Home Henk Sneevliet: een revolutionaire ruziezoeker

Henk Sneevliet: een revolutionaire ruziezoeker

  • Gepubliceerd op: 21 juni 2021
  • Laatste update 26 sep 2023
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 11 minuten leestijd
Henk Sneevliet: een revolutionaire ruziezoeker

Van Rusland tot China en Nederlands-Indië: overal dook Henk Sneevliet op om de linkse zaak te dienen. Maar overal raakte hij betrokken bij ruzies en conflicten. Zo ook in Nederland, waar zijn revolutionaire splinterpartij steeds meer het karakter van een sekte kreeg.

In de laatste week van juli 1921 kwamen in een traditionele woning in de Straat van de Vreugdevolle Onderneming in Shanghai afgevaardigden bijeen voor wat officieel de boeken in is gegaan als het Eerste Congres van de Chinese Communistische Partij (CCP). Aangezien diezelfde partij honderd jaar later nog steeds aan de macht is, klinkt dit als een buitengewoon belangrijke historische mijlpaal. In werkelijkheid vertegenwoordigden de 13 Chinese afgevaardigden slechts 57 landgenoten die zich in dat immense rijk communist noemden. Ook daarna zou het nog jaren duren eer de CCP iets voorstelde.

Het gebouw waar het congres plaatsvond is tegenwoordig een museum, met als blikvanger een vergadertafel waaromheen wassen beelden van de aanwezigen zitten, die allemaal zeer aandachtig luisteren naar de jonge Mao Zedong. Die staat hier gewichtig te oreren, maar heeft in werkelijkheid toen nauwelijks zijn mond opengedaan. Tussen de Chinese communisten valt een Europeaan in zomerpak op. Het is de Nederlander Henk Sneevliet (1883-1942), die als afgevaardigde van de Komintern, de vanuit Moskou aangestuurde Communistische Internationale, een bemiddelende rol speelt en de ideologische lijn moet bewaken. In China geniet Sneevliet nog altijd faam, maar in Nederland is hij nauwelijks bekend buiten een klein links kringetje – dat hem kritiekloos vereert als gedreven idealist die het opnam tegen zowel Stalin als Hitler.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Onhoudbare positie van Sneevliet

Henk Sneevliet werd op 13 mei 1883 in Rotterdam geboren als zoon van een katholieke sigarenmaker en groeide op in ’s-Hertogenbosch. Het gezin Sneevliet leefde in armoedige omstandigheden en Henks moeder stierf toen hij drie jaar oud was. Met een beurs van de plaatselijke vrijmetselaarsloge was hij in staat om de vijfjarige hbs te doen, maar studeren zat er niet in. Op 17-jarige leeftijd kreeg hij een opleidingsplaats bij de Staatsspoorwegen en in 1902 werd hij lid van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) en de Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel (NVST).

Na zijn opleiding werd hij in 1904 stationsambtenaar in Zwolle, waar hij actief werd in de plaatselijke SDAP-afdeling en zich ook als vakbondsman profileerde. In 1907 werd hij voorzitter van de partijafdeling en werd hij tevens in de gemeenteraad gekozen. Inmiddels was hij lid geworden van het landelijk bestuur van de NVST. In 1909 werd hij ondervoorzitter en tevens bezoldigd bestuurder, zodat hij zijn baan bij de Staatsspoorwegen kon opgeven.

Binnen de SDAP behoorde Sneevliet tot de streng marxistische vleugel die kritiek had op de in haar ogen ‘reformistische’ koers van Pieter Jelles Troelstra en andere partijleiders. Hij kwam in contact met Henriette Roland Holst, een van de belangrijkste marxistische intellectuelen in de partij, maar evenmin als zij ging hij in 1909 mee met de opposanten die de partij verlieten en de Sociaal-Democratische Partij (SDP) oprichtten.

In 1918 vertrekt Sneevliet uit Nederlands-Indië, maar zijn vrouw en tweelingzonen blijven er nog jaren wonen. Val links naar rechts: Pam, Betsy, Pim en Henk.
In 1918 vertrekt Sneevliet uit Nederlands-Indië, maar zijn vrouw en tweelingzonen blijven er nog jaren wonen. Val links naar rechts: Pam, Betsy, Pim en Henk.

