Napoleon Bonaparte en zijn oosterse knecht, Roestam, waren jarenlang onafscheidelijk. Jos Gabriëls beschrijft hun intieme band, die toen het erop aankwam toch niet zo hecht bleek.
In de achttiende eeuw omringden aristocraten zich graag met exotische bedienden. Na de Franse Revolutie leek daar een einde aan te komen, maar Napoleon en zijn vrouw Joséphine zetten die gewoonte voort. Joséphine was een verzamelaar van personeel uit verre streken; ze had zelfs een Chinese dwerg. Napoleon pronkte graag met Roestam, een jongen die hij in 1799 had meegenomen van zijn expeditie in Egypte. Roestam was een mammeluk, een niet-Arabische slaafsoldaat. Napoleon liet hem prachtig kleden in een soort oriëntaliserend operettekostuum met een witte tulband. De van oorsprong Georgische Roestam had een onopvallend mediterraan uiterlijk, maar zijn kleding maakte hem tot een uitheemse bezienswaardigheid. Hij werd Napoleons persoonlijke bediende en sliep ’s nachts op een veldbed voor zijn deur. Roestam vergezelde Napoleon overal. Op tientallen schilderijen en tekeningen van de Franse veldheer duikt hij op, altijd herkenbaar aan zijn tulband. In het onderhoudende boek van Gabriëls zijn vele voorbeelden daarvan te zien.
Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Jaren na zijn dienstverband schreef Roestam zijn Souvenirs, waaruit Gabriëls naast vele andere bronnen put. Zo wordt duidelijk hoe de veldheer omging met zijn knecht. Napoleon kon bulderend boos op hem worden, tegelijk deed hij zijn best Roestam te behouden, want hij hield van regelmaat en zag graag dezelfde gezichten om zich heen. Daarom overlaadde hij Roestam met geld en geschenken. Ook zorgde hij dat de jongen goed werd verpleegd toen hij een ongeluk had gehad, hielp hij hem een vrouw uitzoeken en leefde hij mee met de geboorte van Roestams zoon. Maar hoe vriendelijk hij soms ook deed, de verhouding was natuurlijk ongelijkwaardig, zoals Gabriëls overtuigend laat zien. En Roestam voelde dat haarfijn aan. Toen Napoleon in 1814 zijn macht verloor en naar Elba werd verbannen, was hij voor zijn knecht niet langer interessant. Roestam weigerde mee in ballingschap te gaan. Hij ging liever rentenieren van het geld dat hij had gespaard en verkocht de dure cadeaus. Napoleon heeft hem zijn ondankbaarheid nooit vergeven.
De man met de witte tulband. Roestam de Mammeluk, de oosterse bediende van Napoleon
Jos Gabriëls
520 p. Boom, € 39,90
Bestel bij Libris.
Openingsafbeelding: Roestam – met witte tulband – staat achter het paard van Napoleon, 1810. Bron: Getty Images.