Baron Joan Derk van der Capellen tot den Pol pleitte voor meer vrijheid en democratie. Hij riep het Nederlandse volk op zich tegen stadhouder Willem V te keren en zichzelf te verdedigen. ‘Wapent u, even als het volk van Amerika.’
In de nacht van 25 op 26 september 1781 verspreidden geblindeerde koetsen een explosief schotschrift door heel Nederland. In de maanden erna werd dit pamflet vier keer herdrukt. Aan het Volk van Nederland was een felle aanklacht tegen de vriendjespolitiek van de regenten en het zwakke beleid van de stadhouder, prins Willem V, die de schuld kreeg van de rampzalig verlopende oorlog met Groot-Brittannië. ‘Ja, vorst Willem, het is alles Uw schuld!’
Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
De schrijver van dit kritische pamflet wilde anoniem blijven, omdat hij anders in de gevangenis zou belanden. Pas in 1891 kon onomstotelijk worden vastgesteld dat de radicale Overijsselse baron Joan Derk van der Capellen tot den Pol de auteur was. Van der Capellen was op 2 november 1741 geboren in een oud adellijk geslacht. Zijn voorouders hadden belangrijke functies bekleed. Joan Derks vader Frederik Jacob van der Capellen was kapitein in het Staatse leger en was ingekwartierd in garnizoensplaatsen. Met hem had de jonge Joan Derk een moeilijke band. Hij spiegelde zich liever aan de familie van zijn moeder Anne Elisabeth van Bassenn. Haar vader Dirk Reinier van Bassenn was burgemeester van Arnhem geweest, maar was in 1708 uit zijn ambt gezet vanwege zijn rol in de plaatselijke Plooierijen, een vernieuwingsbeweging tegen de vriendjespolitiek van de regenten. Mogelijk zag Joan Derk zijn dissidente grootvader als rolmodel.
‘Ja, vorst Willem, het is alles Uw schuld!’
Zijn vernieuwingsgezinde ideeën deed Van der Capellen op in Utrecht, waar hij van 1758 tot 1763 studeerde – zonder zich overigens officieel bij de universiteit in te schrijven of zijn studie formeel af te ronden. Hij volgde onder andere colleges bij de bekende staatsrechtsgeleerde Christiaan Trotz, die voor meer vrijheid historische argumenten aandroeg. Van der Capellen zou dat ook doen in zijn pamflet Aan het Volk van Nederland.
Van grote invloed op Van der Capellens politieke denken was de Engelse parlementariër John Wilkes. Die was in 1769 uit het Lagerhuis gezet en kon daar in 1774 naar terugkeren dankzij steun van het gewone volk. Wilkes maakte zich hard voor de vrijheid van meningsuiting en vrijheid van drukpers. Hij openbaarde geheime stukken en deed een beroep op het volk, bijvoorbeeld door petities te organiseren.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Verder liet Van der Capellen zich inspireren door de Engelse schrijver Richard Price, die sympathiseerde met de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd. Diens pamflet Observations on the Nature of Civil Liberty werd in 1776 door de baron in het Nederlands vertaald en uitgegeven.
Twee jaar eerder had hij al A Discourse of Government with Relation to Militias van de Schotse schrijver Andrew Fletcher vertaald en uitgegeven, een vurig pleidooi voor burgerbewapening. Tegenwoordig wordt the right to keep and bear arms – het tweede amendement van de Amerikaanse grondwet – vooral beschouwd als het recht om jezelf en je bezittingen te beschermen. Maar oorspronkelijk was dit recht bedoeld om je te verdedigen tegen een tirannieke vorst en zijn huurleger.
Inspirator voor links en rechts
Pim Fortuyn, die in 1992 onder zijn eigen naam een nieuw Aan het Volk van Nederland publiceerde, beschouwde Van der Capellen als zijn ‘illustere voorganger en voorbeeld’. Ook Multatuli (in 1862)en het Burgercomité-EU van het latere FvD-Kamerlid Pepijn van Houwelingen (in 2015) publiceerden een eigen Aan het Volk van Nederland. VVD en D66 zien in Van der Capellen een liberaal avant la lettre, populistische partijen als de PVV en EénNL van Joost Eerdmans beschouwen hem als een voorloper. Het verkiezingsprogram van EénNL begon met twee citaten: een uit Aan het Volk van Nederland van Van der Capellen en een uit Fortuyns gelijknamige pamflet.
De Amerikaanse vrijheidsstrijders, die de wapens opnamen tegen de roodrokken van het Britse leger, brachten Fletchers ideeën in praktijk. Van der Capellen raakte hierdoor zeer begeesterd. ‘Wapent u lieden allen (…) even als het volk van Amerika,’ zou hij later schrijven in Aan het Volk van Nederland.