Nadat hij begin 1911 voorzitter van de NVST was geworden, kwam hij al snel in conflict met de top van de Nederlandse sociaal-democratie. Zijn vakbond was aangesloten bij het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen (NVV), de vakcentrale die nauwe banden had met de SDAP. Tijdens een internationale staking van zeelieden en transportarbeiders in de zomer van datzelfde jaar pleitte Sneevliet voor steun aan alle stakers, ook als die lid waren van andere vakbonden of ‘ongeorganiseerd’ waren. Maar het NVV en de SDAP kozen een andere koers, waardoor Sneevliets positie binnen de vakbeweging feitelijk onhoudbaar werd en hij zich het jaar daarop gedwongen voelde het voorzitterschap van de NVST neer te leggen.

Radicale koers

Zijn aanvankelijk steile carrière binnen de Nederlandse arbeidersbeweging leek hiermee ten einde. Vervolgens deed hij iets dat veel anderen die hier weinig toekomstperspectief zagen ook deden: hij vertrok in 1913 naar Nederlands-Indië. Hij moest niet alleen voorzien in zijn eigen levensonderhoud, maar ook in dat van een vrouw en twee kinderen. Na een kortstondig eerste huwelijk was Sneevliet in 1909 getrouwd met Betsy Brouwer, die twee jaar later het leven schonk aan de tweeling Pim en Pam. Toen Sneevliet naar Nederlands-Indië vertrok duurde het heel lang voor zijn gezin overkwam.

Lange opmars van de communisten

 De kern van de communistische beweging in China is ontstaan aan het einde van Eerste Wereldoorlog. Op 4 mei 1919 demonstreerden 3000 studenten op het Tiananmen-plein in Beijing tegen het besluit van de vredesconferentie in Versailles om de Duitse handelsposten in China over te dragen aan Japan. Sommige studenten, zoals de latere leiders Zhou Enlai en Deng Xiaoping, gingen naar Parijs en leerden daar het communisme kennen. In Hunan formeerde Mao Zedong een eigen groep. Daarop besloot de Komintern het handjevol verspreide revolutionairen te bundelen.

De CCP moest niet tegen regeringspartij Kwomintang strijden, maar samenwerken en sleutelposities verwerven. Dat ging redelijk, totdat in 1928 een nieuwe regeringsleider aantrad: Tsjang Kai-Sjek. Deze generaal was opgeleid in Moskou, maar had tijdens zijn verblijf een grondige hekel aan het communisme gekregen. Direct na zijn aantreden opende hij de jacht op de Chinese communisten. Zij vluchtten en hergroepeerden zich in de provincie Shaanxi. Van daaruit bestreden zij jarenlang zowel de Kwomintang als de Japanse indringers. Uiteindelijk veroverde het Chinese Rode Leger in 1949 de hoofdstad en riep Mao de Volksrepubliek uit.

Een betrekking bij het Soerabajaasch Handelsblad hield hij niet lang vol, waarna hij aan de slag kon als secretaris van de Handelsvereeniging Semarang, een soort Kamer van Koophandel in deze Javaanse havenstad. Zijn werk voor de koloniale ondernemers liet hem genoeg tijd voor vakbonds- en politieke activiteiten. Zo richtte hij in 1914 de Indische Sociaal-Democratische Vereeniging (ISDV) op, die aanvankelijk bestond uit een dertigtal Nederlandse sociaal-democraten, maar die op aandringen van Sneevliet al snel ging samenwerken met organisaties van Indonesische nationalisten als Insulinde en de Sarekat Islam.

Het conflict tussen ‘revolutionairen’ en ‘reformisten’ dat in Europa de marxistisch georiënteerde arbeidersbeweging verscheurde laaide in Nederlands-Indië ook op, waarbij Sneevliet en de ISDV steeds duidelijker voor de tweede richting kozen. In 1920 zou de ISDV zich omdopen tot Partai Komunis Indonesia (PKI). Maar Sneevliet was toen al vertrokken. Eind 1918 hadden de koloniale autoriteiten hem wegens zijn agitatorische activiteiten op de boot naar Nederland gezet. Betsy en de jongens bleven nog jaren in Indië. Het allesbehalve harmonieuze huwelijk leed onder Sneevliets buitenechtelijke affaires en in 1924 werd de scheiding uitgesproken.

