Home Last van een mond vol tanden

Last van een mond vol tanden

  • Gepubliceerd op: 19 maart 2024
  • Laatste update 15 apr 2024
  • Auteur:
    Bram van der Wilt
  • 5 minuten leestijd
Op een schilderij van Jan Steen wordt een jongen flink onder handen genomen door een tanden trekker, 1651

Wie vroeger last had van zijn gebit, kreeg het voor zijn kiezen. Er waren weinig goede behandelingen. En de methodes die er bestonden, waren pijnlijk.

Ruim 800.000 Nederlanders zijn zo bang voor de tandarts dat ze er niet heen durven. En dat terwijl de moderne tandarts een lieverdje is vergeleken met die van vroeger. Tandproblemen hebben altijd bestaan en ze hangen deels samen met het eetgedrag. Jagers en verzamelaars hadden weinig last van tandaanslag, maar door de uitvinding van de landbouw veranderde het dieet en rukten de gaatjes op. Die werden met zeer eenvoudige middelen aangepakt. In de Steentijd was in het Midden-Oosten en Egypte al sprake van eenvoudig tandonderhoud. Ook de Neanderthalers probeerden hun gebit bij te houden. De eerste ingrepen bestonden uit het uitboren van gaatjes, en later uit het vullen van die gaatjes met bijenwas. Lang werd gedacht dat een tandworm die gaatjes veroorzaakte. In Europa bleef die opvatting tot in de vroegmoderne tijd bestaan.

Meer beeldessays lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

De Egyptenaren, de Grieken en de Romeinen maakten al kunsttanden. Mogelijk werden die niet in het leven van alledag gebruikt, maar bij het afleggen van lijken. Wetenschappers, artsen en chirurgen schreven over tandheelkunde. Zo legden Hippocrates en Aristoteles uit hoe je tanden moest verzorgen. In de Arabische wereld ontwikkelde de tandheelkunde zich in de Middeleeuwen tot een hoog niveau. Meesterchirurg Al-Zahrawi uit Andalusië vond meer dan 200 tandartsinstrumenten uit, waarvan een groot deel in enige vorm vandaag de dag nog wordt gebruikt.

Tandarts aan het werk op een Scytische  vaas. Gevonden op de Krim, vierde eeuw  voor Christus.
Tandarts aan het werk op een Scytische vaas. Gevonden op de Krim, vierde eeuw voor Christus. Bron: Bridgeman Images.
Op deze Ottomaanse  illustratie wordt de bron  van kiespijn verbeeld als  een demoon. Negentiende eeuw
Op deze Ottomaanse illustratie wordt de bron van kiespijn verbeeld als een demoon. Negentiende eeuw. Bron: Bridgeman Images.
Apollonia met tandartstang  en palmtak. Schilderij door  een leerling van Francisco  de Zubarán, zeventiende  eeuw.
Apollonia met tandartstang en palmtak. Schilderij door een leerling van Francisco de Zubarán, zeventiende eeuw.

Martelares met tandartstang

Apollonia van Alexandrië is de patroonheilige van tandartsen. Zij zou tijdens de christenvervolgingen van de derde eeuw gefolterd en gedood zijn, waarbij de tanden haar uit de mond werden getrokken. Ze wordt vaak afgebeeld met een tang waarin een tand zit.

In middeleeuws Europa werden tandheelkundige ingrepen uitgevoerd door monniken met geneeskundige kennis. Ze werden geassisteerd door barbiers, omdat die toch al het nodige gereedschap hadden. Later gingen barbiers ook zelfstandig opereren, maar meestal beperkten zij zich tot het trekken van tanden en kiezen.

In de achttiende en negentiende eeuw ontwikkelde de tandheelkunde zich door de wetenschappelijke en vervolgens industriële revolutie tot een moderne wetenschap. Pierre Fauchard geldt als de vader van de moderne tandheelkunde. Hij maakte gebruik van gereedschap dat hij leende van juweliers en horlogemakers. Hij verfijnde de instrumenten en vond onder andere de beugel uit.

Werkplaats waar neptanden  gemaakt worden. Schilderij door  C. Durif-Bedel, circa 1880.
Werkplaats waar neptanden gemaakt worden. Schilderij door C. Durif-Bedel, circa 1880. Bron: Bridgeman Images
Een van de kunstgebitten van George Washington, gemaakt van lood, menselijke tanden, koeientanden en ivoor.

Kunstgebit van Washington

Al voor zijn dertigste begon George Washington zijn tanden te verliezen. Tegen de tijd dat hij president werd, had hij bijna een volledig kunstgebit. Zijn kunstgebitten werden gemaakt van ivoor, goud en tanden van tot slaaf gemaakte mensen. Het geheel werd bij elkaar gehouden door metalen bouten, de veren dienden ter ondersteuning om het gebit open te houden.

In de negentiende eeuw volgden technologische ontwikkelingen elkaar in hoog tempo op. Er kwamen nieuwe boren en betere manieren van vullen, maar ook porseleinen kunsttanden, tandenborstels en tandpasta. En verdovingen. Toen Willoughby Miller ontdekte dat niet de tandworm, maar bacteriën verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van gaatjes, groeide de aandacht voor persoonlijke tandhygiëne. Goed poetsen kon veel ellende voorkomen. Maar ondanks al deze vooruitgang blijft de angst voor de tandarts.

Een tand wordt met zoveel kracht  getrokken dat de patiënt op de  grond valt. Waterverfschilderij  door James Gillray, 1790.
Een tand wordt met zoveel kracht getrokken dat de patiënt op de grond valt. Waterverfschilderij door James Gillray, 1790.
Het eerste boek dat geheel aan tandheelkunde is gewijd: het Artzney Buchlein uit 1530.
Het eerste boek dat geheel aan tandheelkunde is gewijd: het Artzney Buchlein uit 1530.

Openingsafbeelding: Op een schilderij van Jan Steen wordt een jongen flink onder handen genomen door een tandentrekker, 1651.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2024