Home Hoe Karl Marx uitgroeide tot denker van de communisten

Hoe Karl Marx uitgroeide tot denker van de communisten

  • Gepubliceerd op: 15 december 2016
  • Laatste update 23 feb 2024
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 8 minuten leestijd
Hoe Karl Marx uitgroeide tot denker van de communisten

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

De Sovjet-Unie was gebaseerd op de denkbeelden van Karl Marx. Maar eigenlijk had Marx niet zo’n samenhangende theorie als zijn communistische aanhangers meenden. Sterker nog: zelf zei hij ooit: ‘Als iets zeker is, dan is het dat ik zelf geen marxist ben.’

De Duitse filosoof en journalist Karl Marx (1818–1883) beschikte over een razendsnelle intelligentie en een mateloze intellectuele nieuwsgierigheid. Hij schreef vlot en was een briljant polemist. Daarnaast bezat hij een immense geldingsdrang, was hij volstrekt allergisch voor kritiek of tegenspraak, en speelde hij bij voorkeur op de man in plaats van op de bal. Tegenstanders die toevallig Joods of Russisch waren kregen onmiddellijk alle denkbare stereotyperende beledigingen over zich heen – terwijl zijn vader een bekeerde Jood was.

Omdat Marx al vroeg radicale ideeën verkondigde, kon hij een academische carrière wel vergeten. In het koninkrijk Pruisen waaide na de napoleontische oorlogen een reactionaire wind. Eind 1842 ging hij voor de oppositionele Rheinische Zeitung werken, maar reeds na een halfjaar werd dit blad verboden. Na zijn huwelijk met Jenny von Westphalen verhuisde hij in 1843 naar Parijs, waar hij in contact kwam met opstandige types uit tal van landen.

In Parijs sloot hij ook vriendschap met Friedrich Engels, met wie hij begin 1848 een brochure schreef die de geschiedenis in zou gaan als Het communistisch manifest. Hierin beschreven ze de ‘klassenstrijd’ tussen de ‘bourgeoisie’ (de kapitaalbezitters) en het ‘proletariaat’ (de arbeiders) als de motor van de geschiedenis. Doordat de bourgeoisie het proletariaat uitbuitte, en de eerste groep steeds kleiner en de tweede steeds groter werd, zou de kapitalistische maatschappij onvermijdelijk ten onder gaan.

Volgens Marx bevochten de bourgeoisie en het proletariaat elkaar

In de revoluties en opstanden die kort daarna in veel Europese landen uitbraken speelde Het communistisch manifest geen enkele rol. Hoewel die revoluties overal onderdrukt werden, bleef Marx overtuigd van de noodzaak van een revolutie. Eind 1848 schreef hij: ‘Er is slechts één manier om de moorddadige doodstrijd van de oude maatschappij in te korten, te vereenvoudigen en te concentreren, en dat is door middel van revolutionaire terreur.’ Hij was ervan overtuigd dat er in 1849 een wereldoorlog zou uitbreken, die zou eindigen in de totale ineenstorting van het kapitalisme.

Dat gebeurde niet, en nadat Marx zich in 1850 in Londen had gevestigd zou hij tot de conclusie komen dat het socialisme ook langs andere wegen te verwezenlijken was. In Engeland kwam hij in aanraking met politiek bewuste en actieve werklieden die zich organiseerden in vakbonden en zo dingen voor elkaar kregen. Langzamerhand bedacht hij dat een vreedzame, geleidelijke overgang naar het socialisme ook mogelijk was.

In 1864 was hij betrokken bij de oprichting van de International Working Men’s Association, beter bekend als de Eerste Internationale, waarvan het eerste bestuur bestond uit 27 Engelse vakbondsactivisten, drie Franse socialisten, twee Italiaanse nationalisten, Marx en nog een Duitser. Omdat de anderen er niet uit kwamen, schreef Marx de statuten van de organisatie plus een ‘Adres aan de arbeidende klassen’, wat overigens niet wilde zeggen dat de Internationale een ‘marxistische’ club was. De vakbondsactivisten en leden van coöperaties die bij de Internationale waren aangesloten streefden lang niet allemaal naar afschaffing van het kapitalisme, en de socialisten die er deel van uitmaakten waren beslist niet allemaal aanhangers van Marx.

