Home Dossiers Gouden eeuw De Zonnekoning bracht Frankrijk de nacht

De Zonnekoning bracht Frankrijk de nacht

  • Gepubliceerd op: 29 januari 2013
  • Laatste update 23 okt 2023
  • Auteur:
    Luc Panhuysen
  • 13 minuten leestijd
De Zonnekoning bracht Frankrijk de nacht
Cover van
Dossier Gouden eeuw Bekijk dossier

Zijn uitbundige feesten en zijn grootse paleis maakten de Zonnekoning tot de alleenheerser over de goede smaak. Maar hij wilde zich ook militair laten gelden. Lodewijks ambities brachten Frankrijk aan de rand van de afgrond.

In de zeventiende eeuw waren de nachten nog zwart. Als de maan het liet afweten, was de duisternis zo volkomen dat niemand zonder flambouw zijn huis verliet, al kwamen de meesten niet eens in de verleiding om naar buiten te gaan. De nacht was het domein van de duivel, het rijk van het kwaad.

De L van Lodewijk

Maar niet voor een jonge Franse koning, die in de zomer van 1668 uitgerekend het wolfsuur uitkoos om een groot feest te bouwen. Vuurpotten, fakkels en kroonluchters legden een dromerige gloed over een decor van hoge buxushagen, vijvers en fonteinen, paden en pleinen van fijn grind.

Toen de laatste raket was ontploft en met de duisternis de stilte terugkeerde, zag iedereen een grote letter ‘L’ aan het uitspansel hangen

Lange tafels bogen door onder de last van wildbraad, taarten, wijnen en likeuren. Vanuit het niets kwamen melodieën aangezweefd, en ritmes die de circa honderd bepruikte heren en dames met laag uitgesneden jurken aanspoorden tot een dans door dit zinnenprikkelende landschap.

Ineens hoorden de gasten een aanzwellend gesis: honderden, duizenden vuurpijlen stegen hemelwaarts, om minutenlang in lichtflitsen en vonkenregens uiteen te spatten.Toen de laatste raket was ontploft en met de duisternis de stilte terugkeerde, zag iedereen een grote letter ‘L’ aan het uitspansel hangen.

Het feest werd gegeven rond het paleis van Versailles en de gastheer was Lodewijk XIV (1638-1715). Zijn initiaal in Bengaals vuur drukte precies uit hoe hij wilde dat zijn gasten, maar eigenlijk de hele wereld, naar hem zou kijken: de blik omhoog, mond open van verbazing.

De Zonnekoning

Jaren eerder had hij tijdens een feest in een ballet de rol gedanst van de zon. Het ballet verbeeldde hoe de nacht week door de opkomst van de koning, en hoe de vorst mens en dier de dag ten geschenke gaf. Sindsdien werd Lodewijk ‘de Zonnekoning’ genoemd en deed hij er alles voor om opzien te baren. Hij gaf de beste feesten; in heel Europa werden de boekjes verslonden waarin ze stonden beschreven.

Versailles werd het grootste en hipste paleis ter wereld. Een eeuw later waren vorsten overal in Europa nog bezig imitaties op te trekken. De muziek aan zijn hof, de toneelkunst, bouwstijl, Franse taal – op bijna elk gebied werd Lodewijk door zijn tijdgenoten gezien als de alleenheerser over de goede smaak.

Hij gaf de beste feesten; in heel Europa werden de boekjes verslonden waarin ze stonden beschreven

Maar hij wilde niet alleen culturele suprematie; meer dan alles wilde hij de eerste viool spelen op het politieke vlak. Daarvoor beschikte hij over een leger, uiteraard het grootste en het beste van het continent. Deze ambitie bracht hem in botsing met half Europa.

Meer dan een halve eeuw koning

Weinig koningen zijn langer aan de macht geweest dan Lodewijk. Hij werd 77 jaar oud en zwaaide de scepter van 1661 tot zijn sterfbed in 1714. Langer dan een halve eeuw dus. Zijn macht, zijn pontificale stijl en zijn lange regeerperiode maakten van hem een dominant personage op het wereldtoneel, gedurende een heel tijdperk.

