Home Atatürk. De Vader der Turken

Atatürk. De Vader der Turken

  • Gepubliceerd op: 21 maart 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Dick Nieuwboer
Atatürk. De Vader der Turken

Nog steeds zweren scholieren in Turkije elke morgen trouw aan ‘de grote Atatürk’. Met het uitroepen van de Turkse Republiek op 29 oktober 1923 gaf Mustafa Kemal de Turken hun eigenwaarde terug. Maar de twee grote problemen waar hij mee worstelde, de Koerdische kwestie en de relatie met de islam, zijn nog steeds niet opgelost.

Van Atatürks portret schrik je niet zo gauw meer als je een tijdje in Turkije bent. In elke winkel, elke school en ook op straat kom je voortdurend zijn S meestal strenge S blik tegen. Maar net als je denkt dat niets je meer verrast, sta je toch weer even versteld. Wandelend door het Atatürk-museum bewonder je de foto’s, kijk je naar zijn kleren en lach je om zijn koffiekopje met Turkse landkaart. Tot je opeens denkt: is dat een kunstgebit? 
    
Ja, het is een kunstgebit. Het kunstgebit van Atatürk. En de Turken bewaren het 77 jaar na zijn dood nog altijd als een relikwie. Atatürks portret hangt in Turkije waarschijnlijk op meer plekken dan dat van Saddam in het Irak van een paar jaar geleden. En zelfs nu het land steeds democratischer wordt en de Europese Unie nadert, lijkt de verering geen grenzen te kennen. 

Wie was die man die de Turken nog altijd beschouwen als nationale held? Wat gaf hij het land dat hij stichtte als erfenis mee? En waarom speelt hij nog altijd zo’n belangrijke een rol in het huidige Turkije?
 

Keurige jongen

Atatürk komt in 1880 of 1881 ter wereld als Mustafa in de Ottomaanse havenstad Saloniki, het huidige Thessaloniki in Griekenland. Hij is de zoon van Zübeyde, een vrome moslima, en de douanebeambte Ali Riza. Zijn vader, die graag een glaasje lust, overlijdt als Mustafa nog een kind is. 
    
Altijd keurig gekleed en gefascineerd door uniformen kiest Mustafa al op jonge leeftijd S tegen de wens van zijn moeder in S voor een militaire opleiding. Hij hoort bij de beste leerlingen en krijgt er zelfs de bijnaam Kemal (‘Perfectie’). En zoals veel van zijn medestudenten toont hij algauw veel interesse voor politiek. 

De aanstormende officieren zien met lede ogen aan hoe het Ottomaanse Rijk steeds verder in verval raakt. Mustafa Kemal bezoekt de cafés en de geheime genootschappen in Saloniki waar wordt nagedacht over manieren om het autoritair bestuurde rijk te redden. Hij leest Voltaire, Rousseau en Montesqieu, en proeft in de bars en nachtclubs van Istanbul van de westerse levensstijl. 

Als de Ottomanen zich tijdens de Eerste Wereldoorlog aansluiten bij Duitsland, vecht hij nog wel voor het multinationale rijk. Hij speelt zelfs een belangrijke rol bij het behoud van het strategische schiereiland Gallipoli. ‘Ik beveel jullie niet om aan te vallen, maar om te sterven,’ zou hij zijn soldaten hebben opgedragen.
 

Overwinningen

De val van het Ottomaanse Rijk blijkt echter niet te stoppen en de geallieerden dreigen het land op te delen. Mustafa Kemal ergert zich aan het slappe bewind in Istanbul, vlucht de stad uit en werpt zich op als leider van de Turkse nationalisten. Zij streven naar de vestiging van een thuisland voor de Turken en andere moslims in Anatolië. Vier jaar later zijn de Italianen, Fransen, Engelsen en vooral de Grieken uit het land verjaagd. 

Maar de overwinning op het slagveld is pas het begin. Al snel wordt ook de Ottomaanse dynastie het slachtoffer van Mustafa Kemals geldingsdrang. Op 1 november 1922 schaft het door hem geregisseerde parlement het sultanaat af. Vahdettin, de laatste sultan, vlucht met hulp van de Engelsen uit Istanbul. Zijn neef Abdülmecit mag nog even blijven als kalief, de geestelijk leider van de moslims. 
    
Met het aftreden van de Ottomaanse sultans verschuift de macht definitief naar de nieuwe hoofdstad Ankara. Op 29 oktober 1923 wordt de Turkse Republiek officieel uitgeroepen, met Mustafa Kemal als eerste president. Het geeft hem de macht om het land met harde hand in de door hem gewenste richting te duwen. Zijn wil, vindt hij, moet ook de wil van de Turken zijn.
 

