Home Sheila Fitzpatrick over de Russische Revolutie

Sheila Fitzpatrick over de Russische Revolutie

  • Gepubliceerd op: 28 augustus 2014
  • Laatste update 22 mei 2023
  • Auteur:
    Mirjam Janssen
  • 4 minuten leestijd
Sheila Fitzpatrick over de Russische Revolutie

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

‘Een revolutie is vergelijkbaar met een ziekte. Het is een abnormale staat, waarin je dingen doet die je anders niet zou doen – veel mensen doden bijvoorbeeld – en waar je ook nog mee wegkomt. Maar je kunt niet eeuwig op die manier doorgaan. Op een gegeven moment moet je toch weer overgaan tot de orde van de dag,’ zegt historicus Sheila Fitzpatrick.

Fitzpatrick schreef een klassieker, De Russische Revolutie, die nu uitkomt in een Nederlandse vertaling. Ze is emeritus hoogleraar aan de universiteit van Chicago en sinds enkele jaren woont ze weer in haar geboorteland Australië, waar ze hoogleraar is aan de universiteit van Sydney. In haar boek beschrijft Fitzpatrick hoe de Russische Revolutie jarenlang voortraasde. ‘Ik wilde niet alleen het begin laten zien, maar ook de ontwikkeling en de uitkomst. In 1917 grepen de bolsjewieken de macht in Rusland, maar daarmee was de revolutie niet ten einde. Die duurde zeker twintig jaar en voltrok zich in golven.’

‘De lange duur van de revolutie maakte indruk op me, maar verbaasde me niet. De bolsjewieken hadden een ambitieus programma. Ze wilden het hele land industrialiseren en de landbouw collectiviseren. Dat kon niet binnen een paar jaar; daar waren decennia voor nodig.’

Na de machtsovername probeerden de bolsjewieken onder leiding van Vladimir Lenin Rusland met geweld naar hun hand te zetten. Dat leidde tot zoveel chaos dat Lenin in 1921 de Nieuwe Economische Politiek (NEP) introduceerde: particuliere handel werd weer toegestaan. Zijn opvolger Jozef Stalin maakte de NEP ongedaan en legde het land in 1929 het eerste vijfjarenplan op, waarin hij voorschreef wat er moest worden geproduceerd. Ook volgde er een ‘culturele revolutie’ – een strijd tegen de verderfelijke invloed van de bourgeoisie – en was er sprake van grootscheepse ‘zuiveringen’, waarbij vermeende tegenstanders massaal werden vermoord. Pas tegen het eind van de jaren dertig werd het rustiger.

De bolsjewieken lieten zich inspireren door de
Franse Revolutie, tot en met de fase van de Terreur

De bolsjewieken leken verslaafd aan hun revolutionaire daden. Steeds wezen ze nieuwe klassenvijanden aan die moesten worden bestreden en steeds was nieuwe actie nodig. ‘Dat is het kenmerk van revoluties,’ verklaart Fitzpatrick. ‘De fanatiekelingen nemen de leiding. De gematigden kunnen er niet tegenop en delven het onderspit. De bolsjewieken van het eerste uur zijn erin geslaagd hun gedrevenheid door te geven aan de jongere generatie. Zij kregen de kans gewelddadige en gevaarlijke dingen te doen en te vechten tegen vermeende klassenvijanden. Dat was aantrekkelijk voor hen.’

Om hun koers te bepalen, keken de bolsjewieken naar de wijze waarop de Franse Revolutie zich had voltrokken. ‘Die sprak hen aan tot en met de fase van de Terreur, de vervolging van iedereen die de revolutie in de weg zou staan. Hun schrikbeeld was de Thermidor, de daaropvolgende periode waarin werd afgerekend met radicale leiders.’

De eerste editie van Fitzpatricks boek De Russische Revolutie verscheen in 1979; sindsdien heeft ze het twee keer herzien. ‘De eerste keer waren nog niet alle archieven open, de tweede keer al meer, en tegenwoordig zijn alle staats- en partijarchieven toegankelijk. Alleen die van de geheime dienst zijn nog steeds gesloten. Nieuw onderzoek bevestigde mijn interpretatie van de gebeurtenissen. Wat wel veranderde, was het perspectief. Toen ik het boek schreef, stond de Sovjet-Unie nog overeind; tijdens het werk aan de herziene uitgaven was die ingestort en was de communistische fase van het land een afgesloten tijdvak geworden.’
 
Na de opheffing van de Sovjet-Unie in 1991 leek het of de Russen de communistische periode het liefst wilden vergeten. Inmiddels is in Rusland de belangstelling voor dat deel van het verleden herleefd; president Vladimir Poetin verwijst er regelmatig naar. Fitzpatrick: ‘Ik denk dat de Russen niet zozeer belangstelling hebben voor de Leninistische fase van de revolutie, maar vooral voor de jaren erna. Stalin bouwde de natie op en hij was degene die van Rusland een supermacht maakte. Er bestaat heimwee naar die tijd. Ook zijn de Russen weer geïnteresseerd in de laatste jaren van de tsaren, en in de Eerste Wereldoorlog. Die oorlog was ondergesneeuwd doordat er altijd meer aandacht uitging naar de burgeroorlog en de revolutie. Maar nu zie je dat de eerste decennia van de vorige eeuw een comeback maken in het Russische bewustzijn.’