Home Dossiers Het verzet De eeuwige oorlog van Henk Das

De eeuwige oorlog van Henk Das

  • Gepubliceerd op: 25 april 2023
  • Laatste update 19 sep 2023
  • Auteur:
    Jeroen Vullings
  • 3 minuten leestijd
De eeuwige oorlog van Henk Das
Cover van
Dossier Het verzet Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Als verzetsleider wist Henk Das steeds te ontsnappen aan de Duitse bezetter. Maar na de Tweede Wereldoorlog brak de stress hem toch op. Politicoloog Wilfred Scholten beschrijft hoe deze held uiteindelijk zelf een slachtoffer werd.

Waar korfbal, ‘de meest gereformeerde van alle sporten’, al niet toe kan leiden. Henk Das (1916-2008, schuilnaam: Ruurd) rolde in april 1942 via zijn korfbalclub het verzet binnen. De club was aangesloten bij de christelijke korfbalbond en daarmee onderdeel van de gereformeerde zuil. Zijn vriend de onderwijzer Toes van Vliet (schuilnaam: Hugo) vroeg hem te helpen, en zo kwam hij bij het verzet – simpel. Je kende elkaar van de korfbalclub en ‘je wist dat ze goed waren’, aldus Das. Het ging om vertrouwen.

Op dezelfde manier ontstond een andere groep uit de Christelijke Bond van Patroons uit het Meubileringsbedrijf. Dat was het voordeel van het verzuilde Nederland in die tijd: de organisatie binnen het verzet was er eigenlijk al.

Tegelijkertijd omschreef Das het verzet eens als ‘een wankel gebouw, dat steeds op instorten stond’. Dat had te maken met het gebrek aan toekomstperspectief, met de slachtoffers die almaar vielen en met de dreiging van verraad binnen de eigen gelederen. Zo kreeg ook hij te maken met ‘Edith’ (pseudoniem van Miep van Oranje), een van de grootste verraadsters in de oorlog, die nooit haar gerechte straf kreeg.

Toch was voor Das persoonlijk het ergste verraad dat van zijn korfbalvriend Toes alias ‘Hugo’, die ‘gedraaid’ werd door de SD. In maart 1943 moest Das zelf onderduiken, en hij wist de resterende oorlogsjaren uit handen van de bezetter te blijven. De kracht van Wilfred Scholtens journalistiek geschreven en met anekdotes geplaveide biografie Dansen op het dodenkoord is dat daarin het verzetsleven van binnenuit beschreven wordt. Wie kende wie, hoe werkten de verschillende groepen samen? Waar zaten ze?

De rode draad daarbij is Das’ verzetsloopbaan als provinciaal leider van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en ook nog even als districtsleider van Utrecht bij de Centrale Inlichtingendienst (CID). Aan bod komen ook zijn jaren na de oorlog, toen het trauma begon op te spelen doordat hij al die jaren in verschrikkelijke spanning had geleefd.     

Uit Das’ levensfeiten kan ook een algemene conclusie getrokken worden over de voorwaarden om een verzetsstrijder te kunnen zijn, schrijft Scholten. De verzetsmensen hadden een gelukkige jeugd gehad, ‘met ouders die hun een gevoel van eigenwaarde gaven’. Normen en waarden dus, weten wie je bent en waarvoor je staat. De tweede voorwaarde: hun werd gevraagd te helpen. En dat deden ze, uit plichtsgevoel. Dat was genoeg om je, zoals Henk Das, tijdens de oorlog heldhaftig te gedragen.

Dansen op het dodenkoord. Hoe verzetsman Henk Das de oorlog overleefde, maar er toch aan onderdoor ging
Wilfred Scholten
320 p. Boom, € 29,90
Bestel bij Libris.

Boek over Henk Das

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 5 - 2023