Home Dossiers Psychologie Krankzinnigen nooit opzettelijk gedood

Krankzinnigen nooit opzettelijk gedood

  • Gepubliceerd op: 27 februari 2024
  • Laatste update 21 mrt 2024
  • Auteur:
    Eric Palmen
  • 3 minuten leestijd
Krankzinnigen nooit opzettelijk gedood
Patiënt met neurasthenie
Dossier Psychologie Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Duitse nationaal-socialisten verwaarloosden en vermoordden psychiatrische patiënten. Gebeurde dat tijdens de Tweede Wereldoorlog ook in Nederland? Volgens Eveline Buchheim en Ralf Futselaar was daar nooit sprake van.

Toen het Nationaal Comité 4 en 5 mei in 2017 cijfers publiceerde over het aantal Nederlandse slachtoffers tijdens de Duitse bezetting, waren de conclusies over het zogeheten ‘krankzinnigenwezen’ niet mals. Er was sprake van substantiële oversterfte in de psychische zorginstellingen, veroorzaakt door moedwillige verwaarlozing van de patiënten, zo stelde het comité.

Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Eveline Buchheim en Ralf Futselaar maken in Uit zorg verdreven duidelijk dat die conclusie veel te kort door de bocht is. Ja, tijdens de Tweede Wereldoorlog stierven er meer patiënten in de verschillende instellingen, maar dat kwam niet door een collectief falen van de leidinggevenden. De volksgezondheid ging tijdens de bezetting sowieso hollend achteruit. Instellingen hadden een ‘asielfunctie’: zij vingen juist de meest kwetsbaren op, die al op sterven na dood waren toen ze opgenomen werden. Wie enigszins op eigen benen kon staan, werd naar huis gestuurd, waarbij een toenemend beroep op de mantelzorg werd gedaan. Dan willen statistische gegevens nog weleens in je nadeel uitpakken.

De suggestie dat psychische patiënten in Nederland welbewust verwijderd zijn uit de ‘volksgemeenschap’ is eveneens onjuist. De onfrisse ideeën van de nationaal-socialisten om een superras te kweken, waarvoor genetisch ongewenst ‘materiaal’ verwijderd moest worden, vonden hier nauwelijks gehoor. NSB’er F.O. Bruijning wilde weliswaar ‘paal en perk stellen aan de voortplantingsmogelijkheid van deze rampzaligen’. Maar zijn Medisch Front, een onderafdeling van de NSB, bleef een obscuur clubje. Euthanasieprogramma’s zoals die in het Derde Rijk werden uitgevoerd, hebben hier nooit bestaan.

De hoge mortaliteit binnen de psychische zorginstellingen tijdens de Tweede Wereldoorlog was vooral te wijten aan de oorlogshandelingen tijdens de laatste jaren van de bezetting. Vaak waren overhaaste evacuaties nodig, een tour de force voor de meest kwetsbaren. De patiënten werden elders ondergebracht, met overbevolking in de gasttehuizen tot gevolg. Die druk nam toe toen de bezetter in de loop van de oorlog steeds meer instellingen als kazernes begon te vorderen.
Eén conclusie van het comité laten de auteurs onverlet. De Jodenvervolging was ook in het krankzinnigenwezen meedogenloos. Met de ontruiming van het Apeldoornsche Bosch in de nacht van 21 op 22 januari 1943 als ontluisterend dieptepunt: 1300 Joodse patiënten werden toen op transport gesteld naar Auschwitz. Niemand kwam terug. De auteurs maken duidelijk dat de Joodse identiteit van de slachtoffers in die tragedie doorslaggevend was, niet hun psychische gesteldheid.

Uit zorg verdreven is een belangwekkend boek.

Uit zorg verdreven. Het Nederlandse krankzinnigenwezen tijdens de Tweede Wereldoorlog

Uit zorg verdreven. Het Nederlandse krankzinnigenwezen tijdens de Tweede Wereldoorlog
Eveline Buchheim en Ralf Futselaar
312 p. Boom, € 29,90
Bestel bij Libris.

Openingsafbeelding: Paviljoen van de psychiatrische inrichting Sint Anna in Venray, circa 1944.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 3 - 2024