Stripboeken over kolonialisme bieden steeds meer ruimte aan het perspectief van de inheemse bevolking. Dat schrijft historicus Tom van der Geugten in zijn nieuwe boek Getekend verleden. Hij pleit voor een grotere stripcultuur zoals die in Frankrijk. ‘Strips kunnen een beladen geschiedenis luchtiger maken.’
Voordat Van der Geugten zijn boek openslaat, tikt hij een paar keer op de cover. ‘Een goed voorbeeld van de kracht van een striptekening,’ zegt hij. ‘Je ziet in één oogopslag de zwanenzang van het kolonialisme in Indonesië. Een ouderwetse koloniaal staat op het punt om uit te glijden over een bananenschil: de dekolonisatie. Hij kijkt heel schichtig naar een Indonesische vrouw, die zelfbewust op de voorgrond treedt.’
Ook de details vertellen een verhaal, zegt Van der Geugten. ‘De reclameposter voor het Java-biertje bijvoorbeeld. Heineken bracht Java-bier op de markt, terwijl de Javanen helemaal geen bier dronken.’
Meer interviews lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Voor Getekend verleden bestudeerde Van der Geugten 200 Nederlandse, Belgische, Franse, Duitse en Indonesische strips over de koloniale geschiedenis van Indonesië, Congo, Vietnam, Algerije en Namibië. Deze gaan niet alleen over de koloniale tijd in die gebieden zelf, maar ook over de dekolonisatie en de nasleep voor die landen en voor Europeanen met een koloniale familiegeschiedenis.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
‘Eigenlijk wilde ik alleen Nederlandse en Indonesische strips behandelen,’ vertelt de historicus. ‘Maar toen ik Franse strips over Vietnam en Algerije las, merkte ik dat Algerijnen en Vietnamezen die naar Frankrijk zijn vertrokken vergelijkbare dingen hebben meegemaakt als Indische Nederlanders.’
Indonesische striphelden vechten tegen de VOC
In Getekend verleden behandelt Van der Geugten ook Indonesische strips over de koloniale jaren. Indonesische striptekenaars volgden decennialang het overheidsverhaal als het over het kolonialisme ging. ‘De overheid publiceerde een lijst van 200 nationale helden, die vaak het hoofdpersonage waren in Indonesische strips. Over Diponegoro zijn wel acht stripboeken verschenen.’
‘De Nederlanders zijn daarin vaak de slechteriken,’ gaat Van der Geugten verder. In 2023 liet hij het Indonesische stripboek De legende van Vleermuisvechter in het Nederlands vertalen, waarin Indonesiërs het opnemen tegen de VOC en Jan Pieterszoon Coen die scherpe gelaatstrekken van een schurk heeft. ‘Onder president Soeharto werd de creativiteit van striptekenaars eruit geslagen, maar sinds zijn aftreden in 1998 is er ook in Indonesië meer ruimte voor meerstemmigheid.’
Van der Geugten concludeert dat er rond 1980 een omslag plaatsvond in West-Europese strips over kolonialisme: eurocentrisme maakte plaats voor multiperspectiviteit. ‘In strips vóór 1980 was de koloniale bevolking vaak afwezig of werden ze afgebeeld als passief, dom en bang. Maar sindsdien besteden stripboeken steeds meer aandacht aan het gezichtspunt van de inheemse bevolking.’
Herkenning en cultuurverschillen
Een gebrek aan meerstemmigheid was voor de in Indonesië geboren Van der Geugten een van de redenen om zijn boek te schrijven. Als kind was hij gek op stripboeken, maar hij raakte teleurgesteld in het gebrek aan een Indisch perspectief. ‘In strips over Indonesië werd vaak een Nederlandse invalshoek gekozen,’ verzucht hij. ‘De strip Rampokan over Indonesië vond ik bijvoorbeeld prachtig, maar ik vond het ook jammer dat tekenaar Peter van Dongen − die net als ik een indo is − als hoofdpersoon een witte, blonde oorlogsvrijwilliger koos.’
Volgens de historicus is het een goede zaak dat er steeds meer strips met andere stemmen verschijnen. ‘Dat zorgt voor herkenning en betrokkenheid bij het verleden.’ Hij bladert door zijn boek, op zoek naar een tekening waarin een indo racistisch bejegend wordt. ‘Kijk hoe deze man daarop reageert. Hij klemt zijn kaken op elkaar en fronst zijn wenkbrauwen. Je moest eens weten hoe vaak ik dat heb meegemaakt. Dat je door zo’n domme opmerking met stomheid bent geslagen.
Het gaat niet alleen over herkenbare negatieve ervaringen, benadrukt hij. ‘Neem deze scène uit een strip van Dido Drachman, waarin een Indisch meisje merkt dat de huishouding bij haar Nederlandse vriendin op een andere manier gaat dan ze thuis gewend is. Dat is ook herkenbaar voor veel Indische Nederlanders. De beleving van cultuurverschillen kun je in strips ontzettend goed uitdrukken.’
Strips over de Holocaust
Van der Geugten merkt dat stripboeken in Nederland steeds meer erkenning krijgen als serieus medium. Hij zou graag zien dat onze stripcultuur uiteindelijk net zo groot en belangrijk wordt als die in Frankrijk of België. ‘Stripboeken zijn uitermate geschikt om gevoelige onderwerpen toegankelijk te maken. Er verschijnen bijvoorbeeld ook strips over de Bosnische Burgeroorlog en de Holocaust. Daardoor kunnen ook mensen met een relatief laag leesniveau met die onderwerpen in aanraking komen.’
Voordat hij zijn boek dichtklapt, bladert Van der Geugten nog even terug naar de eerste pagina. Daar staat een prent uit 1961. ‘Als er één cartoon is waarvan ik zou willen dat iedere Nederlander hem kent, is het deze. Het laat perfect zien hoe mensen het verleden vanuit hun eigen gezichtspunt inkleuren en hoe verleden, strips en perspectief zich tot elkaar verhouden.’
Getekend verleden. Strips, stripmakers en kolonialisme
Tom van der Geugten
148 p., WYS Educatie, €24,95