Maar de lange duur van zijn koningschap legde ook zijn zwaktes en blunders bloot. Lodewijk zaaide wind en oogstte storm. De trots en hoogmoed die hij als jongeman tentoonspreidde, bereidden de weg naar de ootmoed en tranen van de tandeloze bejaarde. De dag die hij Frankrijk zou brengen werd een nacht.

Lodewijks geboorte was een feest. Zijn vader en moeder hadden na een huwelijk van twintig jaar nog geen levensvatbaar kind geproduceerd en eigenlijk had iedereen de moed al opgegeven. Zonder troonopvolger dreigden onrust, machtsstrijd en burgeroorlog.

Een geschenk van God

De voorgaande halve eeuw had Frankrijk geleden onder het gebrek aan een gezaghebbende figuur op de troon. Telkens weer hadden edelen elkaar met privélegertjes bestreden, waarbij ze steden aan de vlammen prijsgaven, oogsten verwoestten en burgers en buitenlui opknoopten.

Lodewijk was dermate welkom dat hij een bijnaam kreeg: Dieudonné, het Godsgeschenk

De vrees was dat de ellende opnieuw zou losbarsten zodra Lodewijk XIII de geest zou geven. En toen kwam de baby. Klokken beierden, overal in het land werden Te Deums aangeheven, en op straat vielen wildvreemden elkaar om de hals. Lodewijk was dermate welkom dat hij een bijnaam kreeg: Dieudonné, het Godsgeschenk.

De blije geboorte kon de plaag van burgeroorlog helaas niet voorkomen. Na de dood van Lodewijk XIII in 1643 kregen de Fransen, en ook kleuter Lodewijk, te maken met veldtochten van Franse prinsen tegen Franse prinsen. Een oom van Lodewijk, Louis II van Bourbon, ofwel de prins van Condé, was eerst een medestander, maar liep daarna over naar de andere kant. In Parijs kwam de bevolking in opstand en slingerde stenen naar de lijfwachten van de jonge koning, zijn broertje Philippe, zijn moeder en haar minnaar en eerste minister kardinaal Mazarin. De opstand tegen het koninklijk gezag werd de ‘Fronde’ genoemd – Frans voor ‘slinger’.

Het paleis bij Versailles

Een paar keer moest het gezin in het holst van de nacht uit het rebelse Parijs vluchten voor het onberekenbare plebs. Dankzij Mazarin kon de burgeroorlog worden afgesloten met een stabiele vrede. Lodewijk hield aan deze periode een diepe afkeer over van onzekerheid. Deze jaren legden het fundament voor een groot deel van zijn latere programma als koning. Zijn hof moest zich op veilige afstand van Parijs bevinden, zo besloot hij, én hij zou de adel onderwerpen. Daarom bouwde hij het paleis bij het dorpje Versailles.

Toen Lodewijk in 1668 zijn grote tuinfeest hield, was Versailles eigenlijk nog een bouwput. Pas begin jaren tachtig werd het paleis voltooid, een gigantisch complex dat een onderkomen bood aan zo’n tienduizend mensen: 6000 lakeien, dienstmeiden, tuinmannen, koks en koksmaats, en 4000 hovelingen. Die hovelingen waren zonder uitzondering van adellijken huize. Vooral de mannen waren uiterst trotse, statusgevoelige en prikkelbare lieden en – dat had de koning wel van de burgeroorlog geleerd: hij moest hen boven alles bezighouden.

Aan Versailles kregen deze mannen de handen vol. Het paleis was hiërarchie in gestuukte vorm, met in het centrum de appartementen van de koning, waar alleen de favorieten en de gunstelingen van de dag hun opwachting mochten maken. Zij verdrongen zich om de koning bij het opstaan zijn kousen, hemd, pruik of schoenen te mogen aanreiken. De koerswaarde van een hoveling werd bepaald door zijn nabijheid tot de koning. Lodewijk wist zijn hele hof te doordrenken met het verlangen hogerop te komen in de hindernisbaan van status en gewin.

