Het verleden biedt geen pasklare oplossing voor de humanitaire ramp in Gaza. Toch zijn er wel lessen te trekken uit de kruistochten van Frederik II en Lodewijk IX, zo betoogt universitair docent Mohamad El-Merheb. Hun benadering van moslims verschilde drastisch en leidde tot andere uitkomsten.
In de dertiende eeuw lanceerden West-Europeanen twee kruistochten tegen de moslims in het oostelijke Middellandse Zeegebied. De eerste (1228) werd geleid door Frederik II Hohenstaufen, keizer van het Heilige Roomse Rijk en koning van Sicilië. De tweede (1248-1254) door koning Lodewijk IX van Frankrijk, ook wel bekend als ‘De Heilige’. Beide monarchen hadden in respectievelijk Sicilië en Frankrijk harde maatregelen genomen tegen Joden, moslims en andere groepen die als ketters werden beschouwd. Bovendien verplichtten beiden zich om naar het Heilige Land te reizen en Jeruzalem te zuiveren van de Saracenen. Maar er waren ook grote verschillen tussen hen, en dan vooral in de manier waarop ze moslims benaderden.
Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Frederik II correspondeerde voordat hij aan zijn kruistocht begon met sultan al-Kamil, een van de machtigste Ajjoebiden, die regeerde over Syrië en Egypte. De keizer en de sultan leken vastbesloten om een kostbare oorlog te vermijden. Toen Frederik II Jaffa had bereikt, sloot hij in 1229 met al-Kamil een duurzaam vredesakkoord dat militaire conflicten voorkwam en Jeruzalem overdroeg aan de christenen. Moslims behielden toegang tot de stad en gedeeltelijke controle over hun religieuze wijk.
Dit zorgvuldig geplande verdrag was een van de grootste diplomatieke prestaties van die tijd. Sceptische historici schrijven de bereidheid van Frederik II en al-Kamil om vrede te sluiten toe aan de ernstige, interne bedreigingen, waarmee ieder van hen werd geconfronteerd. Maar is het hoofddoel van diplomatie niet om vrede te bereiken en oorlog te vermijden, vooral in moeilijke tijden?
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Diepe bewondering
De sultan droeg Jeruzalem, waar christenen en moslims al meer dan 130 jaar om vochten, vriendelijk over aan de Heilige Roomse keizer. Veel moslims en christenen maakten bezwaar tegen deze deal, maar het pragmatisme zegevierde en de monarchen gingen verder met wat zij beschouwden als in het beste belang van hun rijken. Frederik II kon al snel op diepe bewondering van veel moslims rekenen. Zo zou hij tijdens zijn korte verblijf in Jeruzalem de moslim-hoofdrechter hebben berispt omdat die de oproep tot gebed verhinderde; de keizer wilde de lof van God in het Arabisch horen. Moslimkronieken beweren dat de keizer de Arabische poëzie, filosofie en logica, en andere islamitische ‘rationele wetenschappen’ beheerste.
Frederik II stal de harten en geesten van de moslimelites
Geholpen door dergelijke anekdotes, veroverde de ‘zachte macht’ van Frederik II de harten en geesten van de geleerde en politieke moslimelites in Syrië en Egypte. Ze knepen een oogje dicht voor zijn harde behandeling van hun Siciliaanse broeders. Frederik II had de Siciliaanse moslims namelijk verdreven en hen gedwongen zich te vestigen in de stad Lucera op het Italiaanse vasteland, niet ver van Rome. Sommige westerse bronnen beweerden dat de keizer dit deed om de paus te irriteren.
Na verloop van tijd ontwikkelde de vriendschap van Frederik II met sultan al-Kamil zich tot een ijzersterke alliantie met de Ajjoebiden-dynastie, wat de moslims ten goede kwam. Zo waarschuwde de keizer de nieuwe Egyptische sultan al-Salih, zoon van zijn vriend al-Kamil, voor een dreigende invasie van Lodewijk IX. Er wordt zelfs beweerd dat hij aanbood het Franse kruisvaardersleger op Cyprus tegen te houden tot de Egyptenaren genoeg waren voorbereid om de indringers af te weren.
