Home Pronken met westerse luxe

Pronken met westerse luxe

  • Gepubliceerd op: 19 maart 2019
  • Laatste update 25 mei 2023
  • Auteur:
    Ieke Schout
  • 11 minuten leestijd
Pronken met westerse luxe

In de zomer van 1959 ging het IJzeren Gordijn even op een kier. De Sovjet-Unie organiseerde een expositie in New York en de Amerikanen mochten in Moskou laten zien waar hun land voor stond. Het officiële doel: wederzijds begrip tot stand brengen. Maar de Amerikanen hadden nog een motief: met kleurentelevisies, robotstofzuigers en hypermoderne vaatwassers de Russen afgunstig maken.

Op 24 juli 1959 ging de Amerikaanse Nationale Tentoonstelling in Moskou open. Vicepresident Richard Nixon was voor de gelegenheid afgereisd naar de Russische hoofdstad, om daar samen met Sovjet-leider Nikita Chroesjtsjov de expositie te aanschouwen. Ze wandelden langs Amerikaanse auto’s, bekeken volledig ingerichte modelhuizen met de nieuwste en meest geavanceerde keukens, en stonden in een televisiestudio met draaiende camera’s, terwijl ze met elkaar debatteerden over de vraag welk systeem superieur was. Over weinig zaken werden ze het eens, behalve over muziek. Toen er op de achtergrond een Amerikaanse jazzband begon te spelen, zei Nixon tegen zijn Russische collega: ‘Ik hou niet van jazz.’ Waarop de leider van de Sovjet-Unie antwoordde: ‘Ik ook niet.’

Tijdens de Koude Oorlog, eind jaren vijftig, had de strijd tussen de twee grootmachten zich grotendeels naar de ruimte verplaatst. De Sovjet-Unie wist de Verenigde Staten af te troeven door in 1957 de eerste intercontinentale raketten af te vuren. Op 4 oktober van dat jaar vond de Spoetnik zijn weg naar een baan om de aarde, wat de Amerikanen in ernstige verlegenheid bracht. Het was ook de periode van detente: het schrikbewind van Jozef Stalin kwam ten einde nadat Chroesjtsjov in 1956 de misstanden van zijn voorganger aan de kaak had gesteld. De Russen kregen meer vrijheid en er was meer ruimte voor consumptie.

In deze periode zochten de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie toenadering. Eind oktober 1957, slechts drie weken na de succesvolle lancering van de Spoetnik, begonnen de onderhandelingen over een culturele uitwisseling tussen beide grootmachten. Eerder had Chroesjtsjov in een interview met het Amerikaanse CBS zijn Amerikaanse ambtgenoot al uitgenodigd een dergelijke uitwisseling aan te gaan, waar president Dwight D. Eisenhower positief tegenover stond.

Begin 1958 tekenden de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie een cultureel akkoord, het eerste verdrag na de Tweede Wereldoorlog. Dit akkoord kende verschillende onderdelen, waarmee onder andere werd vastgelegd dat sporters, orkesten en theatergezelschappen tussen beide landen mochten reizen. Ook werd afgesproken dat er een directe vliegverbinding tussen New York en Moskou tot stand zou komen.


Nixon wijst Chroesjtsjov op de voordelen van een Amerikaanse keuken vol handige snufjes, maar de Sovjetleider is niet onder de indruk. 

De dertiende sectie van het verdrag regelde dat beide grootmachten tentoonstellingen in het andere land mochten organiseren, om te laten zien hoe het leven er in Amerika en in de Sovjet-Unie uitzag. Hiermee moest ‘wederzijds begrip’ tussen de twee volken tot stand worden gebracht. Ook boden deze tentoonstellingen een uitgelezen kans om via officiële en onofficiële kanalen, zoals spionage, informatie over de andere grootmacht te verzamelen.

In de zomer van 1959 vonden de eerste exposities plaats. Op 30 juni trapten de Russen af in New York. Trots toonden zij met welke technologie de Amerikanen in de ruimte verslagen waren. Bezoekers kregen dan ook voornamelijk zware industrie, machines en wetenschap voorgeschoteld. Het hoogtepunt van de expositie was uiteraard de Spoetnik.

‘Een citruspers is een belediging voor onze intelligentie’

Een kleine maand later, op 24 juli 1959, was het de beurt aan de Amerikanen. Die dag opende in het Sokolniki Park, gelegen op een kwartiertje afstand van het Moskouse centrum, de Amerikaanse Nationale Tentoonstelling. De Amerikanen gooiden het over een andere boeg: met kleurentelevisies, de modernste keukens en nieuwste meubels als onmiskenbaar onderdeel van hun way of life hoopten zij de Russische consument te enthousiasmeren.

