De poppenhuizen uit de zeventiende-eeuwse Republiek zaten vol verfijnde details. Ze waren nog niet bedoeld als speelgoed, maar moesten jonge vrouwen leren over het huiselijk leven.
Hoewel er oudere voorbeelden bestaan , vinden moderne poppenhuizen hun oorsprong in de zestiende eeuw. Deze delicate miniatuurhuizen waren absoluut niet bedoeld als kinderspeelgoed, maar als kunst en decoratie. Het betrof meestal een geïdealiseerde weergave van een huis.
Meer beeldessays in uw inbox? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Het zeventiende-eeuwse poppenhuis van Petronella Oortman trok veel bekijks in de Republiek. Schilder Jacob Appel maakte een portret van het huis, waarin de poppen tot leven lijken te zijn gekomen. De artistieke waarde van de poppenhuizen zit in de details. Het interieur bestaat uit miniatuur antieke meubels, gemaakt van kostbare materialen die ook gebruikt werden voor echte meubels, zoals ebbenhout, ivoor, zilver en porselein. In het interieur van luxe poppenhuizen mocht kunst uiteraard niet ontbreken. Aan de muren hangen originele minischilderijtjes. Voor de totale waarde van deze kabinet-poppenhuizen hadden de eigenaars ook een eenvoudiger huis op ware schaal kunnen kopen.


Poppenhuizen hebben een lange voorgeschiedenis
Al duizenden jaren lang worden huizen en kamers op kleine schaal nagebouwd. De vroegste voorbeelden hiervan zijn bijna 5000 jaar oude Egyptische huisjes, zoals deze slagerij. De huisjes werden gevonden in een graf en hadden vermoedelijk een religieuze functie.


Het poppenhuis van Petronella de la Court, samengesteld tussen 1670 en 1690. Het poppenhuis maakt deel uit van de vaste collectie van het Centraal Museum in Utrecht.
De Nederlandse poppenhuizen passen in de traditie van rariteitenkabinetten. De eigenaar kon zijn of haar weelde tonen met een kostbare verzameling: de hele wereld werd netjes geordend in een kastje bewaard. In het poppenhuis van Petronella Oortman staat een miniatuur rariteitenkabinet, gevuld met echte schelpjes.

De Engelse poppenhuizen van de achttiende eeuw waren bescheidener van schaal, maar hadden ook een realistisch exterieur. In tegenstelling tot de Nederlandse poppenhuizen waren de Engelse baby houses wél vaak een kopie van een bestaand huis. Zo konden bewoners de inrichting op kleine schaal uitproberen. Ook konden jonge dames leren hoe ze een huishouden moesten bestieren. Neurenberg was het hart van de speelgoedindustrie, zo ook voor poppenhuizen. Een miniatuur keuken werd in het Engels ook wel een Nuremberg kitchen genoemd.
Poppenhuis met werkende lift
Een van de grootste en meest luxueuze poppenhuizen is het huis dat de Engelse architect Edwin Lutyens ontwierp voor koningin Mary van Teck. Het huis werd in 1924 aangeboden en beschikt onder meer over elektrisch licht, een werkende lift en waterleidingen. De bibliotheek is gevuld met boekjes waarin originele verhalen staan van onder anderen Arthur Conan Doyle en A.A. Milne. Ter ere van het honderdjarig bestaan van het poppenhuis werd de bibliotheek in januari 2024 uitgebreid met nieuwe boekjes.


De industrialisatie in de negentiende eeuw maakte de productie van poppenhuizen eenvoudiger, waardoor het poppenhuis voor een grotere groep mensen beschikbaar werd. Bovendien werd de positieve impact van speelgoed op kinderen steeds duidelijker. Het poppenhuis bleef een luxeproduct, maar werd nu ook door kinderen gebruikt om mee te spelen. In de twintigste eeuw werden poppenhuizen massaal geproduceerd; bedrijven als het Zweedse Lundby maakten op grote schaal poppenhuizen voor alle kinderen. Zo veranderde het poppenhuis van pronkstuk van de elite in speelgoed voor iedereen.

Openingsbeeld: De ‘Konstkamer’ in het poppenhuis van Petronella de la Court. Aan de muur hangen originele minischilderijtjes. Het poppenhuis maakt deel uit van de vaste collectie van het Centraal Museum in Utrecht.