Begin negentiende eeuw was er in de Indonesische archipel één drukkerij. Deze Landsdrukkerij stond onder leiding van een ambtenaar en verzorgde het drukwerk voor het koloniaal bestuur. Al snel kwam daar ook commercieel en educatief drukwerk bij. De hoop was dat schoolboeken in het Maleis het beschavingspeil van de ‘inlanders’ flink zouden opkrikken en ‘de valsche Godsdienst van Mohameth’ zouden ontmaskeren.
Na enkele decennia was de vraag naar boeken en ander drukwerk zo groot dat ook commerciële drukkerijen (die tevens als uitgeverijen fungeerden) zich in de kolonie vestigden. Het bestuursapparaat was daar niet happig op, maar kon deze ontwikkeling niet tegenhouden. Met de nieuwe drukpersen werd in feite een paard van Troje binnengehaald. Niet alleen arriveerden er op deze manier nieuwe kennis en denkbeelden in ‘ons Indië’, maar deze konden bovendien op grote schaal worden verspreid, waardoor ze bijdroegen aan het ontstaan van Indonesisch nationaal bewustzijn.
In dit boek beschrijft Lisa Kuitert, hoogleraar boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, op levendige wijze het wereldje van drukkers, uitgevers en boekhandelaren in Nederlands-Indië. Hierbij gaat ze uitgebreid in op de ontwikkeling van deze bedrijfstak, de betekenis hiervan voor de modernisering van de archipel (er kwamen ook Indonesische en Chinese drukkers) en de reactie van de koloniale overheid.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Het is een genuanceerd verhaal, aangezien de opkomst van het boekbedrijf natuurlijk een onderdeel was van de koloniale overheersing, maar tegelijkertijd ook onmiskenbaar positieve gevolgen had. Zo stonden veel publicaties in de verschillende inheemse talen in het teken van de christelijke zending, en hadden dus een imperialistisch oogmerk, maar tegelijkertijd werden diezelfde talen hierdoor wel gestandaardiseerd en konden er woordenboeken worden samengesteld.
Rob Hartmans
Met een drukpers de oceaan over. Koloniale boekcultuur in Nederlands-Indië 1816-1920. Lisa Kuitert, 352 p. Prometheus, € 29,99