Weg met de fez

Wat Kemal wil, is het einde van de achterlijkheid die het land volgens hem in zijn greep houdt. Kennis en wetenschap zijn de nieuwe toverwoorden. ‘Die zullen we in de hoofden proppen van ieder individu,’ bezweert hij. En dus, vindt Mustafa Kemal, moet de invloed van de islam drastisch worden ingeperkt. De staat moet niet alleen worden gescheiden van de moskee, de islam moet ook onder controle komen. Anders zal Turkije nooit het beschaafde, westerse land worden dat hij voor ogen heeft. 
    
‘Ik heb geen geloof, en soms zou ik willen dat alle geloven op de bodem van de zee lagen,’ vertrouwt hij de Britse journaliste Grace Ellison toe. ‘Mijn mensen gaan de principes van de democratie leren. Laat ze maar vereren wat ze willen; iedereen mag zijn geweten volgen, op voorwaarde dat dat niet in strijd is met het gezonde verstand.’ 
    
Een voor een sneuvelen zo de heilige huisjes. Op 3 maart 1924 moet het kalifaat eraan geloven en snel daarna worden mausolea en kloosters gesloten. Religieuze instellingen komen onder staatstoezicht en de medreses, koranscholen, worden vervangen door nationaal onderwijs met Turks als voertaal. Voortaan zijn vrouwen en mannen gelijk voor de wet. En natuurlijk is het gedaan met het verbod op alcohol, waar de president toch al lak aan had. 
    
Om de hervormingen erin te stampen, toert de president driftig door het land. Hij vertolkt een glansrol als nationale onderwijzer als hij in sneltreinvaart S ‘Het gebeurt in drie maanden gebeuren of helemaal niet’ S de invoering van het Latijnse schrift erdoor drukt. Met een krijtje in zijn hand brengt hij de Turken eigenhandig het nieuwe alfabet bij. 
    
En als hij besluit de fez, symbool van het Ottomaanse Rijk, te verbieden, stapt Mustafa Kemal zelf met een westerse hoed op de mensen af. Geschrokken halen ze de fezzen van hun hoofden. Als ze niet willen, slaat de president ze er zelf vanaf. Tientallen hardnekkige weigeraars worden zonder pardon geëxecuteerd.
 

Koerden

De revolutie zorgt zo al snel voor enorme spanningen. Een opstand onder leiding van de Koerdische sjeik Said kan alleen met geweld de kop worden ingedrukt. De sjeik en zijn handlangers worden ter dood veroordeeld en binnen korte tijd is het verboden om Koerdische namen te gebruiken. Dit is het begin van een politiek om de Koerden te assimileren, maar betekent zeker niet het einde van de problemen met de Koerden. 
    
Als in juni 1926 een complot wordt ontdekt om de president te vermoorden, slaat hij opnieuw keihard terug. Bijna twintig mensen worden opgehangen. De grootste zonde die de meeste aangeklaagden hebben begaan is kritiek leveren. Mustafa Kemal laat zien dat hij meedogenloos kan zijn en pakt uiterlijk ongestoord de draad weer op. De avond na de executies brengt hij net als altijd drinkend door met zijn vrienden. 
    
Het maakt pijnlijk duidelijk dat Atatürk zelf lang niet altijd kan voldoen aan de hoge eisen die hij de Turken oplegt. Hij wil zijn land democratie schenken, maar weet het zelf alleen maar op autoritaire wijze te besturen. Op dezelfde manier predikt hij emancipatie van de vrouw, maar duldt hij nooit een vrouw als gelijkwaardige naast zich. 
    
Zijn huwelijk met de veel jongere Latife strandt al na tweeënhalf jaar. Dan heeft hij genoeg van haar pogingen de raki, zijn favoriete drankje, in te wisselen voor thee. Veel meer voelt hij zich op zijn gemak bij zijn acht geadopteerde dochters, die hij kan kneden tot moderne vrouwen. Een van hen schopt het tot professor, een ander wordt Turkijes eerste gevechtspilote. In 1937 helpt ze bij het onderdrukken van een nieuwe Koerdische opstand.
 

Zonnetaaltheorie

Bij Turkijes nationale held is de revolutionaire puf er dan allang uit. Zonder oppositie en met de dagelijkse leiding in handen van zijn tweede man Ismet Inönü brengt Kemal zijn dagen door in ledigheid. Voor het middaguur komt hij zijn bed niet meer uit en zelfs de traditionele nachtelijke braspartijen kunnen hem niet meer boeien. 

‘Ik verveel me kapot,’ vertrouwt hij zijn secretaris in 1933 toe. ‘Iedereen is aan het werk, maar mijn werk neemt amper een uur in beslag. Het diner zorgt niet voor vermaak. Waar het ook is, het zijn ongeveer dezelfde mensen, dezelfde gezichten, dezelfde gesprekken. Jongen, ik heb er genoeg van.’ 
    