Felle tegenstander
Het was Van der Capellens droom om de Nederlandse politiek van binnenuit te veranderen. Maar het lukte hem niet in de Staten van Gelderland te komen, want ondanks zijn adellijke achtergrond zat de ridderschap daar niet om nieuwkomers verlegen. Daarom deed Van der Capellen een poging in Overijssel. Hier lukte het aanvankelijk ook niet; hij voldeed niet aan de toelatingsvoorwaarden. Pas in 1772 slaagde hij erin, na tussenkomst van de stadhouder.
Maar Willem V haalde met Van der Capellen het paard van Troje binnen. De baron ontpopte zich namelijk al snel tot een felle tegenstander van diens beleid. Zo pleitte hij als Statenlid voor versterking van de Nederlandse vloot, terwijl Willem V juist het Nederlandse leger wilde versterken. Verder keerde hij zich tegen de zogenoemde militaire jurisdictie, waarbij militaire rechtbanken zaken tussen militairen en burgers behandelden en militairen bevoordeelden. Ook had Van der Capellen kritiek op de informele benoemingspraktijken en de vriendjespolitiek – waarvan hijzelf in 1772 had geprofiteerd. Hij vond dat het Regeringsreglement naar de letter moest worden gehandhaafd.
Voor veel ophef zorgde Van der Capellen in 1774 met zijn verzet tegen de uitlening van de Schotse Brigade aan koning George III, die daarmee de opstand in de Amerikaanse koloniën wilde neerslaan. De Schotse Brigade, sinds de Tachtigjarige Oorlog in Nederland gelegerd, was formeel een Britse militaire eenheid. Maar Van der Capellen vond het verraad aan de idealen van de Nederlandse Opstand tegen Spanje als Willem V de brigade zou uitlenen aan Groot-Brittannië om de Amerikaanse Opstand te onderdrukken.
De baron schakelde de pers in om zijn doel te bereiken. Zijn toespraak tegen de uitlening van de Schotse Brigade werd – waarschijnlijk met zijn medeweten – gedrukt en was overal in Nederland te koop. Hij hield tegenover zijn collega’s in de Staten vol dat deze publicatie buiten hem om was geschied en dat er bovendien fouten in zaten. Daarom liet hij zijn toespraak nogmaals drukken, zonder fouten. Dat hij zijn protest had laten uitlekken én het opnieuw publiceerde leidde tot een nationaal schandaal. Van der Capellen was het gesprek van de dag in herbergen, op pleinen, in huiskamers en leesgezelschappen. Veel Nederlanders waren het met hem eens. Vanwege de sterk anti-Engelse stemming besloot George III zijn verzoek maar in te trekken.
Vereeuwigd in standbeelden
In 1785 kreeg de Italiaanse beeldhouwer Giuseppe Ceracchi de opdracht een beeldenreeks te maken ter nagedachtenis aan Joan Derk van der Capellen tot den Pol. De beelden zijn nooit naar Nederland getransporteerd, vanwege de Oranjerestauratie in 1787. Ze staan in de tuinen van de Villa Borghese in Rome. Pogingen in de afgelopen decennia om de standbeelden alsnog naar Nederland te halen mislukten door tegenwerking van de Italiaanse autoriteiten. Wel heeft Zwolle sinds 1984 een bescheidener standbeeld, dat bij de Bethlehemkerk staat. Lange tijd stond dit beeld – met Van der Capellen die een ganzenveer in de hand heeft – bekend als de ‘parkeerwachter’, omdat het plein bij de kerk een parkeerplaats was.
Van der Capellen riep bij zijn collega’s in de Staten veel weerstand op. Vooral graaf Sigismund van Heiden Hompesch, de drost van Twente, ergerde zich groen en geel aan hem, en noemde de baron in zijn correspondentie met stadhouder Willem V ‘notre Wilkes’ – onze Wilkes. In 1777 besloten de Staten een kritische rede van Van der Capellen uit de notulen te schrappen. En in 1778 ontzegden ze hem de toegang tot de Overijsselse landdag vanwege zijn kritische toespraak over de onwettigheid van de zogenoemde drostendiensten.
Politiek balling
De drostendiensten waren een uit de Middeleeuwen stammend instituut, dat boeren in Overijssel verplichtte om tweemaal in het jaar kosteloos hand- en spandiensten te verrichten. Zo moesten ze straten, wegen, dijken, watergangen en bruggen aanleggen en onderhouden. Ook moesten ze assisteren bij executies en in oorlogstijd militaire bagage vervoeren. De drostendiensten waren in 1631 formeel afgeschaft, maar werden later opnieuw ingevoerd. Van der Capellen vond dat schandalig. Hij noemde in zijn toespraak de drostendiensten ‘slavernij’ en de drosten die de diensten opnieuw invoerden ‘schurken’. Hiermee overschreed hij volgens zijn collega’s een grens. Hij zou in zijn toespraak ‘allerlei taxatoire en ten eenenmale ongemesureerde expressiën’ hebben gebezigd. Bovendien had hij zijn gewraakte rede van tevoren laten drukken en onder het volk verspreid, om te voorkomen dat zijn verhaal uit de notulen zou worden geschrapt. Vier jaar lang zou zijn politieke ballingschap duren.