Angstwekkende reputatie

Hoewel de Internationale gestaagde groeide – in 1869 werd er ook een Nederlandse afdeling opgericht –, bleef het een kleine en zwakke organisatie. Toch kreeg die spoedig een angstwekkende reputatie. Dit kwam doordat de club werd gezien als het brein achter de Commune van Parijs – de opstand die in het voorjaar van 1871 in de Franse hoofdstad uitbrak na de vernederende nederlaag tegen Duitsland.

De Internationale werd onterecht gezien als het brein achter de Commune van Parijs – de opstand die in het voorjaar van 1871 uitbrak in de Franse hoofdstad

Volgens sommige ‘burgerlijke’ kranten telde de Internationale niet minder dan 2,5 miljoen leden, die blinde gehoorzaamheid waren verschuldigd aan hun leider, Karl Marx, die ook wel werd aangeduid als de ‘Red Terror Doctor’ en de ‘Grootmeester der Internationale’. Hoewel Marx later beweerde dat hij in nauw contact met de leidende communards had gestaan, had hij zich in werkelijkheid vrijwel geheel afzijdig gehouden en had vrijwel niemand van de Parijse opstandelingen ooit van hem of de Internationale gehoord.

Binnen de Internationale stelde Marx zich steeds autoritairder op, en zijn strijd tegen afwijkende opvattingen van het socialisme resulteerde op het Haagse congres van 1872 in het royement van de Russische anarchist Michail Bakoenin en diens aanhangers. De Internationale kwam deze scheuring niet meer te boven en werd in 1876 opgeheven.

Das Kapital

Ondertussen had Marx stug doorgewerkt aan wat hij zag als zijn grote taak: op wetenschappelijke wijze aantonen dat het kapitalisme zichzelf ten grave zou dragen. In 1867 was het eerste deel van Das Kapital verschenen. Het was een buitengewoon ambitieus, maar ook abstract en wijdlopig werk, dat lange tijd nauwelijks werd opgemerkt. Wel bevatte het aangrijpende passages over de mensonterende arbeidsomstandigheden in het kapitalistische Engeland van die dagen, maar als economische studie vertoonde het ernstige tekortkomingen. Zo beweerde hij dat de kapitalistische productiewijze steeds minder winstgevend zou worden – wat niet klopte.

De daadwerkelijke ontwikkeling van de economie ging een andere kant op, zodat het steeds moeilijker werd de feiten in zijn schema’s passen. De empirische onderbouwing van zijn theorie zou plaatsvinden in deel 2 en 3, maar daar kwam Marx zelf niet meer aan toe.

In feite is het ‘marxisme’ zoals wij dat kennen in hoge mate het werk van Engels

De twee vervolgdelen verschenen pas na zijn dood en werden voor publicatie gereedgemaakt door Engels, die voor deel 3 slechts kon beschikken over fragmentarische aantekeningen. In feite is het ‘marxisme’ zoals wij dat kennen in hoge mate het werk van Engels. Marx zelf was vrij huiverig voor een al te grote systematisering van zijn denkbeelden. Hij was in de eerste plaats een criticus en journalist, die zijn ideeën overal vandaan haalde en reageerde op wat er gebeurde. En tegen het eind van zijn leven zei hij: ‘Als iets zeker is, dan is het dat ik zelf geen marxist ben.’

Wetenschappelijk socialisme

Het was Engels die, door sommige ideeën van Marx aan te lengen met een sterk gevulgariseerde variant van Darwins evolutietheorie, het zogenoemde ‘marxisme’ presenteerde als ‘wetenschappelijk socialisme’. Uit de immense schriftelijke nalatenschap van Marx bleek duidelijk dat hij geen coherente, alomvattende theorie had ontwikkeld. Hij dacht de ene keer dat een revolutie noodzakelijk was, terwijl hij de andere keer geloofde in een geleidelijke ontwikkeling.