Atatürk, Vader der Turken, de naam die hij zichzelf in 1934 gaf, vermaakt zich in die laatste jaren vooral met het herschrijven van de Turkse geschiedenis. Hij stelt dat de Hittieten, Phrygiërs en Lydiërs, die eeuwen eerder in Anatolië woonden, eigenlijk Turks zijn, dat de islam per ongeluk op het pad van de Turken is gekomen en vooral dat de Turken voor geen enkel ander volk hoeven onder te doen. 
    
In zijn chauvinistische ijver gelooft Atatürk zelfs vurig in de zonnetaaltheorie. Elke taal zou voortkomen uit de verering van de zon. En omdat vooral Turken de zon vereerden stammen alle talen volgens Atatürk uiteindelijk af van het Turks. Kennis en wetenschap zijn mooi en aardig, maar zijn eigen nationalistische geloof gaat in deze jaren voor. 
    
Zijn onregelmatige leven, de vele alcohol, de vijftien kopjes Turkse koffie en drie pakjes sigaretten per dag beginnen dan hun tol te eisen. Steeds vaker moet hij rust nemen en manen zijn dokters hem de raki te laten staan. Hij gehoorzaamt soms, maar de levercirrose heeft zijn lichaam al te zeer aangetast. 
    
Een paar vrienden en zijn oudste dochters zien aan zijn sterfbed hoe Atatürks gezondheid eind 1938 verder verslechtert. Hij raakt voortdurend in coma en is te zwak om terug te keren naar Ankara. De stichter van de Turkse Republiek sterft in het paleis van de sultans in Istanbul. Maar zijn missie is volbracht. Is hij gelukkig? wordt hem enkele jaren voor zijn dood gevraagd. ‘Ik ben gelukkig omdat ik succesvol ben geweest,’ is het antwoord van de vader der Turken.
 

Succesverhaal

Wie de talloze standbeelden en portretten ziet die nu nog overal in Turkije staan en hangen, moet hem wel gelijk geven. Atatürks naam ontbreekt zelden in toespraken, scholieren zweren elke morgen trouw aan ‘de grote Atatürk’ en als het Turkse voetbalelftal wint, kijkt hij vanaf een spandoek naar de feestvierende menigte. 
    
Maar de massaliteit van deze verering maakt haar tegelijk ook verdacht. Hoeveel betekent het nog als iedereen naar Atatürk verwijst en hem beschouwt als inspiratiebron? De nationale held wordt wel de hemel in geprezen, maar intussen ook volop gebruikt en misbruikt. 
   
‘Als Atatürk nog geleefd zou hebben, zou hij het ook zo hebben gewild,’ is misschien wel de meest gebruikte zin in de Turkse politiek. Zelfs de Koerdische rebellenleider Abdullah Ícalan, die Oost-Turkije met geweld van het land wilde afscheiden, dacht dat Atatürk het met hem eens zou zijn geweest. Net zoals vrome islamitische politici, die de huidige regering vormen, bij hoog en laag beweren dat ze in Atatürks voetsporen treden. 
   
Atatürk is zo tegelijkertijd een bindende en een splijtende factor. Hij gaf de Turken hun eigenwaarde terug en werd het symbool van het enige Turkse succesverhaal in de twintigste eeuw. Dat had zoveel invloed dat de Turken zich er niet van los weten te maken. Juist omdat ze het volstrekt oneens zijn over wat ze met zijn erfenis aan moeten. 
 

Nalatenschap    

Het is geen toeval dat de twee grote vragen waar Atatürk mee worstelde ook nu nog spelen. Atatürk probeerde de Koerdische kwestie op te lossen door van de Koerden Turken te maken. En hij wilde het land ontwikkelen door religie onder de duim te houden. Grote groepen in Turkije waren en zijn het daar volstrekt niet mee eens. 
    
De Turken kijken naar buiten kijken om die interne verdeeldheid op te lossen. De Europese Unie kan Turkije niet alleen rijker maken, maar kan er ook voor zorgen dat de Turken het makkelijker met elkaar eens worden. De Koerden krijgen in de EU meer rechten, maar moeten wel ophouden te streven naar een eigen land. En vrome moslims mogen vrijer hun geloof belijden, maar dromen van een sharia-staat is er niet meer bij. 
   
Is dat dan wat Atatürk wilde? Ja, zeggen de Turkse voorstanders van toetreding, want Atatürk wilde aansluiting bij het Westen en democratie. Nee, zeggen de tegenstanders, want Atatürk zou nooit soevereiniteit hebben overgedragen aan Brussel, de Koerden nooit zoveel rechten hebben gegeven en zeker geen regering met vrome moslims hebben toegelaten. 
    
