Na zijn troonsbestijging in 1740 viel Frederik de Grote van Pruisen onbesuisd andere landen binnen. Zijn vijanden Oostenrijk en Rusland verenigden zich en hadden hem bijna op de knieën. Maar toen vond er een mirakel plaats.
Meer dan tweeënhalve eeuw werd de Europese politiek gedomineerd door de machtsstrijd tussen de Franse koningshuizen – eerst de Valois, later de Bourbons – en de Oostenrijkse Habsburgers. Meer dan tweeënhalve eeuw kozen de meeste andere Europese vorsten partij voor een van beide kampen. Zo stond vanaf de late zeventiende eeuw Engeland steevast aan de zijde van Oostenrijk, en Pruisen aan de kant van Frankrijk.
Maar in 1756 verruilden alle vier van kamp: de fameuze Renversement des Alliances. Frankrijk en Oostenrijk vonden elkaar en verenigden zich tegen Engeland en Pruisen, die elkaar voortaan eveneens steunden. Nu stonden de twee belangrijkste protestantse tegenover de twee belangrijkste katholieke grootmachten. Rusland koos de kant van Wenen en Parijs. In plaats van de oude geografische diagonalen was het nu noord tegenover zuid.
De hoofdoorzaak voor deze frontwisseling was de snelle opkomst van Pruisen. De in 1740 aangetreden koning Frederik II – al spoedig ‘de Grote’ bijgenaamd – wist zijn kleine land dankzij een disproportioneel groot leger het selectieve gezelschap van Europese grootmachten in te katapulteren. Kort na zijn aantreden viel hij Silezië binnen, de rijkste provincie van Oostenrijk. Gewoon omdat het kon. Zijn juristen moesten er later maar wat mooie historische rechtsgronden bij zoeken, waarom hij het ook ‘mocht’. Dat het nu kon, was voor hem belangrijker.
En het kon, omdat Oostenrijk net zeer kwetsbaar was. Daar had in 1740 eveneens een troonswisseling plaatsgevonden. Keizer Karel VI was bij gebrek aan zonen opgevolgd door zijn dochter Maria Theresia. Zijn hele regeerperiode was hij bezig geweest om de zogeheten Pragmatieke Sanctie (1713) internationaal erkend te krijgen, die de ongestoorde opvolging in de vrouwelijke lijn moest garanderen en zo moest voorkomen dat de Habsburgse huismacht na zijn dood uit elkaar zou vallen. Ook Frederiks vader had die in 1728 erkend – maar Frederik trok zich daar dus niets van aan, en zijn overval op Silezië luidde zo de Oostenrijkse Successieoorlog in.

Bij de Vrede van Aken wist Pruisen in 1748 Silezië te behouden en daarmee zijn kersverse status als grootmacht. Maar Wenen weigerde zich daarbij neer te leggen. Maria Theresia wilde Silezië, dat haar door ‘der böse Mann in Berlin’ met geweld was ontstolen, terugkrijgen. De oude erfvijandschap met Frankrijk moest daarvoor wijken: met Franse steun hoopte de Oostenrijkse kanselier Wenzel Anton von Kaunitz Pruisen alsnog op de knieën te dwingen.
Parijs stond open voor toenadering. De vele expansieoorlogen van Lodewijk XIV hadden Frankrijk financieel geruïneerd, zodat voor diens opvolger Lodewijk XV een vreedzame koers geboden was. Bovendien vormde Engeland inmiddels een grotere bedreiging dan Oostenrijk, vooral op koloniaal gebied. Daarom ging Lodewijks oppermaîtresse Madame de Pompadour in op Kaunitz’ avances. Zo kwam het op 1 mei 1756 tot een verdrag tussen Wenen en Parijs, in antwoord op een verbond tussen Engeland en Pruisen vier maanden eerder. Beide pacten waren vooral defensief bedoeld, maar werden door het andere koppel offensief geïnterpreteerd.