Terug in het vaderland besloot Sneevliet zich in te zetten voor de SDP, waartoe hij inmiddels samen Henriette Roland Holst was toegetreden. In november 1918 doopte de partij zich om tot Communistische Partij in Nederland (CPN). Maar tussen Sneevliet en de CPN-leiders David Wijnkoop en Willem van Ravesteyn boterde het niet, zodat een prominente positie in de partij er niet in zat. Wel bouwde hij al snel goede contacten op met het Nationaal Arbeids Secretariaat (NAS), de in 1893 opgerichte vakcentrale van bonden die een veel radicalere koers voeren dan het sociaal-democratische NVV. Eind 1919 trad Sneevliet in dienst van het NAS en kort daarop speelde hij een belangrijke rol bij een grote staking van transportarbeiders.

Leon Trotski vertaalt een toespraak van Henk Sneevliet in Petrograd, 1920.
Leon Trotski vertaalt een toespraak van Henk Sneevliet in Petrograd, 1920.

Sneevliet is gezaghebbend

In de zomer van 1920 legde hij zijn vakbondswerk tijdelijk neer, om als afgevaardigde van de PKI in Moskou het tweede wereldcongres van de Komintern bij te wonen. Een belangrijk agendapunt was het koloniale vraagstuk, met als twistpunt de vraag of communisten in koloniale landen moesten samenwerken met ‘burgerlijke’ nationalisten die naar onafhankelijkheid streefden, of dat zij volstrekt onafhankelijk dienden te opereren. Dat laatste standpunt werd verdedigd door de Indiase activist Manabendra Nath Roy, terwijl de Russische leider Lenin voor de eerste strategie pleitte. Nadat de kwestie was voorbereid door een commissie waarvan Lenin voorzitter en Sneevliet secretaris was, besloot het congres tot een compromis waarbij de nadruk op samenwerking met nationalistische bewegingen lag.

Sneevliet zat op de lijn van Lenin, en omdat hij de enige Europese communist was met ervaring op dit punt, werd aan zijn standpunt een zeker gezag toegekend. Lenin had veel vertrouwen in de energieke Nederlander, die over behoorlijke oratorische en organisatorische talenten beschikte. Daarom stuurde hij hem in het voorjaar van 1921 namens de Komintern naar China, waar sinds de revolutie van 1911 een burgeroorlog woedde.

Lenin had veel vertrouwen in de energieke Sneevliet

Onder het pseudoniem Maring – door de Chinezen uitgesproken als ‘Ma Lin’ – probeerde hij samen te werken met de nationalisten van Sun Yat-sen en het handjevol voortdurend ruziënde Chinese communisten op één lijn te krijgen. Doordat de Komintern ruime financiële steun bood, lukte het laatste wel, al zou het nog jaren duren eer het ledental van de CCP boven de duizend kwam. Maar van samenwerking met de nationalistische Kwomintang kwam weinig terecht.

Sneevliet is zijn vierde echtgenote allerminst trouw; hij houdt er verschillende minnaressen op na

In Moskou, waar Sneevliet in de zomer van 1922 verslag uitbracht, brokkelde de steun voor zijn tactiek in China af. Dat kwam deels doordat Lenin vanaf de herfst van 1921 steeds zieker werd en lange tijden was uitgeschakeld. Eind 1923 vertrok hij uit China. Na een verblijf van enkele maanden in Moskou keerde Sneevliet in april 1924 in Nederland terug. Hij hertrouwde met de Oekraïense Sima Lowowna Zolkowskaja, die hij in Moskou had leren kennen en die in september 1923 was bevallen van hun dochter Sima. Dit huwelijk strandde reeds in 1928 en zes jaar later vertrokken beide Sima’s naar de Sovjet-Unie. Ondertussen was Sneevliet voor de vierde maal getrouwd, nu met Mien Draaijer. Ook haar was hij allerminst trouw. Hij hield er verschillende minnaressen op na, onder anderen de jonge Elisabeth Spanjer, die bij hem in huis woonde en op het secretariaat van het NAS werkte.

Sneevliets RSP weet slechts één zetel te bemachtigen in de Tweede Kamer. Verkiezingsposter uit 1933.

Tegen fascisten en stalinisten

Zo kort als zijn huwelijken duurden, zo vaak wisselde Sneevliet ook van politieke organisatie. Kort na zijn terugkomst uit China in 1924 werd hij bezoldigd propagandist en voorzitter van het NAS, dat toen zo’n 14.000 leden had. In het roerige en in deze jaren immer ruziënde wereldje van Nederlandse communisten verschafte dat hem een zekere machtsbasis, aangezien de CPN op dat moment slechts 1500 leden telde. Hoewel Wijnkoop en Van Ravesteyn in 1925 het veld moesten ruimen als CPN-leiders, brak Sneevliet in 1927 met de partij.

