Een beeltenis van een jonge Willem III overgoten met zonnestralen, een prinsgezind pamflet of een sinaasappel centraal in een stilleven geplaatst: allemaal voorbeelden van al dan niet verkapte pro-Oranjeboodschappen ten tijde van het eerste stadhouderloze tijdperk (1650-1675). Terwijl de regenten na de dood van Willem II erin slaagden de Republiek stadhoudervrij te houden, vestigden orangisten hun hoop op de pasgeboren Willem III, schrijft Jill Stern.
Jill Stern deed onderzoek naar de propaganda die prinsgezinden verspreidden in hun strijd om het stadhouderschap in ere te herstellen. Anders dan andere historici concludeert zij dat de orangisten een intellectueel samenhangende en politiek gematigde boodschap verkondigden. Ook hadden zij aanhangers onder verschillende bevolkingslagen.
Meer lezen over het Nederlandse koningshuis? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Hoewel orangisten niet wars waren van koninklijke of zelfs goddelijke allegorieën in hun presentatie van Willem III, benadrukt Stern dat zij niet op zoek waren naar een absoluut monarch. Integendeel, prinsgezinden gingen uit van een gangbare Europese politieke theorie, die het belang van onderlinge afhankelijkheid van regeerorganen beklemtoonde. In een gemengde constitutie zou het stadhouderschap een welkom tegenwicht bieden aan de regenten. Nu dat er niet was dreigde de Republiek te vervallen tot een oligarchie.
Ook wezen Oranje-aanhangers op de verbindende rol die Willem III zou spelen voor de zeven provinciën van de Republiek. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog tegen de katholieke overheerser fungeerde de hervormde kerk als bindmiddel voor de burgers, maar met het eindigen van het conflict viel deze functie weg. Een stadhouder zou volgens de orangisten boegbeeld en brenger van een gezamenlijke identiteit zijn.
Velen zagen in een terugkeer van de stadhouder een garantie voor welvaart en veiligheid van de Republiek en bescherming van burgerrechten. Prins Willem I en prins waren door hun strijd tegen het Spaanse regime voor veel inwoners onlosmakelijk verbonden met de bevrijding. Dat verklaart volgens Stern waarom de prins van Oranje zowel steun kreeg vanuit hogere als vanuit lagere regionen van de bevolking.

Orangism in the Dutch Republic in Word and Image, 1650-’75
Jill Stern
256 p. Manchester University Press, € 76,99