De luxe levensstijl in het paleis

Hovelingen kregen gunsten in de vorm van baantjes, maar nergens was het leven duurder dan in Versailles. Zo waren er de vele kledingvoorschriften, de telkens wisselende modes, de plicht staatsie te houden, en niet te vergeten: de jours d’appartement, een casino waar de oudste en rijkste huizen van Frankrijk driemaal per week het lot van hun familie blootstelden aan de grillen van de dobbelsteen of een stok kaarten. Een avondje basset kon het verschil maken tussen ongekende rijkdom en faillissement.

Gokverslaving was één van Lodewijks culturele geschenken aan Europese vorstenhuizen. Een ander was de maîtresse en titre: de officiële minnares. Met zo’n minnares liet de vorst aan de wereld zien dat hij zich een zwierige omgang met zijn libido permitteerde. Vooral in zijn jonge jaren viel de Zonnekoning van de ene verliefdheid in de andere, en hij gaf die bevliegingen ruim baan met feesten en geschenken aan haar en haar familie.

Een avondje basset kon het verschil maken tussen ongekende rijkdom en faillissement

Zijn gulheid, en het feit dat Lodewijk een aantrekkelijke verschijning was die hoffelijk was tegen de geringste keukenmeid, maakten hem een geliefd doelwit voor de vele romantische, charmante en gehaaide schoonheden die Versailles bevolkten.

Maria Theresia

Zijn gemalin, de Spaanse prinses Maria Theresia, voldeed aan geen van de eisen. Tijdens haar opvoeding in Madrid had ze geleerd een naald in borduurwerkjes te steken, maar verder had ze zich nauwelijks ontwikkeld. En haar uiterlijk werd gedomineerd door uitpuilende ogen en een centenbak.

Ondanks haar naïviteit was de koningin geenszins blind voor het feit dat haar man het te druk voor haar had. In haar eenzaamheid wendde ze zich tot de boezemvriend van alle verschoppelingen: God. De vrome koningin met haar zwerm schoothondjes werd spoedig onderwerp van spotternij. Maar het duurde niet lang of haar hemelse beschermheer zou de koning weten te vinden.

Lodewijk op oorlogspad

Voordat het zover kwam, had Lodewijk een belangrijke stap gezet in het vormgeven van zijn koningschap. Feesten, banketten en balletten konden een koning verheffen tot mode-icoon, maar om werkelijk bewondering te oogsten, moest hij in de voetsporen treden van illustere voorgangers. En dat waren veroveraars, veldheren, krijgshelden. Daarom liet Lodewijk zich schilderen in Romeinse vechtkostuums, als de wedergeboren Julius Caesar, of te paard op een pantervel, als de Franse incarnatie van Alexander de Grote.

We doen Lodewijk onrecht als we zijn zucht naar roem en glorie als enige drijfveer aanwijzen voor zijn oorlogen. Die hadden meestal ook een rationeel en strategisch doel. Met zijn aanval in 1667 op de Spaanse Nederlanden – het huidige België – wilde hij de Franse grens in noordelijke richting verschuiven. Frankrijk zou er groter van worden, en met de rivieren een natuurlijke en dus goed verdedigbare grens bemachtigen.

Hij wilde het kleine land vermorzelen; de Spaanse Nederlanden konden zolang wachten

Al na een halfjaar werd Lodewijk gedwongen een vernederende vrede te ondertekenen. Onder leiding van de Nederlandse Republiek, die liever een zwakke Spanjaard dan de verschroeiende Zonnekoning als buur had, was in allerijl een bondgenootschap gesloten. Dat dreigde Lodewijk te bevechten als hij niet rechtsomkeert maakte.

Lodewijk was diep beledigd en zijn volgende oorlog, een wraakoefening op de Nederlandse Republiek, is zijn minst rationele geweest. Hij wilde het kleine land vermorzelen; de Spaanse Nederlanden konden zolang wachten.

