Nederland en Turkije vieren een jubileum: in 1924 sloten beide landen een vriendschapsverdrag. Al in de zeventiende eeuw knoopte Nederland banden aan met het Ottomaanse Rijk. De relatie met de Turken werd gekenmerkt door een gemeenschappelijke vijand, grote handelsbelangen en een flinke dosis wantrouwen.
Op 19 november tekende het Nationaal Archief een samenwerkingsovereenkomst met het staatsarchief van Turkije om ‘onze gedeelde geschiedenis verder te belichten’. Volgens emeritus hoogleraar Turkse talen en culturen Erik-jan Zürcher gaan de diplomatieke banden tussen beide landen meer dan 400 jaar terug. Nederland was tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) een van de eerste landen die betrekkingen aanknoopte met het Ottomaanse Rijk, vertelt hij.
‘Het initiatief kwam van beide kanten. Ottomaanse en Nederlandse politici wilden de banden aanhalen vanwege een gezamenlijke vijand: de Oostenrijkse en Spaanse Habsburgers. Sindsdien is de band blijven bestaan. Doordat wij tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal bleven en Turkije in de Tweede Wereldoorlog geen kant koos, zijn die vriendschappelijke relaties nooit officieel afgebroken. Dat is best bijzonder.’
Hoe belangrijk waren die diplomatieke betrekkingen de afgelopen eeuwen?
Dit artikel is exclusief voor abonnees
‘Vooral in de negentiende eeuw toonden Nederland en Turkije veel interesse in elkaar. Nederlands-Indië was toen al een van de grootste moslimlanden ter wereld, daardoor zag de Nederlandse regering een potentieel gevaar in de Ottomaanse sultan. Den Haag vreesde dat de kalief zou proberen invloed uit te oefenen op de islamitische inwoners van Nederlands-Indië en hen zou opzetten tegen het Nederlandse gezag. Op zijn beurt wilde de sultan inderdaad het leiderschap van de islamitische wereld claimen. Het was voor hem van belang dat hij zich kon laten gelden in Zuidoost-Azië, daarom wilde hij de banden met de Hollanders toch aanhalen.’
‘Het was een wantrouwige verhouding, die nog belangrijker werd in de tweede helft van de negentiende eeuw. Toen de stoomscheepvaart opkwam, gingen Javaanse moslims massaal op bedevaart naar Mekka, dat toen nog in het Ottomaanse Rijk lag. Nederland vestigde daarom een consulaat in Jeddah, de havenstad bij het bedevaartsoord.’
‘De belangen veranderden pas toen Mustafa Kemal Atatürk in 1923 de Republiek Turkije uitriep. Hij wilde van het land een seculiere staat maken, die geen claim meer legde op de moslimwereld.’
Wat was de Nederlandse houding tijdens de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog?
‘Nederland onderhield, net als de meeste Europese staten, tot het einde van de oorlog betrekkingen met het Ottomaanse Rijk. Na het uitroepen van de Republiek Turkije gingen we opnieuw relaties aan, maar eigenlijk werden die pas weer belangrijk na de Tweede Wereldoorlog, toen Turkije NAVO-lid werd.’
Welke rol speelde handel in de historische relatie tussen beide landen?
‘Voor Nederland was de handel met de Levant in de zeventiende eeuw al een prioriteit. Dat handelsbelang groeide in de twintigste eeuw: vanaf de jaren vijftig vestigden Nederlandse multinationals als Philips en Unilever zich in Istanboel. Dankzij zijn snelgroeiende bevolking werd Turkije vanaf de jaren zestig een aantrekkelijke markt voor Nederlandse bedrijven, maar omdat het land toen nog beschermd was door hoge tolmuren, moesten de bedrijven zich in het land zelf vestigen. Toen Nederland en Turkije in de jaren negentig een douane-unie sloten, werd het mogelijk om producten vrij van invoerrechten in Europa te verkopen. Turkije werd voor Europese bedrijven een goedkoop productieland voor de Europese markt, en dat is tot op de dag van vandaag het verdienmodel.’
Is commercieel belang de drijvende kracht achter de huidige vriendschapsjaren?
‘Het is primair een feestje voor het bedrijfsleven. In 2012 vierden Turkije en Nederland ook al 400 jaar betrekkingen. Politieke delegaties flirtten toen wat met elkaar en er werd aandacht besteed aan de arbeidsmigratie vanuit Turkije naar Nederland, maar het ging vooral om de commerciële betrekkingen.’
‘Vieringsjaren zijn primair een feestje voor het bedrijfsleven’
‘Het aanhalen van de banden is nodig, want de afgelopen twintig jaar heeft de Nederlands-Turkse relatie flinke dieptepunten gekend. De verhouding met president Erdoğan is wat verzuurd. In 2013 ontstond bijvoorbeeld een rel rond het bezoek van een Turkse minister aan Rotterdam, waarbij ook premier Rutte er met een gestrekt been in ging. Dat de politieke relatie kwetsbaar is, merkte je ook wel bij de feestelijkheden van vorig jaar. Van de Tweede Kamer mocht het officieel geen viering meer heten, maar een herdenking.’
Zelf heeft u in 2016 een Turkse onderscheiding teruggegeven.
‘Dat klopt. Die onderscheiding kreeg ik in 2005 vanwege mijn inspanningen voor de publieksvoorlichting over de Turkse toetreding tot de EU. Toen de regering van Erdoğan steeds repressiever werd en academici ging vervolgen die zich uitspraken voor vrede met de Koerden, heb ik de onderscheiding uit protest teruggegeven.’
Hoe kijkt u nu naar dit soort vriendschapsvieringen?
‘Het is een beetje een poppenkast. Die kan niet veel kwaad, zolang we de negatieve kanten van Erdoğans regime hierdoor niet uit het oog verliezen. Een lang bestaande relatie tussen twee volkeren mag je vieren, maar het mag geen whitewashing van een regering worden.’
‘Zoals wij het regime van Erdoğan niet willen vergoelijken, geldt dat andersom trouwens net zo goed. Nederland heeft nu ook een twijfelachtige regering. Turkije zal ons huidige kabinet niet willen goedpraten, maar dat zal er niet toe leiden dat ze de banden doorknippen.’