Home Dossiers Christendom De twaalf apostelen: hebben ze eigenlijk wel bestaan?

De twaalf apostelen: hebben ze eigenlijk wel bestaan?

  • Gepubliceerd op: 24 november 2016
  • Laatste update 07 feb 2023
  • Auteur:
    Afke van der Toolen
  • 9 minuten leestijd
Jezus met zijn apostelen
Cover van
Dossier Christendom Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Jezus deelde lief en leed met twaalf mannen, zijn apostelen. Na zijn dood verspreidden ze zijn leer. Wie waren deze bijna mythische figuren?

Sommige apostelen duiken nog weleens op. Vooral Petrus, de bewaker van de hemelpoort, die regelmatig in cartoonvorm de een of andere net gestorven beroemdheid opwacht. En Judas natuurlijk, het etiket voor eenieder die zijn medemens laaghartig verraadt. Maar de anderen zijn voor de meeste Nederlanders in de vergetelheid weggezakt. Bij wie gaat er een belletje rinkelen als het over Filippus gaat, of Bartelomeüs?

Wie is de ware Judas?

Toch zijn ze met z’n allen samen nog steeds een begrip: de twaalf apostelen. De mannen die volgens het Nieuwe Testament het dichtst bij Jezus stonden, en die hij er uiteindelijk op uit stuurde om zijn leer te verkondigen – de ‘gezondenen’. Maar wie waren ze precies? En trouwens, hebben ze wel echt bestaan?

Meer lezen over de geschiedenis van het christendom? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Je zou zeggen: pak de Bijbel erbij, dan vind je op de eerste vraag wel een antwoord. Maar het ligt ingewikkelder. Want zelfs de vier evangelies zijn het niet eens over de precieze identiteit van de twaalf. Niet verwonderlijk, als je bedenkt dat die pas lang na de gebeurtenissen die ze beschrijven zijn opgetekend. Neem alleen al het allereerste, het evangelie van Marcus: dat ontstond pas zo’n dertig à veertig jaar na Jezus’ dood.

Lastig is ook dat de evangelies inhoudelijk van elkaar afwijken. Het verraad van Judas bijvoorbeeld wordt vier keer op een andere manier opgedist. Met als gevolg dat de Judas van Marcus een heel andere persoonlijkheid heeft dan die van Lucas. Wie is dan de ware?

Volgens de bronnen heeft Jezus als historisch persoon zeker bestaan

En het wordt nog schimmiger met de vraag of de apostelen eigenlijk wel echt hebben bestaan. Het is zelfs niet zeker of de evangelisten, die over hen vertellen, echt hebben bestaan. De vier evangelies werden namelijk pas in de tweede eeuw aan respectievelijk Marcus, Lucas, Matteüs en Johannes toegeschreven. In feite zijn ze gebaseerd op verhalen die in de vroegste christelijke gemeenschappen rondgingen. Die verhalen leefden, werden doorgegeven, ondergingen kleinere en grotere wijzigingen, en vonden pas hun huidige vorm toen er enige consensus begon te ontstaan over de religieuze boodschap die diende te worden verkondigd.

Geen bewijs voor bestaan apostelen

Dat Jezus zelf is gebaseerd op een historisch persoon is vrij onomstreden, omdat ook niet-christelijke bronnen hem vermelden. Maar zo’n bewijs ontbreekt bij de apostelen. Wel zijn er buiten de vier evangelies een aantal losse verhalen overgeleverd, via de kerkvaders bijvoorbeeld, maar die teksten vinden ook weer hun wortels in de vroegchristelijke verteltraditie. En ook de zogeheten apocriefe werken – boeken over Jezus en zijn entourage die uiteindelijk de bijbelse canon niet haalden – werden door christenen geschreven.

De evangelieën

De Bijbel bestaat uit twee delen: het Oude en het Nieuwe Testament. Het Nieuwe Testament gaat over het leven en de leer van Jezus en bestaat uit 27 boeken. De eerste vier daarvan, de evangeliën, zijn toegeschreven aan Marcus, Lucas, Matteüs en Johannes.

Wat weten we wel? Dat het aannemelijk is dat Jezus een aantal trouwe volgelingen had. Maar verder zullen we het moeten doen met de personages die hun tijdgenoten en latere generaties van de apostelen hebben gemaakt.

