Home De valse romantiek van de maffia

De valse romantiek van de maffia

  • Gepubliceerd op: 19 december 2022
  • Laatste update 11 sep 2023
  • Auteur:
    Bart de Koning
  • 11 minuten leestijd
De valse romantiek van de maffia

De maffia heeft door de vele films die erover zijn gemaakt een bijna mythisch karakter gekregen. De leden zelf vertellen graag dat dit syndicaat ooit begon ter bescherming van arm en rijk. De werkelijkheid is anders. Vanaf het begin draaide het om afpersing.

In 1872 erfde Gaspare Galati de citroenkwekerij Fondo Riella, iets buiten Palermo. De vorige eigenaar was zijn zwager, die na een serie dreigbrieven aan een hartaanval was overleden. Galati was een gerespecteerd chirurg – en de eerste die zijn ervaringen met de maffia op papier heeft gezet. De dreigbrieven waren afkomstig van de opzichter van de fondo, Benedetto Carollo. Hij was een uomo d’honore – een man van eer, zoals maffiosi zichzelf noemen. Carollo roomde een kwart van de omzet van het bedrijf af. De arts Galati wilde de kwekerij verpachten, maar Carollo bedreigde alle potentiële pachters die kwamen kijken. Galati besloot de opzichter te vervangen. Goede vrienden, die hij niets van zijn zakelijke problemen had verteld, bezochten hem en adviseerden om Carollo weer in dienst te nemen.

Meer lezen over de maffia? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Galati weigerde, waarop de nieuwe opzichter ’s avonds op 2 juli 1874 van achteren werd doodgeschoten. De politie arresteerde twee verdachten, die ze meteen weer vrijliet. Galati overhandigde zeven dreigbrieven als bewijs. Hij kreeg er later zes terug – de meest bedreigende was ‘zoekgeraakt’. In januari 1875 werd ook zijn nieuwe opzichter neergeschoten, deze keer op klaarlichte dag. De arts Galati behandelde de gewonde opzichter zelf. Die had zijn aanvallers herkend: Carollo en twee voormalige medewerkers. Galati hield zijn vrouw en dochters binnen en ging zelf alleen nog met zijn revolver op zak naar buiten. Een onderzoeksrechter zat boven op de zaak en de arts had goede redenen om te geloven dat de maffiosi deze keer wel vervolgd zouden worden. Totdat de opzichter ineens zijn verklaring introk, waarmee de strafzaak tegen Carollo in één klap kansloos werd. Na ruim drie jaar eenzame strijd begreep Galati dat hij verloren had en vluchtte halsoverkop met zijn familie naar Napels.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Kandidaat-leden moeten zich bewijzen door een moord te plegen

John Dickie begint zijn standaardwerk Cosa Nostra over de Siciliaanse maffia met het verhaal van de arts. Galati was niet alleen uitzonderlijk moedig, hij had de lokale maffia ook goed bestudeerd en stuurde er later een memorandum over naar de minister van Binnenlandse Zaken. Veel van wat hij beschreef is tot de dag van vandaag actueel en relevant: het afpersen, de bedreigingen, de moorden en vooral de ongelooflijke macht van het maffianetwerk, met daarin rechters, politiemensen, notabelen en politici.

Chaos en anarchie

Over het ontstaan van de maffia bestaan talloze mythes. Veel maffiosi, onder wie de roemruchte Tommaso Buscetta, denken dat de maffia ontstaan is in de Middeleeuwen. Daar is geen bewijs voor. Wetenschappers dateren het ontstaan rond 1860, dus een jaar of vijftien voor de problemen van Galati.

Elk boek of artikel over de maffia begint met de gewelddadige geschiedenis van Sicilië. Het eiland is in de loop der eeuwen eindeloos vaak veroverd en aangevallen: door Feniciërs, Grieken, Romeinen, Noormannen, Arabieren, Spanjaarden en Fransen. Aan die lange rij kunnen sinds kort zelfs huurlingen uit het Baltisch gebied en de Oekraïense steppe worden toegevoegd. Archeologen hebben recent door DNA-onderzoek ontdekt dat de Grieken huurlingen uit die gebieden in dienst hadden in hun strijd tegen de Carthagers.