Toen hij zich ging verdiepen in de ontwikkelingen in Rusland, bedacht hij ineens dat het in dit ‘achterlijke’ land zelfs mogelijk zou zijn om de hele kapitalistische fase over te slaan en in één keer van een feodale, agrarische maatschappij naar de klasseloze samenleving te springen. Hoewel dit geloof in het revolutionaire potentieel van Rusland de communisten eigenlijk heel goed van pas had kunnen komen, kozen zij ervoor om vast te houden aan het rigide ontwikkelingsschema dat dankzij Engels werd beschouwd als het orthodoxe marxisme. Om die reden bleven ze beweren dat de ‘Oktoberrevolutie’ het werk van het proletariaat was geweest, terwijl dat in het overwegend agrarische Rusland toen nog nauwelijks iets voorstelde.

Rusland kon in één keer overgaan naar een klasseloze maatschappij

Na Marx’ dood werden zijn ideeën vooral heel invloedrijk doordat de grootste socialistische partij ter wereld, de Duitse SPD, het door Engels en Karl Kautsky gecanoniseerde ‘marxisme’ tot officiële ideologie verhief. Het programma van Erfurt uit 1891, dat ook werd overgenomen door de Nederlandse SDAP, bestond uit twee delen, waarvan het eerste een samenvatting van de marxistische theorie was. Het tweede bevatte tal van politieke eisen die gericht waren op een democratisering van het Duitse keizerrijk en het invoeren van sociale hervormingen.

Beide delen hadden eigenlijk niets met elkaar te maken, en in de internationale socialistische beweging zou er voortdurend gestreden worden tussen de ‘orthodoxen’ die vasthielden aan de theorie, en de ‘reformisten’ die praktische hervormingen wilden. Uit de eerste groep ontstonden de communistische partijen, terwijl de anderen zich sociaal-democraten bleven noemen.

Vanaf ongeveer 1900 werd duidelijk dat de marxistische theorie steeds minder spoorde met de werkelijkheid, en in Nederland namen de sociaal-democraten in 1937 officieel afstand van deze ideologie. Als Hitler in 1933 niet aan de macht was gekomen, zou de SPD dat waarschijnlijk ook toen al hebben gedaan, maar ze deed dat uiteindelijk in 1959. Wie zich wel trots ‘marxisten’ bleven noemen, waren de communisten. Zonder hun overwinning in 1917 zou Marx grotendeels zijn vergeten.

Friedrich Engels

Friedrich Engels (1820-1895) was de zoon van een rijke Duitse textielfabrikant die in het familiebedrijf ging werken, maar tevens een grote intellectuele belangstelling had. Bovendien was hij erg begaan met het lot van de fabrieksarbeiders, die in ellendige omstandigheden leefden. Dat resulteerde in 1845 in het boek Die Lage der arbeitenden Klasse in England. Hij woonde samen met de Ierse arbeidster Lizzy Burns, met wie hij een dag voor haar dood in 1878 trouwde.

Hij was niet alleen de trouwe vriend, intellectuele sparringpartner en strijdmakker van Marx, maar steunde diens gezin ook financieel. Al tijdens Marx’ leven systematiseerde hij diens ideeën, bijvoorbeeld in Die Entwicklung des Sozialismus von der Utopie zur Wissenschaft, maar vooral na diens dood werd hij de hoeder van de marxistische graal.

Meer weten

  • Karl Marx: grootheid en illusie (2016) van Gareth Stedman Jones laat zien hoe weinig Marx’ ideeën te maken hadden met het latere marxisme.
  • Karl Marx: a Nineteenth Century Life van Jonathan Sperber (2013).
  • Geschiedenis van het marxisme (1980) van Leszek Kolakowski is onmisbaar om zijn denken te begrijpen.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 1 - 2017