Home Dossiers Romeinen Postumus: de slimme keizer van Gallië

Postumus: de slimme keizer van Gallië

  • Gepubliceerd op: 28 maart 2023
  • Laatste update 03 jan 2024
  • Auteur:
    Afke van der Toolen
  • 10 minuten leestijd
Gevecht tussen Romeinen en Galliërs.
Cover van
Dossier Romeinen Bekijk dossier

In de derde eeuw stichtte de Romeinse bevelhebber Postumus een eigen keizerrijk in Gallië. Hij bleek een betere bestuurder dan zijn Romeinse rivalen: het land werd een oase van stabiliteit en veiligheid.

Het is bijna een beeldhouwwerk. Een robuuste mannenkop steekt ver naar voren uit het muntoppervlak, alsof hij goed wil zien wie hem nu bekijkt. ‘Aug,’ luidt het opschrift langs de rand, een afkorting van ‘Augustus’, wat betekent dat dit een keizer is. Kennelijk een succesvolle keizer, want deze munt is een van de indrukwekkendste die we uit de Romeinse tijd kennen.

Een goudstuk als dit – een aureus – vertegenwoordigt niet alleen monetaire waarde. Het is ook een uitdrukking van prestige en macht. Het moest welvaart, orde en rust uitstralen, zodat de onderdanen meteen konden zien: dit is de juiste man op de juiste plaats. Toen dit geldstuk in 267 werd geslagen, was Gallienus keizer van het Romeinse Rijk. Alleen is het niet zijn kop die ons aankijkt, en het is ook niet zijn naam op de munt. ‘Postumus,’ staat er. Keizer Postumus, dat is de man om wie het hier gaat.

Munt van Postumus.
Deze antoninianus van Postumus is vermoedelijk haastig geslagen.

Het is geen wereldberoemde naam. Geen Nero, Hadrianus of Constantijn de Grote. De meeste mensen zullen nog nooit van hem hebben gehoord. En toch was hij een opmerkelijke figuur. In de woelige periode die bekendstaat als ‘de crisis van de derde eeuw’ maakte hij van Gallië en omliggende provincies een oase van stabiliteit. Hij stichtte een eigen rijk op Romeins grondgebied, met een bestuur naar Romeins voorbeeld, maar wel volledig los van Rome: het Gallische Keizerrijk.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Er bestaan nauwelijks geschreven bronnen over deze man. Maar neem een handvol munten uit die tijd, en zijn contouren doemen alsnog uit de mist der tijden op. Twee goudstukken en een paar zilvermunten, veel meer is niet nodig om Postumus te profileren: een provinciaal uit de periferie, een uitstekende generaal en een slimme politicus, een durfal die een lange neus trok naar Gallienus, zijn Romeinse collega-keizer.

Grenzen onder druk

De tweede munt in onze kleine verzameling is er wél eentje van Gallienus – en het contrast kan bijna niet groter zijn. Het metaal is dof, en het portret doet vlak en amateuristisch aan. Helemaal eerlijk is de vergelijking niet, want dit is een zogeheten antoninianus,een zilvermunt die minder waard is. Maar ook als we deze naast een antoninianus van Postumus leggen, springt het verschil in het oog. Het is pijnlijk maar waar: de munten van de keizer van het Romeinse Rijk halen het niet bij die van de keizer van het Gallische Rijk. En niet alleen om hoe ze eruitzien. Het zilvergehalte van die van Gallienus is slechts de helft van dat van Postumus.

Meer lezen over het Romeinse Rijk? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Niet dat Gallienus een slechte keizer was. Het Romeinse Rijk kampte al met problemen lang voordat hij zelfs maar geboren was. In de woorden van de derde-eeuwse historicus Herodianus: ‘Een snelle opeenvolging van regeringen, hachelijke situaties door opstanden en oorlogen, onrust in de provincies, verwoestingen van steden in zowel het Romeinse kernland als daarbuiten, aardbevingen en epidemieën.’