Persoonlijke haat
Nu was het Frederik die nerveus werd, met alleen Engeland als bondgenoot ver weg overzee. Beide continentale grootmachten tezamen tegenover hem, en dan ook nog eens met Rusland verenigd: dat was reden tot grote zorg. Frederik, die het gezien zijn eigen seksuele oriëntatie toch al niet zo op dames had, zag zich nu door drie machtige vrouwen belaagd: keizerin Maria Theresia, tsarina Elisabeth en Madame de Pompadour. Die waren bovendien alle drie met persoonlijke haat jegens hem behept, waaraan Frederik met eigen vrouwvijandig gedrag het nodige had bijgedragen. De eerste had hij beroofd, de tweede voor hoer uitgescholden en ook de derde had hij met onvriendelijke epitheta bestookt.
Frederik werd door drie machtige vrouwen belaagd
Toen het Frans-Oostenrijkse pact bekend werd, besloot Frederik het zekere voor het onzekere te nemen. Op 29 augustus 1756 marcheerde hij onverhoeds het vredige Saksen binnen, dat vanouds nauw met Oostenrijk was verbonden. Daarmee begon in Europa de Zevenjarige Oorlog. Zijn tegenstanders wilden hem nu voor altijd uitschakelen door niets minder dan de complete opdeling van Pruisen, waarbij alleen het kerngebied Brandenburg als ministaat aan Frederik zou worden gelaten.
‘Eerste wereldoorlog’
De Zevenjarige Oorlog werd niet alleen in Europa uitgevochten. De koloniale tegenstelling tussen Frankrijk en Engeland mondde in dezelfde jaren uit in wat wel als de ‘eerste wereldoorlog’ wordt beschouwd, omdat de militaire strijd tussen deze Europese grootmachten zich vooral in Amerika en Azië afspeelde. Terwijl het Pruisisch-Oostenrijkse conflict na zeven jaar in een patstelling eindigde en de staatkundige status quo bevestigd werd, dolf Parijs in het Frans-Britse conflict volledig het onderspit. Het moest bij de vrede het grootste deel van zijn overzeese bezittingen afstaan. De totale teloorgang van de Franse koloniale macht in Canada en India zou de basis leggen voor het Britse wereldrijk.

Met hun verenigde legers kregen Elisabeth en Maria Theresia na een paar jaar oorlog Frederik nagenoeg op de knieën. Zelden was het militaire overwicht van één kamp getalsmatig zo groot. Op Londen kon Berlijn niet meer rekenen; de Britten hadden inmiddels buiten Europa hun doelen bereikt en wilden dus vrede in Europa zelf. Zij waren bereid daarvoor Frederik op te offeren. Internationaal geïsoleerd en met meer dan een derde van zijn territorium door de vijand bezet, was zijn totale ondergang nabij.
En toen, toen de Pruisische koning in uiterste nood verkeerde, in de allereerste dagen van 1762, vond het ‘Mirakel van het Huis Brandenburg’ plaats. Tsarina Elisabeth, sinds enkele jaren door steeds ernstiger epileptische aanvallen geplaagd, overleed. Ze werd opgevolgd door haar 33-jarige neef, hertog Karl Peter Ulrich van Holstein, die als Peter III de Russische troon besteeg. Hij was Frederiks redding.