Ze hebben allemaal gelijk. En ongelijk. Atatürk barstte zelf van de tegenstellingen en geloofde bovendien niet in vaste regels. ‘Ik laat geen preek na, geen dogma, en mijn erfenis is ook geen gebod dat is bevroren in de tijd of in steen is gehouwen,’ gaf hij de Turken mee. Van die vrijheid hebben ze optimaal gebruikgemaakt. 
 

***

Wet moet Atatürk beschermen
Als je Atatürk bewondert heb je in Turkije geen probleem. En als je dat niet doet, hou je gewoon je mond. Voor degenen die dat niet hebben begrepen, is er wet nummer 5816. Daarmee kunnen ‘misdaden tegen Atatürk’ worden aangepakt. 
    
De wet werd in 1951 aangenomen en belooft iedereen die de nagedachtenis aan Atatürk bezoedelt een straf van een tot drie jaar. Op het vernielen van een standbeeld of buste van de Vader der Turken staat zelfs maximaal vijf jaar. Turkije heeft de laatste jaren veel gedaan om de handhaving mensenrechten en vrijheid van meningsuiting te verbeteren, maar ‘Atatürks wet’ is nog altijd van kracht. 
    
De wet wordt vooral ingezet tegen schrijvers uit de islamitische hoek. Zo werd in 1997 een editie van het linkse blad Radikal in beslag genomen, omdat het een artikel had gepubliceerd van de vooraanstaande Turkse moslimintellectueel Abdurrahman Dilipak. Daarin schreef hij dat Mustafa Kemal een autoritaire militaire leider was. ‘Hij dwong Turkije Europa na te doen.’ 
    
In 2000 werd Hakan Albayrak, journalist van de islamitische krant Milli Gazete, zelfs gearresteerd. Hij had geschreven dat Atatürk zonder de gebruikelijke islamitische gebeden was begraven. ‘En noch de staat, noch het volk maakte zich hier druk over,’ voegde hij eraan toe. Dat hij in een volgend artikel zijn excuses aanbod, mocht niet meer baten. 
   
Albayrak werd veroordeeld tot vijftien maanden cel. November vorig jaar kwam hij vrij, na zes maanden te hebben gezeten. De vrijlating kwam, toevallig of niet, vlak voordat de Europese Unie moest besluiten of men zou beginnen aan de toetredingsonderhandelingen met Turkije.

Liefdesbrieven blijven achter slot en grendel
Van Atatürks huwelijk is weinig meer bekend dan dat het stormachtig was en al na een paar jaar tragisch afliep. Geen wonder dat historici handenwrijvend uitkeken naar de publicatie van de liefdesbrieven van Atatürk en zijn vrouw Latife. Tevergeefs, want de documenten blijven voorlopig achter slot en grendel in het Instituut voor Turkse Geschiedenis. 
    
Een rechter gaf in januari toestemming het archief te openen, maar het besluit zorgde voor een storm van protest. Volgens tegenstanders van de openbaarmaking willen Atatürks islamitische critici de brieven gebruiken om hem zwart te maken. De brieven zouden een nieuw licht kunnen werpen op zijn roerige privé-leven en zijn overmatige drankgebruik. ‘De islamitische media willen Latife misbruiken en Atatürk aanvallen,’ schreef columnist Emin Colasan in de krant Hürriyet. 
    
De tegenstanders kregen steun van het hoofd van het Instituut voor Turkse Geschiedenis. Volgens hem geeft de familie van Latife geen toestemming en dus moeten de brieven geheim blijven. In de archiefdozen zouden meer dan twintig brieven zitten die Latife naar haar man heeft gestuurd en enkele brieven en telegrammen van Atatürk zelf. Ook zou zijn echtgenote aantekeningen hebben gemaakt van enkele reizen. 
    
Latife Usakligil was slechts tweeënhalf jaar (van 1923 tot 1925) met Mustafa Kemal getrouwd. Volgens Atatürks biografen was de autoritaire leider haar bemoeizucht toen meer dan zat. Latife drong er bijvoorbeeld meer dan eens op aan zijn drankgebruik te matigen. 
    
Latife overleed in 1975. Volgens haar achternicht hield ze een portret van Atatürk tegen haar borst gedrukt. Over haar huwelijk heeft ze haar hele leven nooit iets losgelaten. Maar volgens journalist Ipek Calislar, die werkt aan haar biografie, had Latife een enorme invloed op Atatürk vanwege haar feministische denkbeelden. 
    
Dat bleek niet uit de manier waarop Mustafa Kemal van haar scheidde. Na enkele openlijke scènes stuurde hij haar weg en deelde hij haar, volgens islamitisch gebruik, mee dat het huwelijk voorbij was. Enkele jaren later zou hij zelf nieuwe wetgeving laten aannemen die dat voortaan onmogelijk maakte.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.