In de zeventiende eeuw kochten Amsterdammers massaal schilderijen, maar daarna werden de kunstwerken veel minder populair. Die verandering had te maken met de aanvoer van allerlei nieuwigheden, zo laat Bas Spliet zien in het tijdschrift TSEG.
Spliets onderzoek begon bij boedelinventarissen. Zulke lijsten met bezittingen van overledenen kunnen veel vertellen over het dagelijkse leven. ‘Ik bekeek Amsterdamse inventarissen uit 1680,’ vertelt Spliet (Universiteit Antwerpen), ‘toen me opviel dat bijna een kwart van de schilderijen daarin werd beschreven als “slecht” of “oud”. Daarbij moet ik opmerken dat “slecht” hier “simpel” betekende, maar erg positief was het niet. Dat zette me aan het denken. Meer onderzoek liet zien dat het aantal schilderijen dat Amsterdammers bezaten vanaf de late zeventiende eeuw daalde. In 1680 hadden huishoudens uit de middenklasse en de elite gemiddeld 13,4 schilderijen in huis. Een eeuw later waren dat er nog maar 5,6.’
Meer historisch nieuws lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Andere historici hadden ook al gezien dat schilderijen minder geliefd werden. Sommigen vermoedden een verband met de neiging van de elite om zich te onderscheiden van de rest. Vroeg in de zeventiende eeuw, zo redeneerden zij, profileerde de bovenlaag zich door schilderijen aan te schaffen. Maar in de loop van de eeuw werden die kunstwerken zo massaal geproduceerd en gekocht dat ze onvoldoende onderscheidend waren. Dus zocht de bovenlaag iets nieuws om indruk mee te maken.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Dat klinkt misschien logisch, maar Spliet testte de theorie en vond geen bewijs. ‘De leden van de elite waren niet de eersten die schilderijen de deur uit deden. Dat gebeurde ook in andere lagen.’ Een andere verklaring klopte wél met de informatie die Spliet opdiepte uit de boedelinventarissen: ‘Huishoudens werden in de achttiende eeuw overstelpt met nieuwe goederen om hun huis mee te versieren. Denk aan porselein, spiegels en beschilderde behangsels. Die spullen dreven schilderijen uit het budget.’ De daling kwam dus simpelweg doordat kopers meer te kiezen hadden, zo stelt Spliet.
