Home Dossiers Premiers van Nederland Kohl leerde Lubbers een lesje

Kohl leerde Lubbers een lesje

  • Gepubliceerd op: 30 mei 2023
  • Auteur:
    Bart Stol
  • 11 minuten leestijd
Kohl (links) en Lubbers in de Ridderzaal tijdens een bezoek van Kohl, 26 januari 1993
Cover van
Dossier Premiers van Nederland Bekijk dossier

Waarom nu?

Na de Russische inval in Oekraïne sprak Bondskanselier Olaf Scholz van een ‘Zeitenwende’, een historisch keerpunt dat een grote Duitse militaire inzet nodig maakte. Een vergelijkbare aardverschuiving deed zich voor na de val van de Muur in 1989.

De Nederlandse premier Ruud Lubbers probeerde in 1989 en 1990 eigenhandig de hereniging van West- en Oost-Duitsland in goede banen te leiden. Maar zijn bemoeienis wekte de woede van bondskanselier Helmut Kohl. In 1994 volgde de afrekening.

Bondskanselier Helmut Kohl was een indrukwekkende verschijning. Dit had hij mede te danken aan zijn 1,93 meter en het nuttigen van grote hoeveelheden Saumagen – gevulde varkenspens, zijn lievelingsgerecht. In onderhandelingen kon hij andere regeringsleiders het gewicht van de Bondsrepubliek laten voelen door met zijn massieve gestalte voor hen te gaan staan en, buik tegen buik, op ze neer te kijken.

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Kohl was even gul als rancuneus; omgaan met hem vergde tact en prudentie. En dat was precies wat de Nederlandse premier Ruud Lubbers miste. Niet gehinderd door persoonlijke bescheidenheid trad de ‘no-nonsensepremier zijn collega’s zelfverzekerd tegemoet. Iets teé zelfverzekerd, volgens sommigen, indachtig het beperkte internationale gewicht van Nederland. Kohl kon erover meepraten. Lubbers adviseerde hem regelmatig ongevraagd over gevoelige kwesties als euthanasie en de verhouding tussen de politiek en de centrale bank. Eind jaren tachtig stuurde hij Kohl een exemplaar van Harry Mulisch’ oorlogsroman De aanslag, om duidelijk te maken dat de Duitse bezetting nog altijd een gevoelig thema was in Nederland.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Kohl verdroeg de lessen van Besserwisser Lubbers in stilte. De Nederlander had zijn nut als oliemannetje in de Europese samenwerking. Lubbers was een van de weinigen die de eurosceptische premier Margaret Thatcher enigszins in de pas van de Europese Gemeenschap (EG) konden houden.

Duitsers beklimmen de Berlijnse Muur, 10 november 1989.
Duitsers beklimmen de Berlijnse Muur, 10 november 1989.

Maar op 9 december 1989 verloor Kohl dan toch zijn geduld. Precies een maand eerder was geheel onverwacht de Berlijnse Muur gevallen. In het Franse Straatsburg bogen de EG-leiders zich over de mogelijke hereniging van West- en Oost-Duitsland. Een met de West-Duitse delegatie afgestemd conceptcommuniqué sprak over steun voor het zelfbeschikkingsrecht van het Duitse volk.

Lubbers sloeg aan op de gekozen bewoordingen. De tekst repte niet over de grenzen die na de Tweede Oorlog in Europa getrokken waren. Wat was Kohl van plan? Wilde hij misschien ook de gebieden claimen ten oosten van de rivieren de Oder en de Neisse, die Duitsland in 1945 aan Polen had moeten afstaan? Lubbers trok naar verluidt een parallel met Hitler, die in de jaren dertig onder het mom van Heim ins Reich grote delen van Centraal- en Oost-Europa annexeerde. Hoewel Nederland het herenigingsstreven van de BRD sinds de jaren vijftig steunde, vroeg hij of het in het licht van de geschiedenis wel opportuun was dat Duitsland weer één zou worden. Voor Kohl was deze ‘bijna tribunaalachtige ondervraging’ te veel. In de marge van de bijeenkomst sneerde hij naar Lubbers: ‘Ik zal u eens de Duitse geschiedenis uitleggen!’ Het was een duidelijke waarschuwing dat de Hollander zich gedeisd moest houden. Maar Lubbers was dat niet van plan.

Kohl sneerde: ‘Ik zal u de Duitse geschiedenis uitleggen!’