1 De reiziger: Andreas

In het Nieuwe Testament is Andreas een visser, net als zijn broer Petrus. De vroegste kerkvaders wisten te vertellen dat hij na Jezus’ dood door onder meer Griekenland, Macedonië en zelfs Georgië trok, om diens leer verder te verspreiden. Hij zou in Griekenland aan een X-vormig kruis – vandaar: andreaskruis – zijn terechtgesteld; volgens de legende omdat hij de vrouw van een Griekse stadhouder had overgehaald om alle seks af te zweren. Het hoofd van de oosters-orthodoxe kerken wordt beschouwd als zijn opvolger, net zoals de paus in Rome als de opvolger van Petrus geldt.

2 De edelman: Bartelomeüs

Bartelomeüs, oftewel Bar Tolmai, wordt maar vier keer in het Nieuwe Testament genoemd, en toch zijn er over hem verhalen te over. Hij is zelfs de enige apostel van wie vanuit de vroegchristelijke tijd een uitgebreide beschrijving is overgeleverd: zwart krullend haar, blanke huid, grote ogen, rechte neus en middelgroot postuur. Zijn naam bracht de eerste kerkvaders tot de wildste speculaties: Hiëronymus zag hem als hoog-adellijk omdat in het Oude Testament ene koning Talmai wordt opgevoerd; anderen brachten zijn naam zelfs in verband met Ptolemaeus en diens Egyptische koningshuis. Bartelomeüs zou op missie in Armenië zijn gedood en gevild.

3 De boekhouder: Filippus

Toen Jezus zich afvroeg hoeveel het zou kosten om brood te kopen voor vijfduizend mensen, was het Filippus die met het antwoord kwam: een heel jaarloon. Veel meer vertelt het Nieuwe Testament niet. Volgens de latere overlevering ging hij preken in streken rond de Zwarte Zee, waar nogal wat legenden over hem zijn ontstaan: hij riep draken op en deed aan slangenbezwering. Naar verluidt stierf hij – net als veel van zijn collega’s – aan het kruis, alleen was dat in zijn geval T-vormig.

Filippus was een van de apostelen
Filippus was een van de apostelen.

4 De vermeende broer: Jakobus van Alfeüs

Deze Jakobus is een schimmige figuur die in het Nieuwe Testament alleen maar in de apostellijsten wordt genoemd. Het Concilie van Trente (1545-1563) identificeerde hem als Jakobus de Rechtvaardige, een broer van Jezus, maar die beslissing is zelfs binnen de rooms-katholieke kerk controversieel, omdat er geen enkel bewijs voor is.

5 De prominent: Jakobus van Zebedeüs

De tweede Jakobus, ook wel ‘de Meerdere’ genoemd, was in het Nieuwe Testament een broer van collega-apostel Johannes, en een prominente apostel. Zijn naam is voorgoed verbonden met het wereldberoemde bedevaartsoord Santiago de Compostela, dat beweert zijn stoffelijk overschot te bezitten. De dode apostel zou door twee volgelingen in een stuurloze boot zijn gelegd, die uiteindelijk op de plek van het huidige Santiago strandde.

Begin pelgrimsoord: Jakobus strandde met zijn boot bij Santiago de Compostela

In de Middeleeuwen werd deze claim te vuur en te zwaard bestreden door de concurrerende kerkprovincie Toledo, die zich niet neerlegde bij de hogere status die Santiago zich op basis van die legende aanmat. Pelgrims die de weg naar het heiligdom liepen – de Camino de Santiago – tooiden zich traditioneel met de jakobsschelp, in feite een tweekleppig weekdier (Pecten jacobaeus) uit de Middellandse Zee.

6 De verrader: Judas Iskariot

De plek waar Judas Iskariot volgens de overlevering woonde spreekt boekdelen. Hakeldama, ‘Bloedakker’, een veld in het Hinnom-dal dat al sinds oudsher in een kwade reuk stond, omdat het een stortplaats was waar onreine dingen werden verbrand. Het Oude Testament noemt het dal als pre-Israëlitische kinderofferplaats, het Nieuwe Testament associeert het rechtstreeks met de hel. De verrader van Jezus kwam er ook aan zijn einde.

Volgens de ene evangelist pleegde Judas uit wroeging zelfmoord, volgens een andere viel hij neer terwijl zijn lichaam openbarstte. De vroegchristelijke bisschop Papias schreef daarover: ‘Men zegt dat zijn oogleden zo opzwollen dat hij geen enkel licht meer waarnam. Zijn genitaliën waren sterker vergroot en afzichtelijker dan zijn overige misvormingen, terwijl bloed en wormen overal uit zijn lichaam stroomden, in zichzelf al onontkoombaar schade aanrichtend.’

Judas Iskariot werd volgens het Nieuwe Testament na het verraad weggestuurd en opgevolgd door Mattias, die de loterij om de opengevallen plaats won.