Nog steeds vereerd

Het Sneevliet Herdenkingscomité organiseert nog jaarlijks een bijeenkomst op begraafplaats Westerveld bij Driehuis. In kleine kring wordt Sneevliet vereerd als de enige Nederlandse revolutionair met een internationale reputatie, die niet alleen tegen kapitalisme en fascisme streed, maar zich ook in een vroeg stadium tegen het stalinisme keerde. Merkwaardig genoeg is men er in deze kringen ook heel trots op dat hij een van de founding fathers van de Chinese Communistische Partij zou zijn. Bij de crematie van Sneevliets dochter Sima, in 2013, las een lid van het herdenkingscomité glimmend van trots een condoleancetelegram van het Centraal Comité van de CCP voor.

Ook verbrak hij zijn banden met de Komintern en nam hij steeds meer afstand van de Sovjet-Unie. Wel hielp hij eind jaren twintig de inlichtingendienst van het Rode Leger om een spionagenetwerk in Nederland op te zetten. Bij de machtsstrijd die na de dood van Lenin – begin 1924 – manifest was geworden, ging zijn sympathie uit naar Leon Trotski – maar die legde het uiteindelijk af tegen Stalin.

In 1929 richtte Sneevliet met enkele getrouwen uit het NAS de Revolutionair-Socialistische Partij (RSP) op. Deze had vooral aanhang in plaatsen waar het NAS relatief sterk was, maar de partij zou nooit meer dan duizend leden tellen. Ten tijde van de muiterij op het oorlogsschip Zeven Provinciën werd Sneevliet wegens opruiing tot enkele maanden gevangenisstraf veroordeeld. Daarom voerde de RSP bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1933 campagne onder de leuze: ‘Kiest Sneevliet uit de cel in de Kamer!’ Dit leverde de partij één zetel op, zodat Sneevliet inderdaad in het parlement kwam, maar de CPN behaalde vier zetels. Vergeleken met de SDAP (22 zetels) en de inmiddels volledig aan ‘Moskou’ onderhorige communisten stelde het revolutionair-socialistische partijtje van Sneevliet niet veel voor. Ook de fusie – in 1935 – met de Onafhankelijke Socialistische Partij (OSP), die in 1932 was afgesplitst van de SDAP, bracht daar geen verandering in. De nieuwe Revolutionair-Socialistische Arbeiderspartij (RSAP) speelde eveneens een marginale rol. Hoewel de revolutionair-socialisten zich vooral lokaal dapper weerden tegen fascisten én stalinisten, kreeg de Sneevliet-beweging steeds meer het karakter van een sekte, waarin de charismatische leider weinig weerwerk kreeg. Uiteindelijk maakte Sneevliet ook ruzie met Trotski, zodat hij zich niet aansloot bij diens Vierde Internationale. Enorme persoonlijke drama’s waren de zelfmoorden van zijn zoons Pim (1932) en Pam (1937).

Nadat Nederland in 1940 door de Duitsers was bezet vormde Sneevliet de RSAP om tot het Marx-Lenin-Luxemburg-Front (MLL-front), dat zich onder meer richtte op propaganda onder Duitse soldaten. Als leden van de arbeidersklasse zouden zij moeten weigeren nog langer te vechten in deze ‘imperialistische’ oorlog waarin beide kampen niet deugden. Aan dapperheid ontbrak het Sneevliet en de zijnen niet, aan praktische vaardigheden om illegale activiteiten uit te voeren wel. Begin 1942 werd een aantal MLL’ers gearresteerd. Na een showproces werden Sneevliet en zes van zijn kameraden op 13 april van dat jaar in concentratiekamp Amersfoort gefusilleerd.

Meer weten:

  • Henk Sneevliet, revolutionair-socialist in Europa en Azië (1976) door Max Perthus is gedateerd en lichtelijk hagiografisch, maar wel uitvoerig.
  • Finding Allies and Making Revolution (2020) door Tony Saich beschrijft het ontstaan van het Chinese communisme en Sneevliets rol daarin.
  • Alleen in de wind (2007) door Rob Hartmans gaat over het turbulente leven van een van Sneevliets minnaressen.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 7 - 2021