Die 25 eeuwen strijd en bezetting hebben de Sicilianen wantrouwig gemaakt tegen gezag. Tot 1860 bestuurden de Bourbons het eiland vanuit Napels. In dat jaar viel Giuseppe Garibaldi Sicilië binnen, versloeg een veel groter Napolitaans leger en voegde het in 1860 toe aan het verenigde Italië. De nieuwe machthebbers in Rome knapten snel af op het eiland. Op Sicilië heersten chaos en anarchie: bendes plunderden erop los, de oude landadel vocht voor zijn belangen en revolutionairen droomden van onafhankelijkheid. De nieuwe Italiaanse eenheidsstaat legde belastingen op én voerde de dienstplicht in, waar massale weerstand tegen ontstond.

Maffia in de negentiende eeuw.
Maffiosi op Sicilië, eind negentiende eeuw.

In die chaos ontstond de maffia. De romantische versie – die maffiosi zelf graag mogen vertellen – is dat de maffia een genootschap was dat bescherming bood aan arm en rijk, en op lokaal niveau bestuurde en recht sprak. Historici hebben van die romantiek niet veel overgelaten. De maffia heeft zich vanaf het begin schuldig gemaakt aan afpersing, zoals het verhaal van Galati duidelijk maakt. Ook het idee dat de maffia ontstaan is in het straatarme centrum van Sicilië, rond Corleone, klopt niet.

Zwalkend beleid

Onderzoek van historici en economen laat zien dat de maffia rond 1860 ontstaan is in de citruskwekerijen rond Palermo. De Arabieren hadden de citroen in de tiende eeuw geïntroduceerd op het eiland, maar meer dan een luxeproduct werd het nooit. Vanaf 1799 namen schepen van de Royal Navy standaard citroenen mee, nadat de Britse marineofficier en arts James Lind had ontdekt dat de vruchten scheurbuik voorkwamen. Daarmee begon een spectaculaire groei van de citroenexport. In 1834 werden er 400.000 kisten geëxporteerd, rond 1880 arriveerden er alleen al in New York 2,5 miljoen kisten, grotendeels uit het gebied rond Palermo. Volgens Dickie lag de opbrengst per hectare zestig keer hoger dan het gemiddelde op Sicilië.

Het was een lucratieve bedrijfstak, die ook makkelijk af te persen was. Het kweken en bewateren van citroenen is complex en tijdrovend, en zolang de vruchten aan de boom hangen zijn ze kwetsbaar voor diefstal of vernieling. Een paar maffiosi met bijlen en kniptangen konden in korte tijd de boomgaarden van kwekers die niet wilden betalen totaal verwoesten.

Wise guys op het doek

The Godfather van regisseur Francis Ford Coppola is verreweg de invloedrijkste misdaadfilm ooit gemaakt – en niet alleen onder filmliefhebbers en regisseurs. Toen de film in 1972 uitkwam gingen maffiosi massaal kijken en lieten zich erdoor inspireren. De FBI hoorde daarna in getapte gesprekken wise guys-citaten uit de film gebruiken, zoals het beroemde ‘I’m going to make him an offer he can’t refuse’. Sammy ‘The Bull’ Provano, een voormalige maffioso uit New York, vertelde bij de vijftigste verjaardag van The Godfather tegen The New York Times dat de film hem als gangster belangrijke levenslessen had geleerd – zoals nooit een meerdere tegenspreken waar buitenstaanders bij zijn.

De Italiaanse overheid wist niet goed wat ze aan moest met het woeste en onbestuurbare Sicilië. Het eiland telde in 1863 zo’n 26.000 deserteurs en dienstweigeraars. Rome besloot tot keiharde repressie. In oktober van dat jaar schreef een krant over Antonio Cappello, een arbeider die werd vastgehouden in een militair ziekenhuis in Palermo. Hij had meer dan 150 cirkelvormige brandplekken. Het bleek dat militaire artsen uit Noord-Italië gloeiende knopen op zijn rug hadden gedrukt om hem te laten bekennen dat hij deserteur was. Dat was een voorproefje van het zwalkende beleid dat de Italiaanse staat steeds heeft laten zien tegenover de maffia: keiharde repressie, afgewisseld door lange periodes van onverschilligheid, waarin de maffia officieel niet eens leek te bestaan.

Twee jaar later, in 1865, stuurde de gouverneur van Palermo een rapport naar Rome waarin hij schreef over ‘de zogenoemde Maffia’. Dat was de eerste keer dat het woord in een officieel document viel. Met twee f’en, want de verwarring over de juiste schrijfwijze is er vanaf het begin. Het woord zelf stamt af van het Arabische marfud, dat ‘oplichter’ of ‘zwendelaar’ betekent. In het dialect van Palermo was een mafioso iemand die trots of vol zelfvertrouwen was, iemand die respect genoot van de lokale bevolking. De term werd populair door een toneelstuk in Siciliaans dialect, I mafiusi di la Vicaria (De maffiosi van de Vicaria-gevangenis), dat in 1863 werd opgevoerd.