Gouden aureus van Postumus.
De gouden aureus van Postumus is gemaakt om te imponeren.

Een nijpend probleem in de derde eeuw was dat de grenzen op veel plaatsen onder druk stonden. En dat terwijl de kosten voor de grenslegers al nauwelijks meer op te brengen waren. Rome begon daarom geld te scheppen, door steeds meer te beknibbelen op het goud- en zilvergehalte van de munten – tot de antoninianus van Gallienus slechts een dof stukje metaal was met nog maar 10 procent zilver.

Het was een pijnlijke paradox. Om de grenssoldaten te kunnen betalen, kregen die steeds waardelozer soldij uitbetaald. Dat deed de keizerstrouw geen goed, en die was onder de gevaarlijke grensomstandigheden toch al niet groot. Het rijk was enorm en de keizer kon maar op één plek tegelijk zijn. Het soms nijpende verlangen naar een meer aanwezige leider leidde nogal eens tot muiterij en het uitroepen van een tegenkeizer uit eigen midden, die vervolgens de zittende keizer uitdaagde en niet zelden versloeg.

Keizerlijke zelfpresentatie

De eerste keizer van het Romeinse Rijk, Augustus, hield meteen al streng controle over zijn publieke portretten, waaronder die op zijn munten. Zijn opvolgers namen dat van hem over. Elk detail had een rol in de gewenste keizerlijke zelfpresentatie, waardoor ook is na te gaan hoe de keizers zich ten opzichte van hun voorgangers positioneerden. De munten van Postumus volgden deze Romeinse traditie. In het begin distantieerde hij zich volledig van Gallienus door anders dan zijn rivaal met een volle baard en plat op de schedel liggend haar op zijn munten te verschijnen. Opmerkelijk genoeg nuanceerde hij dit beeld in latere jaren: terwijl hij zich met zijn baard  bleef afzetten tegen die van de Romeinse keizer, groeiden zijn krullen alsnog meer naar die van de ander toe.

Al in de eerste helft van de derde eeuw wisselden deze zogeheten ‘soldatenkeizers’ elkaar in snel tempo af, en dat werd tussen 244 en 284 nog erger. In die periode van veertig jaar tellen we maar liefst vijftig keizers. Anders gezegd: gemiddeld bleef geen keizer langer dan een jaar aan de macht. Langdurige bestuurlijke instabiliteit was het gevolg.

Gallienus was geen soldatenkeizer, maar wel de zoon van een soldatenkeizer. Zijn vader Valerianus had hem medekeizer gemaakt om de lasten te verdelen, maar werd zelf in 260 gevangengenomen door de Perzen. Vanaf dat moment stond Gallienus er alleen voor. En net als zijn voorgangers had hij te kampen met een hoeveelheid problemen die eigenlijk te groot was voor hem alleen.

Postumus maakt gebruik van wankel machtsevenwicht

De derde munt is weer een aureus. Laten we deze eens opgooien, dan zien we de voor- en achterkant al rondtollend in elkaar overgaan, zozeer lijken de mannen aan weerszijden op elkaar. Alleen is die aan de achterkant geen man, maar een god. Hercules, of om precies te zijn: Hercules Deusoniensis, een samensmelting van de Romeinse Hercules met een lokale Bataafse godheid.

Postumus identificeerde zich opvallend vaak met deze Herculesvariant, wat doet vermoeden dat hij ook zelf van Bataafse oorsprong was. Sommigen gaan nog verder en speculeren dat zijn wieg in Diessen heeft gestaan, een plaats tussen Tilburg en Eindhoven – de toevoeging ‘Deusoniensis’ zou daarvan zijn afgeleid. Maar daar zijn verder geen bewijzen voor.

Wel staat vast dat Postumus bevelhebber was van de Romeinse troepen in Neder-Germanië, het meest noordelijke gebied van Gallië, waar delen van Nederland en België onder vielen. En precies dit gebied was in 260 weer eens doelwit van verwoestende strooptochten van de Franken. De grensforten hielden zich niet of nauwelijks staande, en de inwoners waren hun leven en bezittingen niet zeker.