Trojaans paard

Zo konden Russische bezoekers zich die zomer zes weken lang vergapen aan een volledig ingerichte supermarkt, meerdere modelhuizen met de allernieuwste en meest geavanceerde keukens, een televisiestudio met opnames in kleur, films van Walt Disney en auto’s van Ford, Chrysler en Chevrolet. Dagelijks werden er vier demonstraties gegeven van typisch Amerikaanse taferelen, zoals een barbecue in de achtertuin of een avondje uit in een country-dansclub. Vrouwelijke bezoekers konden in de kapsalon een nieuw kapsel of zelfs een volledige make-over aangemeten krijgen. In de glazen koepel op het terrein werd zestien keer per dag de korte film Glimpses of the USA getoond, die het dagelijks leven in het Amerika van de jaren vijftig toonde.

Dorstige bezoekers kregen bij een van de zes kraampjes een gratis glas Pepsi-Cola. Daarbij hadden ze de keuze tussen de Amerikaanse versie en de variant gemaakt met kraanwater uit Moskou. Het mag geen verrassing zijn dat Chroesjtsjov, die tijdens de openingsdag van de expositie maar liefst drie glazen dronk, een uitgesproken voorkeur voor de tweede variant had.

De Amerikanen hadden hun redenen om niet met zware techniek en machines in Moskou aan te komen, zoals de Russen eerder hadden gedaan in New York. Nixon verwoordde het tijdens de openingsdag aan Chroesjtsjov als volgt: ‘Op sommige gebieden lopen jullie voor op ons, bijvoorbeeld in de ontwikkeling van raketten. Op andere gebieden zijn wij koploper, zoals in de productie van kleurentelevisies.’


Chroesjtsjov en Nixon discussieren tijdens de opening. Amerikaanse historici spreken van het Kitchen Debate.

De tentoongestelde consumentengoederen stonden dan ook symbool voor Amerikaanse superioriteit, maar vertegenwoordigden ook andere Amerikaanse waarden: moderniteit, comfort, kapitalisme, vrijheid voor de huisvrouw, die dankzij de vaatwasser en robotstofzuiger tijd overhad, democratie en vrije marktwerking. Zo zou volgens het oorspronkelijke plan niet alleen Pepsi-Cola aanwezig zijn in Moskou, maar ook Coca-Cola, om te laten zien dat de Amerikaanse consument écht iets te kiezen had.

Maar er speelde meer: deze expositie moest jaloezie opwekken bij de inwoners van de Sovjet-Unie, die vervolgens bij hun leiders dezelfde consumentengoederen zouden eisen. Een van de adviseurs van deze tentoonstelling, industrieel Norma K. Winston, stelde in het tijdschrift This Week: ‘Wij weten al dat ons leven goed is, en aan het eind van de zomer weten de Russische bezoekers dat ook. Laat de Russen willen wat wij hebben en laat ze het eisen bij hun leiders. Laat die roep zo luid zijn dat hun leiders wel antwoord moeten geven.’ Daarmee was deze expositie een soort Trojaans paard dat met Amerikaanse consumentenproducten de harten van de Russen moest veroveren, om vervolgens de leiders te dwingen een omslag naar kapitalistische goederen te maken.

Lange rijen

Als de Amerikanen openlijk met deze doelstellingen naar Moskou togen, waarom stemden de Russische autoriteiten dan in met deze tentoonstelling? De succesvolle lancering van de Spoetnik had voor een ongekend zelfvertrouwen gezorgd, maar Chroesjtsjov bleef zoeken naar internationaal prestige. Een officieel verdrag met de Verenigde Staten droeg hier in grote mate aan bij. Het bood eveneens een uitgelezen kans om duidelijk te maken dat de Sovjet-Unie openstond voor handel. Tot slot verwachtten de Russen dat de Amerikaanse expositie een katalysator zou zijn, die de eigen bevolking zou aansporen op grote schaal dezelfde consumentengoederen te produceren. Of, zoals Chroesjtsjov het verwoordde: ‘Hier kunnen wij iets leren. Deze tentoonstelling laat ons zien welke successen wij in de nabije toekomst zullen behalen.’

Dagelijks stonden er lange rijen voor de ingang van het Sokolniki Park. Volgens een evaluatierapport hadden er met gemak twee keer zoveel kaarten verkocht kunnen worden. De Communistische Partij probeerde bezoekers weg te lokken door tegelijkertijd een tentoonstelling zónder wachtrijen te organiseren. Toch bezochten 2,7 miljoen mensen de Amerikaanse Nationale Tentoonstelling, een stuk meer dan de 250.000 bezoekers op wie de organisatie vooraf rekende.

Tijdens de zes weken durende expositie werden er maar liefst 10.000 gratis glazen Pepsi-Cola per uur gedronken. Veel van de tentoongestelde producten, zoals boeken, spijkerbroeken van Levi Strauss en lege Pepsi-bekertjes, werden stiekem meegenomen door de bezoekers. Omdat er officieel geen samples uitgedeeld mochten worden aan het publiek, leerden de Amerikaanse gastvrouwen al snel dat ze tijdens demonstraties af en toe hun rug naar het publiek moesten keren, waarna van alles ‘stiekem’ meegenomen werd. Volgens The New York Times-correspondent Harrison Salisbury keken de bezoekers met ‘uitpuilende ogen’ naar alle tentoongestelde producten. President Eisenhower concludeerde na afloop tevreden dat de 3,6 miljoen dollar die de regering had uitgegeven aan deze expositie ‘de beste investering’ in lange tijd was.