Omerta: zwijgplicht van de maffia

Het ontstaan van de maffia als organisatie was deels een reactie op de repressie van de Italiaanse staat, schrijft Dickie. Zoals zo vaak was de gevangenis een leerschool en een ontmoetingscentrum. Zo rond 1875 had de maffia alle kenmerken die we nu nog kennen: een hiërarchische organisatie in families (of cosce in het Italiaans), afpersing als belangrijkste bron van inkomsten, machtige politieke vrienden, een inwijdingsritueel en een zwijgplicht.

Het is nooit eenvoudig geweest om een ‘man van eer’ te worden. Kandidaten draaien vaak al jaren mee en moeten zich bewijzen, meestal door een moord te plegen. Bij toetreding ondergaan ze een ritueel dat vanaf het ontstaan van de maffia gelijk is gebleven. De ceremonie is geïnspireerd door de vrijmetselaars. De in te wijden man krijgt een prik in zijn vinger en drupt het bloedt op een beeltenis van Maria of een heilige. Dat plaatje wordt aangestoken en terwijl het brandt zweert de kandidaat trouw. De omertà of zwijgplicht is cruciaal en verklaart waarom de organisatie zo moeilijk te ‘kraken’ is door de autoriteiten. Het woord is afgeleid van umiltà (umirtà in het Siciliaans), dat ‘nederigheid’ betekent. Alles is doordrenkt van religieuze symboliek, die maffiosi zelf zonder enige ironie omarmen.

De maffia heeft zelfs connecties met ex-premiers

Journalisten plakken de term ‘maffia’ nu op zo’n beetje alle misdaadorganisaties, maar dat is niet terecht. De maffia komt uit Sicilië en zit daarnaast in Noord-Amerika, met als zwaartepunt New York – een erfenis van de handel in citroenen. Italië kent daarnaast traditioneel de camorra in Napels en de ‘ndrangheta in Calabrië. Die lijken op de maffia, maar staan er organisatorisch los van. Maffiosi zelf spreken over Cosa Nostra – ‘ons ding’ of ‘onze zaak’.

Terwijl de maffia veel tradities al ruim 160 jaar in stand houdt, is de organisatie ook verbazingwekkend flexibel en veerkrachtig. In 1926 verklaarde Benito Mussolini de oorlog aan de maffia. Op 1 januari 1926 belegerden politie en carabinieri het stadje Gangi en arresteerden in totaal ruim 400 man. Er volgden moeilijke jaren voor de maffia, ook omdat ze hun vertrouwde politieke contacten kwijt waren. Het leverde de organisatie na de dood van Mussolini goodwill op, omdat ze – onbedoeld – ineens aan de goede kant van de geschiedenis waren beland. Later is de mythe ontstaan dat de maffia de geallieerden zou hebben geholpen bij de invasie van Sicilië in 1943. Daar is geen bewijs voor. Bovendien namen de geallieerden geheimhouding rond hun invasieplannen altijd zeer serieus en het is onwaarschijnlijk dat ze een notoir onbetrouwbare misdaadorganisatie daarbij betrokken zouden hebben.

Doorbraak voor justitie

Na de oorlog kon de maffia weer betrekkelijk ongestoord zijn gang gaan. Wel verschoof door interne machtsstrijd het zwaartepunt van Palermo aan de kust naar Corleone in het binnenland. Dat is inderdaad het stadje waar Mario Puzo, de auteur van The Godfather, zijn fictieve maffiabaas don Vito Corleone vandaan laat komen. Het was een toevalstreffer van Puzo: Life imitates art.

De maffia blaast een auto op.
Giovanni Falcone weet 342 maffiosi achter de tralies te krijgen. In 1992 blaast de maffia de auto op waarin hij met zijn vrouw zit.

