Toen Napoleon Bonaparte en Joséphine de Beauharnais elkaar tijdens een diner in 1795 ontmoetten, was zij de beroemdste van de twee. Ze was van een onbeduidend provinciaaltje uit de Franse kolonie Martinique opgeklommen tot een stralende societydame. Op dat moment was ze de minnares van een generaal.
Bij haar aan tafel zat zijn rechterhand, een kleine, onaantrekkelijke zes jaar jongere man. Later zou Joséphine zeggen dat de ambitie en intelligentie van Napoleon haar fascineerden. Ze kregen een affaire, die hem totaal overrompelde. Hij raakte verslaafd aan haar. ‘Joséphine was de enige vrouw op wie Napoleon ooit verliefd is geweest,’ vertelt de Britse historica Kate Williams, die onlangs het veelgeprezen boek Joséphine publiceerde.
Williams citeert daarin uit de brieven die ze elkaar schreven. ‘Er zijn nu meer bronnen beschikbaar dan ooit tevoren. Via veilingen en een betere inventarisatie zijn er nog meer brieven van Napoleon en Joséphine boven water gekomen.’ Zo kon Williams hun ruzies en hartstochtelijke verzoeningen schetsen, en registreren hoe de machtsbalans in hun huwelijk geleidelijk verschoof.
Meer lezen over Napoleon? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
In het begin was Joséphine Napoleon de baas. Ze kon zich zo grillig gedragen als ze wilde. Toen hij in Italië de ene overwinning na de andere boekte, weigerde ze hem op te zoeken. Pas na veel aandringen kwam ze, vergezeld door haar valse mopshond en haar minnaar.
Naarmate Napoleons ster steeg begon hij haar leven meer te bepalen: hij wilde dat ze thuisbleef, gasten ontving en zich zwaar opmaakte – Napoleon was dol op rouge. Joséphine schikte zich naar zijn wensen, bang hem te verliezen. ‘Joséphine steunde Napoleon omdat ze hoopte dat hij Frankrijk zou stabiliseren. Ze had de Terreur meegemaakt en zelf in de gevangenis gezeten. Ze wilde dat hij het land rust bracht,’ zegt Williams.
‘Hij trouwde met haar omdat dat een goede indruk maakte op het Franse volk. Joséphine had twee kinderen uit een eerder huwelijk; dat stond betrouwbaar. Bovendien hielp ze hem op het sociale vlak. Hij was volkomen gefixeerd op macht en het ontbrak hem aan empathie. Hij schold zijn ministers uit en zei sommige vrouwen recht in hun gezicht dat hij hen lelijk vond.
Napoleon had geen vrienden. We zouden nu zeggen dat hij een afwijking had in het autistisch spectrum. Joséphine streek alle plooien voor hem glad; ze was zijn spindoctor. Ze gaf diners en palmde zijn tegenstanders in. Daarvoor werd ze beloond met een geweldige intimiteit. Alleen zij mocht hem “Bonaparte” noemen en hij besteedde veel aandacht aan haar. Ze kreeg een enorme toelage.’
Al dat geld joeg ze er meteen doorheen en ze maakte grote schulden. Ze kocht elk jaar honderden jurken, schoenen, sjaals en zijden kousen. Bovendien hield ze er een buiten op na, Malmaison, waar ze exotische tuinen aanlegde en bijzondere dieren hield. Ze gaf gigantische feesten, organiseerde theatervoorstellingen en hield talloze beeldend kunstenaars aan het werk.
Hoewel hij veel minnaressen had, bleef Napoleon dol op Joséphine. ‘Hij zou nooit van haar zijn gescheiden als ze een kind van hem had gekregen. Maar helaas lukte dat niet.’
Williams beschrijft uitvoerig de twijfel van Napoleon. Jarenlang durfde hij de knoop niet door te hakken. Maar uiteindelijk verlangde hij toch dit ‘offer’, zodat hij bij een andere vrouw een officiële erfgenaam kon verwekken. Na de scheidingsceremonie troostten ze elkaar huilend. In 1811 kreeg Napoleon een zoon met zijn tweede vrouw, Marie Louise van Oostenrijk.
Williams schreef eerder over andere beroemde vrouwen, zoals koningin Elizabeth II en de jonge prinses Victoria. ‘Geschiedenis gaat vaak over mannen. Het belang van vrouwen lijkt vergeten. Dat is niet terecht. Niet alleen omdat vrouwen 50 procent van de bevolking vormen, maar ook omdat zij eveneens macht hadden.
Als je daaraan geen aandacht besteedt, krijg je een verkeerde voorstelling van zaken. Het fascinerende aan Joséphine was dat ze deed alsof ze geen invloed had, maar ondertussen luisterde Napoleon wel naar haar. Joséphine was machtiger dan enige andere vrouw in Frankrijk tot dan toe – en eigenlijk zelfs tot nu.’