Lubbers vreesde voor Alleingang

De val van de Muur op 9 november 1989 riep in bijkans heel Europa gemengde gevoelens op. Naast vreugde over het nakende einde van de Koude Oorlog en de deling van Europa ontstond er ook grote onzekerheid over de toekomst. Een herenigd Duitsland zou opnieuw het machtigste land van Europa worden. Maar de Sovjet-Unie wilde niet dat het nieuwe Duitsland lid bleef van de NAVO. Dat zou het westerse bondgenootschap veel te machtig maken. De grote vraag in 1989 en 1990 luidde hoe een nieuwe Duitse Alleingang en dominantie op het continent voorkomen konden worden.

De onzekerheid werd aangewakkerd door het optreden van Kohl. Eind november presenteerde hij zijn tienpuntenplan voor de hereniging. Daarin bepleitte hij een geleidelijke weg, maar hij bleef vaag over de Oder-Neisse-grens. Binnen de Duitse politiek bestond discussie over de vraag of ook de aan Polen afgestane gebieden teruggevorderd moesten worden. Om te voorkomen dat de interne verdeeldheid op de spits gedreven werd, hield Kohl zich publiekelijk op de vlakte. Achter de schermen verzekerde hij zijn internationale collega’s echter dat een verenigd Duitsland de in 1945 getrokken grenzen zou respecteren. Maar zou hij woord houden?

Twee Duitslanden

De Duitse deling ontstond in de jaren na de Tweede Wereldoorlog, omdat de geallieerden het niet eens konden worden over de toekomst van het verslagen Duitsland. Het door de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk bezette westelijk deel van het land werd tussen 1947 en 1949 omgevormd tot de Bondsrepubliek Duitsland (BRD). In reactie hierop stichtte de Sovjet-Unie in haar bezettingszone in het oosten de Duitse Democratische Republiek (DDR). De BRD streefde van meet af aan naar hereniging van beide Duitslanden, of liever gezegd: naar de incorporatie van de DDR. Nederland steunde deze politiek, op voorwaarde dat een verenigd Duitsland stevig verankerd zou blijven in de NAVO en de Europese Gemeenschap.

Lubbers vertrouwde het niet. Enkele weken na de val van de Muur was hij getuige geweest van een gesprek tussen Kohl en de Poolse premier Tadeusz Mazowiecki. Volgens Lubbers liet Kohl daarin doorschemeren dat hij wel degelijk de Oder-Neisse-grens ter discussie wilde stellen. Lubbers was hier zo van geschrokken dat hij George Bush sr. opbelde. De Amerikaanse president verzekerde hem dat er niet aan de grenzen getornd zou worden, maar helemaal gerust was Lubbers er niet op.

De volgende maanden zou hij zich als geen ander vastbijten in de kwestie. Zijn verbetenheid werd deels gevoed door herinneringen aan de oorlog. Zijn vader was directeur van machinefabriek Hollandia en werd tijdens de bezetting door de Duitsers geïnterneerd, omdat hij niet voor de Duitse oorlogsindustrie wilde werken. Lubbers anti-Duits noemen gaat te ver, al was het maar omdat zijn moeder van Duitse komaf was. Hij was waarschijnlijk ook niet tegen een Duitse hereniging per se. Maar een weerzin tegen Duitse dominantie had hij wel aan de oorlog overgehouden.

Geen issue zo lastig of Lubbers wist een oplossing

Belangrijker voor zijn vasthoudendheid was zijn bijna pathologische neiging om zich overal mee te bemoeien. In de complexe Nederlandse coalitiepolitiek was hij er groot mee geworden. Geen issue zo lastig, of Lubbers wist – gevraagd of ongevraagd – een oplossing te vinden. In Den Haag stond hij niet voor niets als ‘de loodgieter’ te boek. Na zeven jaar premierschap was hij ervan overtuigd dat zijn internationale statuur groot genoeg was om de netelige Duitse kwestie ter hand te nemen. Naar eigen zeggen wierp hij zich in 1989 en 1990 op als bruggenbouwer tussen Kohl en Europese leiders, die veel sceptischer stonden tegenover de Duitse eenwording dan hijzelf. Zijn collega-premiers Margaret Thatcher en Giulio Andreotti maakten er geen geheim van dat ze ertegen waren. De Franse president François Mitterrand reageerde aanvankelijk eveneens zeer terughoudend. Lubbers heeft ook altijd volgehouden dat zijn ‘bemiddeling’, met name het hameren op erkenning van de Oder-Neisse-grens, een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de goede afloop. Zijn optreden zou goed gewerkt hebben ‘in de richting van Frankrijk en Groot-Brittannië.’ Daar was ‘ook Duitsland uiteindelijk alleen maar bij gebaat’. Duidelijk bewijs voor deze bewering ontbreekt tot op heden. Uit de bronnen blijkt eerder dat veel tijdgenoten zijn opstelling vooral als problematisch ervaarden.

