In de Oude Calixtuskerk in Groenlo start de bouw van een nieuw museum over de Tachtigjarige Oorlog. Met aangekochte en geleende topstukken wil dat museum zowel een Hollands, regionaal als Spaans perspectief op de Opstand bieden.
In de tentoonstelling zijn straks collectiestukken van het Stadsmuseum Groenlo te zien, waaronder een goedbewaarde Spaanse Morionhelm. Daarnaast leent het nieuwe museum topstukken uit het Koninklijk Huisarchief, Paleis het Loo en het Rijksmuseum. Als het museum in 2025 haar haar deuren opent, zijn er zwaarden, geuzenpenningen en een schilderij van de Slag om Grolle te zien.
Meer historisch nieuws lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
‘De Tachtigjarige Oorlog is vaak een Hollands verhaal,’ vertelt directeur Daphne Maas. ‘Maar de oorlog werd ook uitgevochten in het buitengebied waar we dit museum opzetten. Daar was het pas echt tachtig jaar oorlog; de kanonskogels zijn nog door het dak van deze kerk gevlogen.’ Maas vindt het ook belangrijk dat het museum de Spaanse kant van het verhaal laat zien. Vooral met het oog op huidige oorlogen. ‘We bekijken conflicten vaak met een westerse blik. Maar het is ook goed om te weten waarom de andere partij oorlog voert en wat hun motieven zijn.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Het museum wil verder aansluiten bij de actualiteit door te laten zien dat er in de Tachtigjarige Oorlog veel propaganda en nepnieuws was. Bezoekers moeten daarom als ‘onderzoeksjournalist’ te werk gaan en met een microfoon de museumstukken ‘bevragen’. Zo krijgen ze het verhaal over Kenau Simonsdochter Hasselaer vanuit meerdere invalshoeken te horen, waarna ze zelf kiezen welke versie ze opslaan. Het museumbezoek eindigt aan de redactietafel, waar de microfoon wordt uitgelezen en er op basis daarvan een eigen artikel over de Tachtigjarige Oorlog uitrolt. ‘Dat verhaal zal qua invalshoek verschillen van dat van je medebezoekers. Maar de historische feiten blijven natuurlijk voor iedereen hetzelfde.’
In een tijd van inflatie en afnemend bezoek is het openen van een nieuw museum spannend, vertelt Maas. Maar ze heeft goede hoop, omdat er in de Achterhoek nog geen ‘overkill’ aan musea is. ‘In Groenlo spreken we bovendien van de “Grolse wind”: we zijn hier altijd ambitieus.’