De baron zette zijn strijd tegen de drostendiensten voort. Zijn vriend en wapenbroeder François Adriaan van der Kemp, een doopsgezinde predikant uit Leiden, schreef voor hem onder verschillende pseudoniemen een serie pamfletten tegen de drostendiensten. Ook bracht hij het verzamelwerk Capellen regent uit. Dat bestond uit zes delen en bevatte alle redevoeringen van Van der Capellen en officiële documenten, die eigenlijk niet voor publicatie bestemd waren. De baron legde door de publicatie van dit werk rekenschap van zijn daden af aan het publiek en brak weer met de gedragscode van geheimhouding. Capellen regent lijkt erg op het boekwerk English Liberty, dat alle toespraken van en officiële documenten over John Wilkes bevat. Van der Capellen en Van der Kemp hadden de stijl van dit boek exact gekopieerd.
Het bekendste geschrift van de baron is natuurlijk Aan het Volk van Nederland. Volgens Van der Capellen waren Nederlanders vrijheidslievend; dat begon al met de Bataven die in opstand kwamen tegen de Romeinen. Sindsdien hadden vorsten steeds geprobeerd hun vrijheid af te pakken, met name de Oranjestadhouders. Een handjevol goede regenten in ons land, inclusief Van der Capellen natuurlijk, verzette zich hiertegen, en kwam wel voor de Nederlandse burger op. Zij waren patriotten.
Het pamflet was een pleidooi voor meer vrijheid en democratie. ‘Alle mensen zijn vrij geboren. De een heeft van nature over de ander niets te zeggen. (…) Zorg voor de vrijheid der drukpers, want zij is de enige steun van Ulieder Nationale Vrijheid. (…) Komt vreedzaam bijeen, en kiest, uit het midden van u lieden, een matig getal brave, deugdzame vrome mannen; kiest goede patriotten, daar gij lieden op vertrouwen kunt.’
Patriotten bewapenden zich om hun vrijheid te verdedigen
Aan het Volk van Nederland sloeg in als een bom en werd de klaroenstoot voor de patriottenbeweging. Dissidente regenten en ontevreden burgers verbonden zich en gingen ijveren voor politieke hervormingen en meer burgerinvloed. De patriotten bewapenden zich om hun vrijheid te verdedigen en richtten burgercommissies op, die het lokale bestuur moesten controleren. Van der Capellen werd een van de belangrijkste leiders van de patriotten.
In de laatste jaren van zijn leven boekte de baron met hulp van het volk enkele belangrijke successen. Hij steunde in 1782 een petitie van de Amerikaanse ambassadeur John Adams om de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten van Amerika te erkennen. Daarmee was Nederland het tweede land na Frankrijk dat de jonge republiek accepteerde. Vervolgens organiseerde Van der Capellen een grootser opgezette petitie om weer in de Staten van Overijssel te worden toegelaten. Dat gebeurde op 1 november 1782. Drie maanden later, in februari 1783, werden eindelijk de gehate drostendiensten afgeschaft. De dankbare boeren, die deze diensten moesten verrichten, boden hun bevrijder een gouden gedenkpenning aan.
Oranjeklanten bliezen zijn graf met buskruit op
Maar Van der Capellen kon slechts even van zijn roem genieten. Op 6 juni 1784 overleed hij plotseling na een kort ziekbed. De patriottenbeweging overleefde hem amper drie jaar. Het Pruisische leger stelde in 1787 orde op zaken, nadat prinses Wilhelmina van Pruisen het te hulp had geroepen. Een jaar na de Oranjerestauratie bliezen Oranjeklanten Van der Capellens graf in Gorssel op met buskruit. Hoewel ze nog niet wisten dat hij de auteur was van Aan het Volk van Nederland, werd hij gezien als dé inspirator van de gehate patriotten.
De Bataafse Revolutie van 1795 stond veel radicalere politieke hervormingen voor. Nederland werd een eenheidsstaat. Toch valt de betekenis van Van der Capellen niet te onderschatten. Hij was de eerste die het ancien régime bekritiseerde, met hervormingsvoorstellen kwam en de burgers mobiliseerde. Zijn invloed op de Nederlandse politiek was blijvend en vormde een inspiratiebron voor latere politici.
Meer weten
- De wekker van de Nederlandse natie (1984) door E.A. van Dijk (red.) bespreekt de verschillende kanten van de veelzijdige baron.
- De Nederlandse Revolutie. Vrijheid, volk en vaderland (2005) door Joost Rosendaal is een goede inleiding op de patriottentijd.
- Aan het Volk van Nederland (1781) door Joan Derk van der Capellen tot den Pol is in de twintigste en eenentwintigste eeuw vier keer heruitgegeven. De meest recente versie dateert uit 2016.
Openingsbeeld: Joan Derk van der Capellen tot den Pol. Gravure door Johan Antonie Kaldenbach, circa 1770–1804.