De Franken hielden woeste strooptochten over de grens

Keizer Gallienus was gepreoccupeerd met moeilijkheden aan de Donaugrens. Zijn zoon Saloninus, naar Gallië gestuurd als keizerlijk vertegenwoordiger, was nog maar een jonge jongen. Gallië had geen symbool nodig, maar een man die daadwerkelijk een vuist kon maken. En die man was Postumus: hij bracht de Franken in datzelfde jaar een vernietigende slag toe.

Daar had het bij kunnen blijven, maar Postumus verdeelde de buit onder zijn troepen, en de voogd van de jonge Saloninus eiste die op. Dat pikte Postumus’ leger niet. Waarop gebeurde wat die eeuw al zo vaak was gebeurd: de troepen riepen hun bevelhebber uit tot keizer. Niet lang daarna leverden de Keulenaren Gallienus’ zoon Saloninus aan Postumus uit – een teken dat de inwoners meer vertrouwen stelden in een eigen leider dan in Rome.

Postumus als Heracles
Postumus identificeert zich met de god Hercules. Die staat dan ook op de andere zijde (rechts) van deze gouden munt.

Velen zullen op dat moment hebben verwacht dat Postumus de zittende keizer zou uitdagen om de kroon. Dat was immers wat een lange reeks soldatenkeizers voor hem had gedaan. Maar hij maakte een slimmere keuze en nam genoegen met wat hij had. Keizer Gallienus op zijn beurt was ook verstandig en liet – op een enkele, snel afgebroken poging na – zijn rivaal met rust. In zekere zin knapte die immers de problemen in het westen voor hem op, zodat hijzelf de handen vrij had voor de vele andere problemen waarmee hij te kampen had. Zo ontstond het equilibrium waarin het Imperium Galliarum kon gedijen – voor zolang het duurde.

Beter bestuur onder Postumus

De volgende munt is een antoninianus van Postumus, een geldstuk van wederom uitstekende kwaliteit. Op één detail na: de rand is niet mooi glad. Dit is geen teken van gebrekkig materiaal, maar een aanwijzing dat Postumus grote haast had om zijn rijk van eigen betaalmiddelen te voorzien. Hij had het geluk dat op zijn grondgebied twee geldfabrieken stonden, en die liet hij overuren draaien. Daarbij kwam nog een tweede geluk: niet alleen Brittania, maar ook Hispania sloot zich bij hem aan, en daar waren zilvermijnen.

Postumus liet zijn geldfabrieken overuren draaien

Ook op andere gebieden pakte de Gallische keizer de zaken voortvarend aan. Hij zette een compleet nieuw bestuur op poten, met een eigen senaat en andere organen naar Romeins model. Dit tot genoegen van de regionale elite, die zo meer invloed en verantwoordelijkheid kreeg. Tegelijkertijd versterkte hij de gevaarlijke grenzen in het noorden op een innovatieve manier: door een zogeheten diepteverdediging op te tuigen. Achter de voorste linie van forten en grenstroepen legde hij een tweede linie van wachtposten aan, en daar weer achter stationeerde hij troepen in garnizoenssteden, die zo nodig snel konden bijspringen. Al met al was het zelfstandige Gallië niet alleen veiliger dan het in lange tijd was geweest, ook bestuurlijk en economisch stak het beter in elkaar.

Met een puur hedendaagse blik zou je misschien ook een opleving van een eigen ‘Gallische’ identiteit verwachten. Daarvan was echter geen sprake. Dit nieuwe rijk, hoe apart van Rome het ook functioneerde, bleef in alle opzichten de Romeinse cultuur ademen. Dat is ook af te zien aan Postumus’ munten: het type ontwerp en het soort afbeeldingen zijn rechtstreeks aan de Romeinse munten ontleend (zie kader op p. XX). Maar dan wel veel mooier. Alsof Postumus niet alleen zei: ik ben de juiste man op de juiste plaats, maar ook: ik doe het beter dan de keizers van Rome.