Lodewijk zocht en vond bondgenoten voor zijn avontuur, en bereidde de operatie gedegen voor. ‘Alles wat ambitie en menselijk inzicht vermochten om een natie te vernietigen,’ schreef Voltaire als een van de eerste biografen van de Zonnekoning, ‘was door Lodewijk XIV in het werk gesteld.’

Een Europese oorlog

Het mocht niet baten. De bliksemaanval van 1672 strandde op een gordel van ondergelopen polders, waardoor de kern van de Republiek, het rijkste gewest Holland, buiten bereik van de Fransen bleef en het Nederlandse legertje respijt kreeg om aan te wassen en ervaring op te doen.

De waterlinie was een zegen voor een jongeman die in Lodewijks calculaties geen enkele rol had gespeeld, maar die zou uitgroeien tot een geduchte tegenstander: Willem III, de 21-jarige prins van Oranje. Willem wist Lodewijks ‘Hollandse Oorlog’ uit te breiden tot een Europese oorlog, door het Huis Habsburg, de traditionele rivaal van Frankrijk, in het conflict te betrekken.

Al snel moesten de Fransen de Republiek weer ontruimen om genoeg soldaten te hebben voor wat nu een tweefrontenoorlog was geworden. Voor Europa was een periode van oorlog aangebroken die zo’n dertig jaar zou duren, af en toe onderbroken door gewapende vrede.

Misstappen van Lodewijk

Nu kwamen Lodewijks tekortkomingen scherp aan het licht. De eerste was dat hij weigerde zich te verplaatsen in anderen. Hij verwoestte half Nederland en was verbaasd dat de lokale prins een levenslange aversie tegen hem koesterde. Hij annexeerde in het Duitse Rijk steden en streken om zijn oostgrens te beveiligen, zonder te bedenken hoe hij zou hebben gereageerd als een buurvorst iets vergelijkbaars met zijn koninkrijk deed.

Om eveneens defensieve redenen brandde hij een compleet vorstendom, de Palts, plat en liet hij volgens een zakelijk schema tien steden opblazen, waaronder Heidelberg. Dat de duizenden vluchtelingen hun angst en haat over Duitsland en Europa verspreidden, was voor deze moderne Alexander bijzaak.

De demonstratieve en brute wijze waarop in 1685 de hugenoten (Franse protestanten) werden vervolgd en uitgewezen maakte het voor iedereen wel erg gemakkelijk om alle verhalen over Lodewijks katholieke wreedheid en zijn zucht naar de onbetwistbare almacht te geloven.

Dat de duizenden vluchtelingen hun angst en haat over Duitsland en Europa verspreidden, was voor deze moderne Alexander bijzaak

Een andere eigenaardigheid van Lodewijk was de grote discrepantie tussen retoriek en werkelijke motieven. Zijn beweegredenen waren halverwege de ‘Hollandse Oorlog’ al grotendeels defensief. De tweefrontenoorlog bevestigde hem in zijn vrees voor de keizer van het Duitse Rijk, een Habsburger met een even grootse opvatting over eer en glorie als hij.

Angst

Door Lodewijks eigen toedoen kon de keizer eenvoudig de anders zo verdeelde Duitse vorsten achter zich verenigen. De dreiging uit Duitsland dwong Lodewijk vervolgens tot preventieve acties vlak over de grens. Het motief daarvoor was angst, maar in zijn ronkende verklaringen deed Lodewijk steevast alsof het recht geheel aan Franse zijde stond.

Zijn ingreep stelde hij voor als een tik op de vingers van de bewoners van het ingelijfde gebied, die zich onheus tegen hem en zijn onderdanen zouden hebben gedragen. Zijn trots gebood hem nooit zijn angst te tonen, maar het resultaat van zijn handelingen maakte hem met recht steeds banger.

In de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) werden alle nachtmerries van Lodewijk werkelijkheid. Willem III was in het aanvangsjaar gestorven, maar had als opperbevelhebber een zekere John Churchill, hertog van Marlborough, aangewezen. Een gelukkige keuze van de Oranje-prins; Marlborough zou de geniaalste veldheer van de eeuw blijken. In elf jaar tijd kreeg het glorieuze Franse leger mokerslag op dolksteek.