De Corleonesi probeerden vanaf de jaren zeventig de gehele maffia in hun greep te krijgen. Tussen 1981 en 1983 woedde er een bloedige oorlog, die bekendstaat als de mattanza – genoemd naar een vistechniek waarbij vissers netten met tonijnen naar de oppervlakte halen en ze dan doodslaan, waarbij het water rood kleurt van het bloed. In twee jaar tijd werden zo’n 1000 tegenstanders van de Corleonesi doodgeschoten. Het was in twee opzichten een keerpunt voor de maffia. De interne slachting verzwakte de organisatie, waarna vooral de ‘ndranghetaeensterkere positie kon innemen op de drugsmarkt. En veel maffiosi die voor hun leven vreesden verbraken de omertàen gingen met justitie praten.

De belangrijkste was de eerdergenoemde Tommaso Buscetta. Hij had in de slachting twee zonen, een broer, een neef, een zwager en een schoonzoon verloren. Hij besloot te gaan praten met onderzoeksrechter Giovanni Falcone. Dat was een enorme doorbraak, omdat het voor het eerst was dat een hoge maffiabaas vertelde over hoe de maffia werkelijk in elkaar zat. Hoe de machtsverhoudingen lagen, wie opdracht had gegeven voor welke moorden.

Italië als voorbeeld

Nederlandse politici hebben grote belangstelling voor de Italiaanse aanpak van misdaad. Het gaat dan vooral om het afpakken van geld en andere bezittingen zonder voorafgaande strafrechtelijke veroordeling. Daarnaast kunnen maffiosi in volledige isolatie worden opgesloten, zodat ze vanuit de gevangenis geen leiding meer kunnen geven aan criminele activiteiten. Dat is een omstreden maatregel, omdat levenslange eenzame opsluiting een vrijwel ondraaglijke straf is. De vraag is of Nederland de Italiaanse aanpak nodig heeft. Ondanks alle retoriek over ‘ondermijning’ heeft de onderwereld de Nederlandse politiek en staat niet in zijn greep, zoals wel in (delen van) Italië. Bovendien is het maar de vraag hoe succesvol politie en justitie in Italië eigenlijk zijn: na ruim 160 jaar is de maffia bepaald nog niet uitgeschakeld.

Het leidde tot een megaproces, waarbij op 16 december 1987 de rechter 342 maffiosi veroordeelde tot 2665 jaar gevangenisstraf. Veel maffiosi en hun politieke vrienden hadden steeds volgehouden dat de maffia eigenlijk niet bestond of dat de macht ervan zwaar overdreven werd. Het overweldigende bewijs dat Falcone produceerde maakte een eind aan het sprookje van de maffia als Siciliaanse folklore. De maffia had connecties tot op het allerhoogste niveau, zelfs met ex-premiers als Giulio Andreottti en Silvio Berlusconi.

Falcone en zijn vrouw werden op 23 mei 1992 opgeblazen door de maffia. Zijn vriend en collega-rechter Paolo Borsellino werd twee maanden later vermoord. Die brute aanslagen maakten een enorme publieke verontwaardiging los, ook onder veel Sicilianen die de terreur van de maffia zat waren. De maffia is sindsdien veel minder gewelddadig geworden.

Of dat ook betekent dat de organisatie minder machtig is geworden is onduidelijk. Begin november 2022 veroordeelde een rechtbank op Sicilië 91 beklaagden tot ruim 600 jaar gevangenisstraf wegens fraude met Europese subsidie. Er werd voor 4 miljoen euro aan bezittingen in beslag genomen. ‘Zware klap voor maffia die sjoemelde met EU-subsidie,’ kopte NRC. In zekere zin is dat waar: 91 man achter de tralies is niet niks. Aan de andere kant is dit het zoveelste megaproces: er komen blijkbaar steeds weer nieuwe maffiosi bij.

Toen de EU eind vorige eeuw haar Agenda 2000 presenteerde, kreeg Sicilië 7,586 miljard euro toegekend. De politie hoorde toen via een telefoontap twee maffiosi met elkaar praten: ‘Ze adviseren iedereen om geen herrie te maken en geen aandacht te trekken omdat we die hele Agenda 2000 in handen moeten krijgen.’ Dan is een kwarteeuw jaar later 4 miljoen euro afpakken niet echt ‘een zware klap’. Toch lijk het erop dat de maffia nog lang niet is verslagen, ze zijn alleen van tactiek veranderd.

Meer weten:

  • Cosa Nostra (2007) door John Dickie behandelt de geschiedenis van de Siciliaanse mafia.
  • Excellente kadavers (1995) door Alexander Stille plaatst de mafia in een politiek en cultureel kader.
  • Origins of the Sicilian Mafia (2017) door Arcangelo Dimico e.a. in: Journal of Economic History, online.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 1 - 2023