De goede contacten gingen over op de volgende generatie. Diplomaten uit Egypte bezochten het hof van Manfred, Frederiks zoon. Na hun terugkeer prezen ze zijn tolerantie, eruditie en genegenheid voor zijn moslimonderdanen.
Roekeloze aanval
De kruistocht van Lodewijk IX daarentegen had een ander karakter: hij had tot doel Ajjoebiden Egypte binnen te vallen en vervolgens Jeruzalem te heroveren, want de stad was inmiddels weer in handen gevallen van de Saracenen. Lodewijk besloot op kruistocht te gaan, omdat hij in 1244 een ernstige ziekte had overleefd. De Franse koning stond bekend om de heilige relieken die hij had verworven en om zijn vroomheid. Hij werd zelfs ‘de meest christelijke koning’ genoemd.
In 1249 voer hij naar Cyprus, vanwaar hij Egypte aanviel, de kuststad Damietta veroverde en langzaam naar Caïro oprukte. Gedurende zijn campagne negeerde Lodewijk IX alle vredesvoorstellen van moslims, die hem Jeruzalem aanboden in ruil voor Damietta. In februari 1250 verloor Lodewijk IX zijn broer, de graaf van Artesië, toen zijn leger roekeloos de stad al-Mansura aanviel. Na een reeks gevechten op de Nijl bracht het Egyptische leger op 6 april 1250 de kruisvaarders een beslissende nederlaag toe: Lodewijk IX werd gevangen en al zijn soldaten werden gedood, gewond of gevangengenomen. Hij werd later vrijgelaten in ruil voor losgeld en de teruggave van Damietta aan de moslims.
Lodewijk IX negeerde ieder vredesvoorstel
Na zijn vrijlating bleef Lodewijk IX nog vier jaar in de regio om kruisvaarders te ondersteunen. In deze tijd kreeg hij onder de moslims de reputatie dat hij moedig was, maar ook koppig en fanatiek. Dat in tegenstelling tot Frederik II, die in middeleeuwse Arabische bronnen wordt afgeschilderd als tolerant, verfijnd, verlicht en erudiet.
Geen oplossingen
Met Frederik II en Lodewijk IX liep het heel verschillend af. Frederik II, die erin slaagde Jeruzalem te veroveren zonder verlies van christelijke levens, werd paradoxaal genoeg geëxcommuniceerd door de paus. Na zijn dood in 1250 werd zijn dynastie in Italië uitgeroeid door pro-pauselijke legers onder leiding van Karel I van Anjou, de broer van Lodewijk IX. De zoon van Frederik II, Manfred, werd gedood in de strijd in 1266 en zijn kleinzoon Konradijn werd in 1268 op 16-jarige leeftijd onthoofd door Karel I.
Lodewijk IX negeerde de lessen van zijn gevangenschap in Egypte en ondernam een andere kruistocht, dit keer tegen Tunis, waar hij stierf aan dysenterie in 1270. Het lichaam van de koning werd snel gekookt om het vlees te verwijderen en zijn botten werden naar het koninklijke mausoleum van St. Denis in het noorden van Parijs gestuurd. In 1297 werd Lodewijk IX heiligverklaard door de Rooms-Katholieke Kerk.
De geschiedenis biedt geen oplossingen voor onze huidige problemen. En we moeten ook niet proberen het verleden te herscheppen. Dat is het domein van de nostalgie – het terrein van nationalisten, ideologen en fanatici. Maar af en toe kunnen we wel leren van de rijke, gezamenlijke geschiedenis. Misschien is er een eenvoudige, maar nuttige les te trekken uit deze twee kruistochten: diplomatie en pragmatisme zijn verreweg de betere optie.