Postumus uitgedost als barbaar

We zijn bijna toe aan de laatste munt van de verzameling, en daarmee het einde van het bijzondere Gallische experiment. Het wrange is dat Postumus’ ondergang op meerdere manieren rijmt met zijn opkomst. Het begon ermee dat ook hij zijn munten begon te devalueren. De Gallische troepen in Opper-Germanië, ontevreden vanwege de waardevermindering van hun soldij, riepen hun eigen bevelhebber uit als tegenkeizer. Postumus wist deze opstand neer te slaan, maar vervolgens onthield hij de troepen die hem daarbij hadden gesteund de buit van de plunderingen. Was het de arrogantie van de macht? Of had hij het geld hard nodig om zijn machtsbasis te onderhouden? Hoe dan ook deelde hij het lot van veel van zijn Romeinse collega-keizers in de derde eeuw. Postumus’ laatste munt was geslagen: hij werd vermoord door zijn eigen leger.

De opvolgers van Postumus

In de vijf jaar tussen de dood van Postumus (269) en het einde van het Gallische Keizerrijk (274) werd het nooit meer rustig aan de top.

  • De eerste opvolger, de militair Marius, hield het als keizer maar twee of drie maanden vol. Hoe hij aan zijn einde kwam is onbekend.
  • Het was nog steeds 269 toen Victorinus aantrad als derde keizer van het Gallische Rijk. Hij had een hoge functie onder Postumus bekleed en slaagde erin twee jaar aan het roer te blijven. Overspel werd hem in 271 fataal; hij werd gedood door de echtgenoot van zijn minnares.
  • Tijdens de regeerperiode van Victorinus stond een tegenkeizer op, een generaal die Domitianus heette. Hij heerste slechts een aantal weken over een deel van Gallië, maar had toch nog voldoende tijd om een eigen munt te slaan.
  • In 271 trad Tetricus aan, de laatste van de het rijtje. Hij kwam uit een belangrijke Gallische familie en was een hoge bestuurder onder Victorinus. Tetricus werd na zijn overgave aan Rome niet gedood. Hij kreeg zelfs een hoge post toebedeeld, wat geruchten de wereld in hielp dat hij een deal met de Romeinen had gesloten.

Zijn Gallische Keizerrijk overleefde hem nog vijf jaar. De economische en bestuurlijke basis die Postumus had gelegd was stevig genoeg om een snelle afwisseling van keizers en tegenkeizers te doorstaan. Maar inmiddels was in Rome Aurelianus aan de macht gekomen, en die duldde dat aparte rijk in het westen niet.

De laatste munt van het handjevol is een aureus van Tetricus, de hekkensluiter der Gallische keizers. Om zijn mond zweemt iets dat bijna op een lachje lijkt, alsof hij vol vertrouwen de toekomst tegemoet ziet. Het beeld van zijn einde is treuriger: vastgebonden aan een Romeinse triomfwagen en uitgedost als een zogenoemde barbaar werd hij door de straten van Rome geleid. Een treffender metafoor van de teloorgang van de Gallische gloriejaren is nauwelijks denkbaar.

Keizer Aurelianus bleek niet bij machte Gallië te beschermen, en de Franken en andere Germaanse stammen vielen weer binnen als vanouds. Erger nog: Keulen werd een spookstad, steden als Maastricht werden op grote schaal geplunderd, uitgestrekte gebieden in het noorden raakten ontvolkt. Voor de inwoners van Gallië bleek de creatie van Postumus slechts een adempauze te zijn geweest.

Meer weten

  • Donkere wolken boven Rome door Herodianus is een contemporain verslag van de eerste helft van de derde eeuw (vert. Vincent Hunink, 2017).
  • De rand van het Rijk (2010) door Jona Lendering en Arjen Bosman schetst de regionale context waaruit Postumus voortkwam.
  • Image and Reality of Roman Imperial Power in the Third Century AD (2020) door Lukas de Blois is een gedetailleerde studie naar deze complexe periode.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2023