Gepikeerd over Lubbers

Ook in Den Haag riepen Lubbers’ acties ergernis op. Hij was er zeker niet de enige die zijn bedenkingen had bij de Duitse eenwording en Kohls opstelling in de Oder-Neisse-kwestie; in de weken na de val van de Muur streden ook in Nederland vreugde en onzekerheid over de toekomst om voorrang. Maar een meerderheid binnen de politiek en de politieke opinie ging de hereniging snel als onvermijdelijk zien.

Zoveel werd duidelijk toen Lubbers op 15 januari 1990 in Tilburg een lezing hield over de toekomst van Europa. Hij erkende het Duitse recht op hereniging, maar pleitte voor het behoud van de bestaande grenzen in Europa, inclusief die tussen West- en Oost-Duitsland. De Duitse ‘territoriale expansiedrift en de angst daarvoor’ lagen volgens de premier nog te vers in het geheugen om hier op korte termijn iets aan te veranderen. Zijn woorden leidden tot kritische reacties. De gezaghebbende journalist J.L. Heldring schreef in NRC Handelsblad dat de premier ‘de reputatie van Nederland als berekenbare partner’ op het spel zette. Ook minister van Buitenlandse Zaken Hans van den Broek was zeer ontstemd. In de ministerraad waarschuwde hij dat Nederland niet de indruk moest wekken dat het tegen Duitse eenwording gekant was.

Tijdens een bezoek van Kohl aan Leipzig roepen Duitsers om unificatie, 1 maart 1990.
Tijdens een bezoek van Kohl aan Leipzig roepen Duitsers om unificatie, 1 maart 1990.

De zorgen waren terecht. Vooral dankzij Lubbers’ opstelling gold Nederland in Duitse regeringskringen als een land dat zeer wantrouwig stond tegenover de hereniging. Hoe gepikeerd de Duitsers waren, bleek toen het kabinet in het voorjaar van 1990 een stem opeiste in de internationale onderhandelingen over de kwestie. West- en Oost-Duitsland zouden de besprekingen voeren in samenspraak met de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie, Groot-Brittannië en Frankrijk – de vier grote mogendheden die in 1945 verantwoordelijk waren geweest voor de Duitse deling.

Nederland vond dat het als buurland en NAVO-lid het recht had om op onderdelen mee te praten. Ook landen als Italië en Polen wilden aanschuiven. Maar dat zagen de Duitsers niet zitten. Hoe meer spelers zich met de zaak bemoeiden, hoe lastiger het werd om snel een oplossing te bereiken. De West-Duitse minister van Buitenlandse Zaken Hans-Dietrich Genscher sprak Van den Broek en zijn Italiaanse collega Gianni De Michelis toe alsof het schooljongens waren: ‘Behoren jullie tot de vier voor Duitsland verantwoordelijke machten? Zijn jullie een van beide Duitse staten? Jullie zijn geen van beide. You are not part of the game!

Verbroedering

Na twaalf jaar Lubbers ervoer Kohl het premierschap van Wim Kok (1994-2002) als een verademing. Kok was niet belerend en had oog voor Duitse gevoeligheden. De vorming van diens eerste kabinet in 1994 werd door beide landen aangegrepen om de banden aan te halen en het imago van Duitsland in Nederland te verbeteren.

Er volgde een succesvolle campagne, met onder meer een uitwisselingsprogramma voor journalisten en de oprichting van een Duits-Nederlands legerkorps. Ook bracht Kohl in 1995 tweemaal een bezoek aan Nederland. Hij werd warm onthaald. Lubbers sloeg het mokkend gade. In 2003 beklaagde hij zich in Elsevier nog over ‘het limietloze, het kritiekloze en de totale surrender in de media’.

Voor Van den Broek was de snauw genoeg om zich behoedzaam te blijven opstellen, temeer daar Genscher en Kohl toezegden dat ze hun bondgenoten in de context van de NAVO en EG op de hoogte zouden houden van de besprekingen. In maart gaf Kohl bovendien publiekelijk te kennen dat een verenigd Duitsland de Oder-Neisse-grens zou respecteren. Maar voor Lubbers lijkt dit alles geen reden te zijn geweest om gas terug te nemen. Volgens Joachim Bitterlich, een naaste medewerker van Kohl, zou hij achter de schermen blijven ijveren voor een bredere conferentie. Dat hij daarbij steeds geïsoleerder kwam te staan, scheen hem niet te deren. Zelfs de uiterst geharnaste Thatcher weigerde hem hierin te steunen; zij had zich in maart knarsetandend bij de Duitse hereniging neergelegd. Lubbers’ pleidooi voor een bredere conferentie was voor Kohl (en Bitterlich) de rode lijn; de Nederlandse Besserwisser kreeg definitief het stempel deutschfeindlich – anti-Duits.