De nieuwe tsaar was een zeer onevenwichtige en wispelturige ziel. Al sinds zijn kindertijd een idolaat bewonderaar van Pruisen en zijn koning, probeerde hij die in alles na te apen. Afgaande op zijn eveneens Duitse echtgenote Sophie Auguste Friederike von Anhalt-Zerbst – later bekend als Catharina de Grote – speelde Peter nog in het echtelijk bed met tinnen soldaatjes. In zijn buitenverblijf beheerde hij als troonopvolger een klein fort met een echt garnizoen van 5000 man; hij kon er uren zoet zijn met manoeuvres en drillen. Tegenover een minnaar van Catharina bekende hij eens dat hij het liefst als officier bij Frederik in dienst zou treden. Hoewel zijn eigen Rusland in oorlog met Pruisen was, maakte niets hem als kroonprins gelukkiger dan in de Berliner Zeitung berichten over zeges van Frederik te lezen.
In het echtelijk bed speelde Peter met tinnen soldaatjes
Aan de Russische taal en cultuur had Peter zelfs een hekel. In een primitieve poging het vrijdenkerige gedrag van Frederik te imiteren, bezondigde hij zich tijdens kerkelijke ceremonies aan practical jokes en dreef hij de spot met de riten van de Russisch-orthodoxe kerk, waartoe hij zich omwille van de troon had moeten bekeren. De hele iconencultus betitelde hij tegenover een verbijsterde metropoliet van Moskou eens als bijgelovige flauwekul. In zijn hart bleef hij lutheraan; het liefst zou hij de Russisch-orthodoxe kerk in protestantse zin hebben hervormd en de bebaarde popes in baardloze predikanten hebben getransformeerd. Zelf was hij ook liever koning van Zweden geworden, maar dat aanbod vanuit Stockholm, kort na zijn overkomst naar Rusland, had hij op bevel van Elisabeth moeten afslaan.
‘De koning, mijn meester’
Peters tomeloze bewondering voor Pruisen en zijn koning had al snel fatale gevolgen voor de anti-Pruisische coalitie. Al drie dagen na zijn aantreden liet Peter de Britten weten dat hij zijn leger de opdracht had gegeven niet nog verder tegen Pruisen op te rukken. Hij wilde vrede met Frederik en trok zijn troepen terug.
Nog in de nacht van Elisabeths overlijden had Peter al een ijlbode naar Frederik gestuurd om hem zijn genegenheid te betuigen. Als blijk daarvan liet hij meteen alle Pruisische krijgsgevangenen vrij. De Russische gezant die ruim een maand later Peters voorstel om vrede te sluiten aan Frederik overbracht, werd door de koning verwelkomd als ‘een instrument van de Voorzienigheid om mijn gelukkige band met Uw geliefde en bewonderenswaardige keizer te verstevigen. Ik kijk naar U zoals Noach keek naar de duif die hem in de ark de olijftak bracht.’ Slechts één nederig verzoek had Peter kort daarop in retour: of hij misschien ook de Pruisische Orde van de Zwarte Adelaar kon krijgen? Frederik wist niet hoe snel hij die kon meegeven, vergezeld van uitbundige loftuitingen aan het adres van de grootste tsaar aller tijden.

In Petersburg raadpleegde Peter voortaan voor bijna elke beslissing de nieuwe Pruisische gezant Wilhelm Bernhard von der Goltz, die daardoor in feite enige maanden als Russische minister van Buitenlandse Zaken fungeerde. Peter vroeg via hem aan Frederik ‘met spoed’ hoe de vrede eruit moest zien. Pas nadat hij diens voorwaarden ontvangen en zonder mankeren aanvaard had, werd de eigen Russische grootkanselier daarover ingelicht. De tsaar deed geen stap meer zonder Frederik te consulteren en verschafte hem zelfs belangrijke politieke informatie die hij zijn eigen ministers onthield.
Herhaaldelijk betitelde Peter Frederik zelfs in het openbaar als ‘de koning, mijn meester’. Aan zijn vinger droeg de tsaar een ring met diens medaillonportret, die hij als zijn dierbaarste bezit beschouwde. Op staatsbanketten met de gezanten van Frederiks slachtoffers droeg hij ostentatief de Orde van de Zwarte Adelaar en prees hij de Pruisische koning als onovertroffen militair genie. Diens wil, zo verklaarde Peter, stond voor hem gelijk aan de wil van God, en om zijnentwille was hij dan ook tot alles bereid.
Goltz was vanaf dat moment Peters vaste tafelgast, tegenover wie de tsaar herhaaldelijk zijn maniakale detailkennis van het Pruisische leger etaleerde: zo kende hij van alle regimenten de namen en rangen van de belangrijkste officieren tot vele jaren terug. Verder informeerde Peter de gezant uitvoerig over de meest geheime berichten die hij van eigen en andermans diplomaten ontving, nadat hij de Britten eerder allerlei vertrouwelijke informatie over de eigen onderhandelingen met Oostenrijk had doorgebriefd. De tsaar ging er zelfs publiekelijk prat op alle Russische militaire plannen aan Berlijn te hebben meegedeeld.

