Home Dossiers Het verzet ‘Verzetsman Henk Das betaalde achteraf de tol voor zijn verzetsdaden’

‘Verzetsman Henk Das betaalde achteraf de tol voor zijn verzetsdaden’

  • Gepubliceerd op: 17 maart 2023
  • Laatste update 07 nov 2023
  • Auteur:
    Jonas Penning de Vries
  • 3 minuten leestijd
‘Verzetsman Henk Das betaalde achteraf de tol voor zijn verzetsdaden’
Cover van
Dossier Het verzet Bekijk dossier

Wat is er zo bijzonder aan het verhaal van Henk Das?

‘Verhalen over verzetsmensen zijn doorgaans spannend en staan vol met heroïsche daden. Maar bij Henk Das komt daar nog iets bij: hij kampte na de oorlog met een soort schuldbesef richting zijn overleden makkers van het verzet. Veel van zijn vrienden werden gearresteerd en overleefden de oorlog niet, maar Henk wel.

Zo raakte hij betrokken bij de oprichting van Stichting 1940-45, en werd hij zelfs districtsdirecteur in Utrecht. Zijn overleven zag hij als een teken dat hij zich na de oorlog voor de weduwen, wezen en slachtoffers moest inzetten. Maar bij dat werk werd hij wel dagelijks geconfronteerd met de oorlog en verhalen over de bezetting. Hij kreeg allerlei onverklaarbare lichamelijke klachten. Hij was extreem vermagerd, tijdens de oorlog een stotteraar geworden en als een ketter gaan roken. Hij heeft dus achteraf de tol betaald voor zijn verzetsdaden.’

Welke rol speelde Das in het verzet?

‘In biografieën over verzetsmensen gaat het vaak over overvallen op bonnenkantoren of het op wacht staan met de stengun, maar Das deed juist andere dingen. Hij werd eigenlijk tegen beter weten in lid van het verzet, op uitnodiging van een vriend, waar ik tijdens de lezing meer over zal vertellen. Maar uit plichtsbesef naar anderen toe werd hij een volwaardig verzetsstrijder. Hij heeft daarbij geen overvallen gepleegd, maar juist een leidende rol gespeeld in het organiseren en onderhouden van verzetsnetwerken, en het aansturen van het verzet. Die kant van het verzet blijft vaak onderbelicht.  

Das heeft gezegd dat de continue spanning tijdens de oorlog hem opbrak. Altijd was er de kans dat hij verraden zou worden, of dat zijn koeriers zouden worden gearresteerd en verhoord.  Hij zat altijd met de vraag in zijn achterhoofd hoe lang het nog zou duren voor hij betrapt werd.’

U schrijft dat Das na de oorlog een ‘postconcentratiekampsyndroom’ kreeg. Maar hij is toch nooit geïnterneerd geweest in een kamp?

‘Dat komt door de vakliteratuur uit de jaren zestig. Rond die tijd begonnen de eerste verzetsmensen zich te melden met allerlei onverklaarbare klachten, die leken op de problemen van mensen die de kampen hadden overleefd. Door hevige spanning en angst ontstonden er klachten die we tegenwoordig PTSS noemen. En door die klachten is Henk Das vervroegd met pensioen gegaan. Hij kreeg last van depressies en gebruikte veel medicijnen om de oorlog te kunnen verwerken.’