Een Russisch jongetje vergaapt zich aan een Amerikaanse slee.

Was de Amerikaanse Nationale Tentoonstelling in Moskou inderdaad zo’n daverend succes? Gingen de bezoekers jaloers en verlangend naar kleurentelevisies en vaatwassers weer naar huis? Chroesjtsjov was in elk geval niet onder de indruk. Tijdens de openingsdag verbaasde hij zich tegenover Nixon over een getoonde citruspers: ‘Wat is dat voor een raar ding? Voor een kop thee heb je slechts een paar druppels citroensap nodig. Een citruspers bespaart je helemaal geen tijd, want je kunt veel sneller een citroen uitknijpen met de hand. Deze onzin is een belediging voor onze intelligentie.’

Toen de beide leiders voor de modelkeuken vol geavanceerde snufjes stonden, zei Nixon: ‘Wij maken het leven voor de huisvrouw veel gemakkelijker.’ Zijn Russische collega antwoordde: ‘Wij hebben een meer respectvolle houding ten opzichte van vrouwen.’ Even later voegde hij, bij het zien van een vaatwasser die zichzelf inruimde en een apparaat dat de vloer schrobde, er cynisch aan toe: ‘Hebben jullie ook machines die eten in jullie mond stoppen en helpen bij het doorslikken?’

Tien paar schoenen

‘Voldeed onze tentoonstelling aan de wensen van de Russen? Nee!’ concludeerde een van de Amerikaanse gidsen in haar rapport. Dat blijkt ook uit veel van de reacties in de gastenboeken, waar zo’n 2000 bezoekers in schreven, en uit de door de gidsen afgeluisterde gesprekken: ‘We zijn niet onder de indruk van deze expositie, ik zal anderen afraden hierheen te gaan’, ‘Een tekortkoming: jullie hebben ons laten zien wat jullie produceren, maar jullie laten niet zien hoe jullie dat produceren’, en: ‘Waar is de techniek?’

‘Jullie tonen ons potten, pannen en schoenen – alsof wij barbaren zijn.’

Veel bezoekers hoopten op technologie, maar kregen consumentenproducten te zien, wat bij velen voor teleurstelling zorgde. Andere bezoekers waren beledigd door de tentoonstelling: ‘Jullie tonen ons potten, pannen en schoenen, alsof wij barbaren zijn.’ En dan waren er nog bezoekers die, net als Chroesjtsjov, niet onder de indruk waren. Zo vroeg een bezoeker aan een van de Amerikaanse gidsen: ‘Nixon vertelde dat jullie zo’n tien paar schoenen per persoon bezitten. Waarom zoveel? Zijn Amerikaanse schoenen zo slecht?’

Maar er was niet alleen teleurstelling of verontwaardiging, sommige bezoekers waren wel degelijk positief: ‘Ik heb erg genoten van jullie tentoonstelling’, ‘Ik zou graag met eigen ogen de Amerikaanse way of life zien’, ‘Amerikaanse vrienden, we zouden graag jullie producten niet alleen hier, maar ook in onze winkels zien’.


Een Russin laat zich een Amerikaans kapsel aanmeten.

Opvallend is dat positieve commentaren ten opzichte van Amerika of van de getoonde producten níét betekenden dat deze bezoekers ook kritisch of negatief over de Sovjet-Unie waren, laat staan dat zij het kapitalisme als superieur beschouwden: ‘In ons dagelijks leven kunnen we veel leren van de Amerikanen’, ‘Ja, wij hebben onze tekortkomingen, maar als we met jullie in vrede en vriendschap leven, zullen wij deze inhalen’. Met andere woorden, de Sovjet-Unie kon alleen maar profiteren van zulke producten.

De Amerikanen slaagden er dus niet in om de bezoekers jaloers te maken. Het zou ook nog jaren duren voordat de Sovjet-Unie op grote schaal zou beginnen met de productie van consumentengoederen. Daarmee is de Amerikaans Nationale Tentoonstelling, zoals na de Koude Oorlog vaak beweerd is, niet het begin van het einde voor de Sovjet-Unie geweest, niet de gebeurtenis die onvermijdelijk zou leiden tot de val van deze grootmacht.

Deze expositie, als onderdeel van het culturele verdrag uit 1958 tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, zorgde wel voor een kiertje in het IJzeren Gordijn. Voor het eerst leerden de Russen de Amerikanen kennen en vice versa, en voor het eerst gingen hun leiders met elkaar in debat terwijl de camera’s draaiden. Zo kon de hele wereld zien en horen dat de ideologische strijd nog lang niet gestreden was, maar dat Chroesjtsjov en Nixon wel exact dezelfde mening over jazzmuziek hadden.

Ieke Schout is redacteur van Historisch Nieuwsblad.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2019