De Amerikaanse president Bill Clinton wilde een overgangsorganisatie oprichten voor Oost-Europese landen die aansluiting zochten bij de NAVO. Door fouten aan zowel Amerikaanse als Russische zijde is dat compromis mislukt. Dit schrijft de Amerikaanse historicus Mary Sarotte in haar boek Not One Inch.
Na de val van de Muur en de gewenste Duitse eenwording begrepen de Amerikaanse leiders hoe gevoelig uitbreiding van de NAVO voor de Russen was. In eerste instantie deden ze de toezegging de NAVO niet uit te breiden. Maar dat stond niet op papier en bleek ook niet werkbaar; dan zou de scheidslijn door het herenigde Duitsland gaan lopen. Dus praatten ze Sovjetleider Michael Gorbatsjov om en beloofden financiële steun. Uiteindelijk vonden latere presidenten als Boris Jeltsin en Vladimir Poetin dat ze verraden waren.
Als compromis opperde Clinton nog een intermediaire organisatie, waarvan Oost-Europese landen als Oekraïne lid konden worden. Daarna konden ze zich geleidelijk aansluiten bij de NAVO. Volgens Sarotte zou dat een goed compromis zijn geweest. Maar het mislukte. Eerst konden Clinton en Jeltsin prima met elkaar overweg, maar door de agressieve politiek van Jeltsin in Tsjetsjenië ontstonden er spanningen. En winst van de Republikeinen in 1994 bij tussentijdse verkiezingen leidde tot een fellere opstelling van de Amerikanen. Daardoor verslechterden de verhoudingen en verdween het momentum voor een constructievere samenwerking, aldus Sarotte.
Dit artikel is exclusief voor abonnees