Na een veelgeprezen Hitler-biografie komt Volker Ullrich nu met een boek over het voor Duitsland zo turbulente jaar 1923. Dat de democratische Weimarrepubliek weer opkrabbelde uit de crisis, mag een wonder heten.
Honderd jaar geleden, in 1923, kroop de eerste Duitse republiek door het oog van de naald. In het Rijnland riepen separatisten een eigen, door Frankrijk gesteunde republiek uit; in Saksen en Thüringen deden communisten een greep naar de macht, en in Beieren dacht ene Adolf Hitler dat het mogelijk was om samen met de populaire generaal Ludendorff een staatsgreep te plegen. En daarnaast waren er nog tal van ‘respectabele’ politici, ondernemers en intellectuelen die de parlementaire democratie liever vandaag dan morgen de nek om wilden draaien.
Het was niet alleen het politieke bestel dat dreigde te wankelen, maar ook economisch gezien balanceerde Duitsland op de rand van de afgrond. Het Verdrag van Versailles had Duitsland enorme herstelbetalingen opgelegd en het eindeloze gesteggel over hoe dit allemaal geregeld moest worden leidde ertoe dat een Frans-Belgische troepenmacht begin januari 1923 het Ruhrgebied bezette. Frankrijk en België hoopten zo in hoog tempo binnen te halen waarop ze recht meende te hebben.
Terwijl de Duitse overheid oogluikend toestond dat ultrarechtse types door middel van bomaanslagen de Franse transporten saboteerden, was het officiële beleid dat men ‘passief verzet’ bood. Dit hield in dat ambtenaren en het bedrijfsleven niet zouden meewerken aan het wegvoeren van grondstoffen en goederen. Hierop deporteerden de Fransen duizenden overheidsfunctionarissen en legden veel Duitse arbeiders het werk neer. Om de kosten van dit alles op te vangen liet de Duitse regering ongeremd de geldpers draaien, wat leidde tot een hyperinflatie die uniek was in de geschiedenis. Er was daarvoor al sprake van inflatie, maar terwijl men in november 1922 nog ‘slechts’ 9172 mark voor één Amerikaanse dollar had hoeven neertellen, was dat in december 1922 gestegen tot het astronomische bedrag van 4.200.000.000.000 ofwel 4,2 biljoen mark. In Duitsland 1923 schildert de Duitse historicus Volker Ullrich, die ook een tweedelige biografie van Hitler schreef[evr1] , de politieke, internationale, economische, sociale en culturele ontwikkelingen in dit voor Duitsland zo turbulente jaar. Hij beschrijft niet alleen de catastrofe, maar ook wat er goed ging. Want per slot van rekening overleefde de Weimarrepubliek dit crisisjaar en braken er hierna vijf jaar aan waarin het duidelijk de goede kant op ging. De ondergang van de Weimarrepubliek in 1933 was helemaal niet onvermijdelijk, maar deze geschiedenis van 1923 laat wel duidelijk zien welke risico’s ze liep en hoe onzeker veel Duitsers waren geworden.
Duitsland 1923. Het jaar van de afgrond
Volker Ullrich
558 p. Arbeiderspers, €29,99
Bestel bij Libris