De introductie van het brons leidde in Europa tot grote maatschappelijke veranderingen. Zo is te zien op een nieuwe tentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden over de Bronstijd.
Vanaf 3100 v.Chr. trokken Indo-Europese steppenvolkeren vanuit Centraal-Azië westwaarts. Ze creëerden daarbij uitgestrekte netwerken, waardoor ook koper circuleerde. Door bijmenging met andere ertsen ontstond brons, dat rond 2000 v.Chr. voor het eerst terechtkwam in het gebied dat nu Nederland heet. Je zou de introductie van brons, dat voor 90 procent uit koper bestaat, ook wel ‘de koperen dageraad’ kunnen noemen.
Meer beeldessays in uw inbox? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
De westwaartse trek is exemplarisch voor de verbondenheid en mobiliteit van de Europese wereld in de Bronstijd; de mensen waren veel op pad. Dat blijkt uit barnstenen kralen uit het Baltische gebied die zijn gevonden in Assyrië (Irak) en een glazen kraal uit Assyrië die rond 2000 v.Chr. eindigde in een graf in Tiel. Er was sprake van een duidelijke culturele eenheid in Europa. Een voorbeeld hiervan zijn begrafenisgebruiken: van Oost- tot West-Europa werden doden vaak op dezelfde manier onder grafheuvels begraven.
Dit artikel is exclusief voor abonnees


West-Friese bronsschatten
Onder andere in West-Friesland zijn veel sporen van bronstijdnederzettingen gevonden. Deze brilfibula’s, onderdeel van een bronsschat gevonden bij de West-Frisiaweg in Hoorn, zijn een mooi voorbeeld van de culturele eenheid van Europa in de Bronstijd. Soortgelijke fibula’s zijn ook elders aangetroffen, van Noord-Duitsland en Scandinavië tot Frankrijk.

In de Bronstijd waren de werelden van de levenden, de doden en de goden intensief verweven. Sommige kostbare voorwerpen zijn gevonden in graven: mensen eerden bijzondere familieleden met grote grafheuvels. Deze grafheuvels lieten imposante sporen na in het landschap. Zo is er op de Veluwe een zes kilometer lange rij van veertig grafheuvels gevonden. Andere bronzen vondsten zijn gedaan op bijzondere plekken in het landschap. Mensen offerden deze kostbare voorwerpen en zelfs ceremoniële zwaarden op bijzondere plekken, zoals meertjes, moerassen of rivieren.
Zwaard van Ommerschans
Rond 1500 v.Chr. werd dit ceremoniële bronzen zwaard achtergelaten in een veenmoeras. Uit de grootte en het gewicht is af te leiden dat het zwaard nooit als wapen gebruikt kon worden. Kosten noch moeite werden dus gespaard om een object te maken dat zonder het te kunnen gebruiken werd geofferd. Sinds 2017 is het zwaard onderdeel van de collectie van het RMO.

Maar de toepassing van brons had ook een schaduwzijde. Er vielen sterkere wapens van te maken, het zwaard kwam op en door groeiend bezit en het belang van handelsstromen nam het geweld toe. Een pijnlijk voorbeeld daarvan is een massagraf uit ongeveer 1700 v.Chr., gevonden bij Wassenaar. En bij de rivier de Tollense in Oost- Duitsland is het oudste Europese bewijs van een oorlog gevonden, gedateerd rond 1300 v.Chr. De koperen dageraad kwam met een bloedrode gloed.

Tentoonstelling
Dit beeldessay is gebaseerd op de tentoonstelling Bronstijd. Vuur van verandering, die tot en met 16 maart 2025 te zien is in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Info: www.rmo.nl

Openingsbeeld: Grafheuvels met palenkrans in Goirle, Noord-Brabant.