7 De vertrouweling: Johannes

Johannes, broer en visserscollega van Jakobus de Meerdere, behoorde tot de inner circle van Jezus. In het Nieuwe Testament troost hij in z’n eentje Maria terwijl haar zoon aan het kruis hangt. Hij zou de jongste van de apostelen zijn geweest, en als enige een hoge ouderdom hebben bereikt en in bed zijn gestorven. Lang is geloofd dat deze Johannes ook de schrijver van het evangelie van Johannes was, aangezien zijn naam daarin vreemd genoeg geen enkele keer valt. Hij zou zichzelf uit bescheidenheid niet hebben genoemd. Inmiddels is gebleken dat dit bijbelboek zo’n lange ontstaansgeschiedenis heeft dat één enkele auteur onmogelijk is.

Johannes was een van de apostelen.
Johannes zou de jongste van de apostelen zijn geweest.

8 De onbekende: Judas Taddeüs

De naamgenoot van de verraderlijke Judas Iskariot is een onduidelijke figuur in het Nieuwe Testament. Hij werd wel geïdentificeerd als de broer van Jakobus van Alfeüs, waardoor hij ook een broer van Jezus zelf was, maar daar is geen enkel bewijs voor. Volgens de overlevering is hij in Perzië doodgeslagen, maar in bijbelse en andere geschriften lopen zoveel Judassen en Taddeüssen rond dat niet valt uit te maken wie wie is.

9 De belastinginner: Matteüs

De apostel Matteüs wordt in het Nieuwe Testament opgevoerd als belastinginner, maar speelt geen enkele rol van betekenis. De traditionele gelijkstelling van deze Matteüs met de evangelist Matteüs is een achterhaald idee. Matteüs de evangelist haalde zijn inspiratie namelijk uit het oudere evangelie van Marcus – wat niet nodig zou zijn geweest als hij zelf als apostel de beschreven gebeurtenissen van dichtbij had meegemaakt.

10 De grondlegger: Petrus

De prominentste apostel in het Nieuwe Testament, en een van de eerste navolgers van Jezus, was Petrus. Hij trad ook op als woordvoerder van de apostelen. Desondanks beging hij een nogal grote fout toen hij op een nacht Jezus tot drie keer toe verloochende voor de haan begon te kraaien, nota bene precies zoals die had voorspeld.

Voorganger van de Paus: katholieken zien Petrus als leider van de christenen

De vroegste kerkvaders zagen Petrus als de grondlegger van de kerk van Rome. De rooms-katholieken geloven dat Jezus hem als leider van de christenen aanstelde, en dat Petrus op zijn beurt dat stokje doorgaf aan de pausen die na hem kwamen. Andere kerken wijzen dit af. De rooms-katholieken baseren zich op het bijbelcitaat waarin Jezus Petrus, die toen nog Simon heette, omdoopt: ‘Ik zeg: jij bent Petrus. Op deze rots zal ik mijn kerk bouwen.’ Petra is Grieks voor ‘rots’.

11 Het slachtoffer: Simon

Simon de Zeloot is een van de ondergeschoven kindjes in het Nieuwe Testament: hij wordt genoemd, maar krijgt geen verhaal. In vroeger tijden werd hij wel als neef van Jezus gezien. Na diens dood zou hij in Perzië hebben rondgetrokken, waar hij met een zaag aan stukken is gesneden.

12 De ongelovige: Tomas

Aan deze apostel de eer om in een staande uitdrukking te zijn vereeuwigd: ongelovige Tomas. Dat heeft hij te danken aan het feit dat hij niet direct wilde aannemen dat Jezus uit de dood was opgestaan. Verder speelt hij nauwelijks een rol in het Nieuwe Testament. Wel zijn er een paar apocriefe werken aan hem toegeschreven, zoals het ‘Kindheidsevangelie’, dat de jeugd van Jezus beschrijft. De toekomstige Messias gooit daarin onder andere een vriendje van een dak en wekt vogelfiguurtjes van klei tot leven. Die laatste anekdote komt ook in de Koran voor. Maar apostel Tomas kan niet de auteur zijn, want het Kindheidsevangelie stamt uit de tweede eeuw.

Meer weten:

  • Apostel. Een 21ste-eeuwse zoektocht naar 12 rustplaatsen (2016) van Tom Bissell is een onderhoudend seculier reisverslag in de voetsporen van de apostelen.
  • Paulus (2013) van Fik Meijer beschrijft het leven van de vroegchristelijke missionaris die ‘de dertiende apostel’ wordt genoemd.
  • earlychristianwritings.com biedt een grote verzameling vroegchristelijke werken.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 12 - 2016