Tegelijk stak hij zijn afkeer van Parijs en Wenen niet onder stoelen of banken. De verraden Maria Theresia kreeg te horen dat ze schuldig was aan het voortduren van de oorlog omdat ze zo koppig Silezië bleef terugeisen. Grootmoedig bood Peter zich aan als neutrale bemiddelaar tussen haar en zijn nieuwe vriend Frederik.
Op 5 mei 1762 tekenden Pruisen en Rusland de vrede. De twee eigen bondgenoten Oostenrijk en Frankrijk negeerde Peter daarbij straal. Hij erkende niet alleen Frederiks brute annexatie van Silezië, maar ook alvast die van alle andere territoria die de Pruisische koning nog in de toekomst op Maria Theresia mocht veroveren. Op 19 juni werd die vrede zelfs door een alliantie met Pruisen gevolgd. De tsaar had toen al thuis het Pruisische legerreglement ingevoerd en zijn soldaten in Pruisische uniformen gestoken, om ze tegen Oostenrijk ten strijde te laten trekken teneinde Wenen de genadeklap te geven.
Hoop voor Hitler
Het ‘Mirakel van het Huis Brandenburg’ zou bijna twee eeuwen later een bron van hoop voor Hitler vormen. Hij spiegelde zich als veelvuldig bespotte Gröfaz (‘Größter Feldherr aller Zeiten’) graag aan het militair genie van Frederik de Grote. En ook hij koos internationaal even brutaal voor een politiek van voldongen feiten. De nazi’s trokken een vergelijking tussen de dood van de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt op 12 april 1945 en die van tsarina Elisabeth in 1762. Roosevelts overlijden zou ook ditmaal de redding van Berlijn in uiterste nood brengen, dankzij terugtrekking van de Amerikanen uit de oorlog. Maar de nieuwe president Harry Truman was geen tsaar Peter III: terugtrekking en dus redding van het Derde Rijk bleef uit.

Steeds meer vijanden
Intussen gingen er tussen Petersburg en Berlijn voortdurend complimenten heen en weer. Frederik liet niet na om Peter zijn loyale en eeuwige vriendschap te verzekeren: ‘De natuur heeft mij begiftigd met een gevoelig en dankbaar hart en ik kan niet anders dan diep geraakt zijn door alles wat Uwe Majesteit voor mij heeft gedaan. (…) Als iemand zich zo nobel gedraagt en een geestelijke adeldom toont die in onze tijd zo ongewoon is, dan heeft hij recht op bewondering. En dat is wat Uwe Keizerlijke Majesteit zal vinden. De eerste daden van Uwe Majesteits regering hebben U de gunsten van Uw onderdanen en de zegeningen van de meest weldenkende burgers van Europa opgeleverd.’
Die conclusie was wat voorbarig. In de meer weldenkende hogere kringen van Petersburg werd over de zegeningen van Peters bewind steeds kritischer gedacht. Met zijn openlijke ridiculisering van de Russisch-orthodoxe kerk en verkwanseling van de Russische belangen, door twee belangrijke bondgenoten aan zijn adoratie voor Pruisen op te offeren, maakte hij steeds meer vijanden. Een halfjaar na zijn aantreden kwam het door toedoen van zijn echtgenote Catharina op 9 juli 1762 tot een goed voorbereide coup. Zij volgde hem op en amper een week later werd de gevangen gezette ex-tsaar vermoord.

De enige die van oprecht verdriet over deze hardhandige afloop blijk gaf, was Frederik: ‘Als ik eens een keertje een keizer heb die mij welgezind is, wordt die meteen gewurgd.’ De rest van Europa was vooral opgelucht – ook al zou Catharina de vrede met Pruisen handhaven en zo het ‘Mirakel van het Huis Brandenburg’ duurzaam maken. Het jaar daarop moest Maria Theresia van Oostenrijk de onhaalbaarheid van haar streven erkennen: bij de Vrede van Hubertusburg in 1763 bleef Silezië Pruisisch en Pruisen groot. Maar de Renversement des Alliances werd in 1770 bezegeld door het huwelijk van haar dochter Marie-Antoinette met de kroonprins van Frankrijk. Het verbond zou standhouden tot deze beiden onder de guillotine verdwenen, nadat het nieuwe revolutionaire Frankrijk het hele monarchale Europa de oorlog had verklaard.
Meer weten:
- The Global Seven Years War (2021) door Daniel Baugh over de positie van Engeland en Frankrijk in deze strijd.
- Friedrich der Große, Maria Theresia und das Alte Reich (2006) door Sven Externbrink behandelt de diplomatie tijdens de Zevenjarige Oorlog.
- Das Mirakel des Hauses Brandenburg (1978) door Johannes Kunisch over de politiek en de oorlog.