In normale omstandigheden had Lubbers’ optreden wellicht tot een breuk in de diplomatieke betrekkingen geleid, aldus Bitterlich. Het waren volgens hem uiteindelijk de Amerikanen die Lubbers overhaalden om zijn bemoeienis te staken. Zij wilden evenzeer voorkomen dat de zogenoemde ‘twee plus vier’-onderhandelingen verder gecompliceerd werden of zouden ontsporen.

Blijvend verzet

In de zomer van 1990 bleek dat de onderhandelende partijen prima in staat waren om de Duitse kwestie zonder Lubbers’ loodgieterswerk te tackelen. In juli gaf de Sovjet-Unie haar verzet tegen de deelname van een verenigd Duitsland aan de NAVO op. Daarmee was de blijvende verankering van Duitsland in de westerse naoorlogse samenwerkingsverbanden een feit. Kohl had eerder al verzekerd dat de Duitse hereniging en Europese integratie twee zijden van dezelfde medaille waren. Samen met Mitterrand had hij daarom het initiatief genomen om de voorziene introductie van één Europese munt te versnellen en een nieuwe Europese Unie op te richten.

Niets stond een Duitse hereniging op basis van de grenzen van 1945 meer in de weg. Deze zou al op 3 oktober 1990 een feit zijn – veel eerder dan wie ook in 1989 had kunnen vermoeden.

Kok, Kohl en Lubbers in Maastricht.
Kohl kan het beter vinden met Kok (links) dan met Lubbers.

Lubbers feliciteerde Kohl in juli 1990 al met de succesvolle voortgang. Maar zijn gebaar kon de nefaste dynamiek die de heren hadden ontwikkeld niet keren. In de volgende jaren zou Lubbers zich blijven verzetten tegen Duitse dominantie in Europa – of wat daar in zijn optiek voor doorging. In 1993 keerde hij zich bijvoorbeeld tegen de vestiging van de Europese Centrale Bank in Frankfurt. Dit zou Duitsland volgens hem een te machtige positie geven in de financiële wereld. Voor Kohl waren dergelijke acties de bevestiging dat Lubbers Duitsland vijandig gezind was. Hij had er ook steeds meer moeite mee om diens optreden los te zien van Nederland als zodanig. Hij wantrouwde volgens Bitterlich zelfs de Duitse ambassade in Den Haag.

In 1994 kwam de afrekening. Lubbers deed een gooi naar het voorzitterschap van de Europese Commissie. Kohl blokkeerde zijn benoeming. Zijn motieven waren even persoonlijk als zakelijk: een politicus die zich het stempel ‘deutschfeindlich’ had verworven, kon in zijn ogen niet de machtigste positie binnen de EU bekleden. Kohls veto geldt als een dieptepunt in de Nederlands-Duitse betrekkingen. Met het torpederen van Lubbers’ internationale ambities schaadde hij ook het Nederlandse prestige.

Kohls veto geldt als een dieptepunt in de betrekkingen

Vicepremier Wim Kok concludeerde na een gesprek met de kanselier dat er ‘veel aangekoekt oud zeer’ was en dat beide landen ‘snel in relatietherapie’ moesten. Lubbers’ vertrek uit de Nederlandse politiek in datzelfde jaar vergemakkelijkte de gewenste toenadering aanzienlijk. De vorming van het eerste kabinet-Kok (1994-1998) was voor zowel Nederland als Duitsland het signaal om een streep te zetten onder het recente verleden, de perikelen rond de Duitse eenwording in het bijzonder.

Dit artikel is mede gebaseerd op verschillende primaire bronnen, waaronder interviews uit het oral history-project EU-bouwers aan het woord, van het expertisecentrum Studio Europa Maastricht: https://oralhistoryeu.nl.

Meer weten:

  • Haagse jaren. De politieke memoires van Ruud Lubbers (2020) door Theo Brinkel is gebaseerd op gesprekken met Lubbers.
  • Van vijand tot bondgenoot (1999) door Friso Wielenga, over Nederland en Duitsland na 1945.
  • Nieuw nabuurschap (2014) door Jacco Pekelder, over Nederland en Duitsland na de val van de Muur.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 6 - 2023