voelde zich uitgeput en mislukt als mens en als kunstenaar. Hij kon niet voldoen aan de hoge eisen die hij zichzelf stelde en kampte al lang met psychische problemen. De zelfmoordpoging slaagde niet meteen – hij leefde nog twee dagen. De echte erkenning voor zijn werk kwam pas na zijn dood. Zijn tragische einde versterkte zijn status als miskend genie.

‘Ik ben gelukkiger in de dood’

Van Goghs daad paste in een bredere tendens. Het aantal zelfdodingen steeg in de negentiende eeuw in Europa en de Verenigde Staten, zoals de eerste bureaus voor de statistiek nauwkeurig bijhielden. Artsen en sociologen gingen op zoek naar wetenschappelijke verklaringen. Ze meenden dat het zelfdestructieve gedrag werd veroorzaakt door de industrialisatie, de groeiende armoede, prijsstijgingen, woningnood, alcoholisme of tuberculose. Maar ook door een fascinatie met de dood. Er was iets in de tijd, een hang naar het einde. Zoals ook bleek uit de dramatische dubbele zelfdoding van de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins Rudolf en zijn 17-jarige minnares Mary Vetsera in 1889 in Slot Mayerling. In een afscheidsbrief aan haar moeder schreef Mary: ‘Ik ben gelukkiger in de dood dan in het leven.’

De geestelijk instabiele Vincent van Gogh maakte drie jaar voor zijn zelfdoding dit zelfportret.
De geestelijk instabiele Vincent van Gogh maakte drie jaar voor zijn suïcide dit zelfportret.

Maar voor de keizerlijke familie lag dat niet zo eenvoudig; die probeerde nog even de ware toedracht te verhullen. Want als zelfs de zoon van een keizer het niet kon opbrengen zijn leven ten dienste te stellen van familie en vaderland, wat viel er dan nog te verwachten van het gewone volk? Zouden minder gefortuneerden dan niet ook de hand aan zichzelf slaan? De geneesheren verklaarden maar dat Rudolf geestelijk in de war was geweest. Hij kon daardoor toch worden bijgezet in de keizerlijke grafkelder.

Het bejaardenvraagstuk

In de jaren zestig kreeg Nederland oog voor het ‘bejaardenvraagstuk’. Het land was overbevolkt en er kwamen steeds meer hulpbehoevende ouderen. Hun verzorging kostte veel geld en echt gelukkig zouden ze toch niet meer worden, zo meenden publicisten. Zou het daarom niet goed zijn passieve of zelfs actieve euthanasie voor deze groep bespreekbaar te maken? De Haagse Post merkte bijvoorbeeld op: ‘In het jaar 1970 zien meer mensen in overbevolkt Nederland, dat beëindiging van zinloos leven ook uit barmhartigheid kan worden gedaan.’ In de jaren daarop werden sociaal-economische verwijzingen in de discussie over euthanasie juist vermeden, omdat ze te veel weerstand opriepen.

J.C.B.: de euthanasiearts

Op 10 februari 1951 gaf de Eindhovense arts J.C.B. zijn broer een doosje Codinovo-tabletten en diende hem een injectie met morfine toe. Zijn broer leed aan tuberculose en wilde sterven. Hij had twee brieven met een uitdrukkelijk verzoek om hulp bij zelfdoding geschreven en zijn wens die bewuste dag nog eens schriftelijk herhaald. Een uur na toediening van de middelen was hij dood.

De arts moest voor de rechter verschijnen – dit was het eerste euthanasieproces in Nederland. J.C.B. verklaarde dat zijn broer ondraaglijk leed en dat hij hem niet in de steek wilde laten. De rechter had begrip voor de arts, maar veroordeelde hem toch tot een jaar voorwaardelijk. Het Nederlandse publiek reageerde lauw op deze zaak.

Huisarts Truus Postma-van Boven gaat de rechtbank binnen, waar zij zal terechtstaan wegens euthanasie. Leeuwarden, 7 februari 1973.
Huisarts Truus Postma-van Boven gaat de rechtbank binnen, waar zij zal terechtstaan wegens euthanasie. Leeuwarden, 7 februari 1973.

Dat was twintig jaar later bij vergelijkbare kwesties wel anders. Lichamelijke zelfbeschikking stond inmiddels in het brandpunt van de belangstelling. Dat kwam door de strijd om vrije abortus, maar ook doordat autoriteiten – zelfs de medische – van hun voetstuk waren gevallen. Niet alles wat artsen deden werd meer klakkeloos aanvaard, en critici wezen erop dat door de medische vooruitgang het leven soms nodeloos lang werd gerekt.

In 1973 werd de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie opgericht. De jaren daarop verleenden artsen steeds vaker euthanasie of hulp bij zelfdoding zonder dat er duidelijke regels bestonden.

Vanaf midden jaren tachtig kwam er enige regulering. Het idee dat uitzichtloos en ondraaglijk lichamelijk of geestelijk lijden euthanasie rechtvaardigde, won steeds meer terrein. Zelfs de christelijke partijen verzetten zich er niet hevig tegen. In 2001 kreeg Nederland als eerste land ter wereld een euthanasiewet, die bepaalt dat een arts die aan zorgvuldigheidseisen voldoet niet strafbaar is.

De discussie is inmiddels verder: in 1991 betoogde de jurist Huib Drion dat het goed zou zijn als er een soort pil kwam voor ouderen die niet meer verder willen. Die is er nog steeds niet. Wel is er een D66-wetsvoorstel dat voorziet in hulp bij een ‘voltooid leven’. De vraag is hoe het nieuwe kabinet ermee zal omgaan.

Duidelijk is dat beëindiging van het leven in Nederland inmiddels een persoonlijke beslissing is. God, staat en kerk hebben er vrijwel niets meer over te zeggen.

Meer weten

  • Van wie is je leven? (2017) door Thomas Macho is een cultuurgeschiedenis van de zelfdoding.
  • Een weloverwogen dood (2002) door James Kennedy beschrijft euthanasie in Nederland.
  • Gedachten over zelfdoding (2015) door Simon Critchley is een historisch-filosofische beschouwing.

Praten over zelfmoordgedachten kan anoniem: chat via www.113.nl, bel 113 of bel gratis 0800-0113.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 2 - 2022