Het dieptepunt

In Versailles was intussen van het feestgedruis en de galanterieën van weleer niets meer over. Lodewijk was een oude man geworden. Op zestigjarige leeftijd had hij afscheid genomen van het merendeel van zijn tanden. Hij was zwaarlijvig en verschillende gevaarlijke operaties hadden zijn weerstand ondermijnd. Ook zijn lichtzinnigheid had hem allang verlaten.

De koning was door de geestelijkheid onder handen genomen. Wilde hij als kampioen van de katholieke wereld gezien blijven worden, dan diende hij zijn liefdesleven te kuisen. Zo niet, zeiden de priesters van Versailles, dan moesten zij Zijne Majesteit helaas de heilige communie voor Pasen ontzeggen.

Op haar kamer kon hij de zorgen over het verloop van zijn oorlogen met haar delen

Een gezalfd koning verstoken van Gods zegen – dat was ondenkbaar. Lodewijk legde zijn libido aan de ketting en werd een fanatieke kerkbezoeker. Na de dood van de koningin huwde hij in het geheim met een intelligente en zeer gelovige vrouw, madame de Maintenon. Op haar kamer kon hij de zorgen over het verloop van zijn oorlogen met haar delen.

Een dieptepunt was het jaar 1709. De strenge winter deed de wijn bevriezen in de glazen; een hongersnood sloop door het koninkrijk en eiste honderdduizenden levens.

Tot overmaat van ramp had Marlborough de Franse grens overschreden en hief hij belasting over Lodewijks onderdanen. Nu dreigde de vijand door te breken naar Parijs, terwijl het Franse leger nauwelijks in staat was tot vechten.

Vrede

Het geld was op, de voorraadschuren leeg, de stemming slecht. De koning bleef nu hele middagen in de kamer van madame de Maintenon en huilde. Hij ging naar de kerk en bad. De trotse koning zei het hardop: ‘Ik ben hoogmoedig geweest, dit is Gods straf.’ Maar hij bleef overeind. Lodewijk liet zilveren en gouden sieraden en meubilair omsmelten om voedsel en wapens te kopen.

In 1713 kreeg Frankrijk de vrede waarnaar Lodewijk al zo lang had uitgezien

Hij schreef een verklaring, gericht tot alle Fransen, waarin hij opriep tot eenheid in dit uur van bezoeking. Hij was bereid zelf in de loopgraven te staan, tussen zijn ondervoede soldaten, om het vaderland te beschermen.

De Zonnekoning had geluk. Oorlogsmoeheid in Engeland kwam hem te hulp. In 1713 kreeg Frankrijk de vrede waarnaar Lodewijk al zo lang had uitgezien.

Twee jaar later lag hij, versleten en vol tweeslachtige gedachten, op zijn sterfbed. Tegen zijn achterkleinzoon zei hij: ‘Ik heb te veel van de oorlog gehouden. Volg mij hierin niet na.’

Meer weten

  • Over de Zonnekoning zijn boekenkasten vol geschreven. Nog altijd de beste en meest leesbare biografie is van John Wolf: Louis XIV (1967). Dikker, completer, saaier, minder kritisch maar niettemin een standaardwerk is Louis XIV van François Bluche (1986). Een draagbare biografie is geschreven door Richard Wilkinson: Louis XIV (2007).
  • Wie meer wil weten over ’s konings liefdesleven, kan terecht bij Love and Louis XIV (2006) van Dame Antonia Fraser, Gekust door de koning. Over het leven van koninklijke maîtresses (1996) van Caroline Hanken, Athénaïs. The Real Queen of France (1999) van Lisa Hilton, en Madame de Maintenon. The Secret Wife of Louis XIV (2009) van Veronica Buckley.
  • Versailles is een onderwerp apart, dat uitputtend staat beschreven in Pierre Verlets Le château de Versailles (1985). Ian Thompson legt meer nadruk op de tuinen en de feesten rond het paleis in The Sun King’s Garden. Louis XIV, André Le Nôtre and the Creation of the Gardens of Versailles (2006).

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.