De Duitsers stuurden aan het einde van de Eerste Wereldoorlog aan op een ‘Entscheidungsschlacht’, een veldslag die de oorlog zou beslissen. Tijdens een grootscheeps offensief maaiden ze de Britse troepen omver – toch faalden ze.
Eind 1917 besefte de Duitse legerleiding dat zij nog één kans zou krijgen om de Grote Oorlog in haar voordeel te beslechten. In februari van dat jaar had keizer Wilhelm II zich door zijn militaire adviseurs laten overhalen de onbeperkte duikbootoorlog af te kondigen. Daarmee werden vanaf 1 februari 1917 álle koopvaardijschepen die van of naar Groot-Brittannië voeren een potentiële prooi voor de Duitse U-boten.
Meer lezen over de Eerste Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
De keizerlijke regering had zich fel tegen deze beslissing verzet, omdat zij vreesde dat de torpedering van neutrale Amerikaanse schepen ertoe zou leiden dat de Verenigde Staten de kant van de geallieerden kozen. Maar de marineleiding had die bezwaren weggewuifd en de keizer verzekerd dat Engeland de strijd zou moeten opgeven lang voordat de Amerikanen gereed waren om aan de oorlog aan het westelijk front deel te nemen. Toch kregen de politici gelijk: in april 1917 verklaarde Amerika Duitsland de oorlog, en de duikboten slaagden er niet in de Britten op de knieën te dwingen. Vanaf dat moment tikte de Amerikaanse oorlogsverklaring als een tijdbom boven de plannenmakers in het Duitse militaire hoofdkwartier. Zodra die miljoenen yankees klaar waren voor de strijd, waren de kansen op een Duitse eindoverwinning voorgoed verkeken.
Zwakste schakel
Eind 1917 leken de oorlogskansen in Duits voordeel te keren. Het Britse offensief bij Passendale was gesmoord in de modder. De Russische revolutie had geleid tot een wapenstilstand, zodat vele ervaren en geharde Duitse divisies nu verplaatst konden worden naar het westen. Aan het Italiaanse front hadden Duits-Oostenrijkse troepen in oktober en november de Italianen een verpletterende nederlaag toegebracht bij Caporetto. De Britten en Fransen zagen zich daarom gedwongen enkele divisies van het westelijke naar het Italiaanse front te sturen om hun bondgenoot bij te staan. Aan Duitse zijde gingen de troepenverplaatsingen juist in tegenovergestelde richting.
Eind 1917 lagen aan het westelijke front 192 Duitse tegenover 178 geallieerde divisies: voor het eerst sinds lange tijd hadden de Duitsers een numeriek overwicht. Ondertussen waren de Amerikanen nog altijd druk bezig de dienstplicht in te stellen en militaire trainingskampen op te zetten om de honderdduizenden vrijwilligers en dienstplichtigen de beginselen van de krijgskunst bij te brengen. De Duitse legerleiding verwachtte dat de eerste Amerikaanse divisies pas na de zomer van 1918 inzetbaar zouden zijn.
In november 1917 besloot generaal Erich Ludendorff, het strategisch brein achter de Duitse aanvalsplannen, dat het voorjaarsoffensief zich zou richten op de zuidelijkste en zwakste schakel in de Britse verdediging. Dit was de sector waar in 1916 het Britse Somme-offensief was vastgelopen. Nu werd het front hier bezet door het Britse Vijfde Leger, dat betrekkelijk onervaren en niet op volle sterkte was. Verder naar het zuiden begon de Franse frontlinie, en Ludendorff vertrouwde erop dat de moeizame samenwerking tussen de Fransen en Britten in zijn voordeel zou werken. Als het Britse leger beslissend verslagen was, zou dat het Franse moreel een vernietigende slag toebrengen, en dan lag een Duitse eindoverwinning binnen handbereik.
Ieder van ons moet vechten tot het einde
Ludendorffs strategie was simpel, maar ambitieus. Hij wilde op de zuidelijkste punt het Britse front doorbreken en dan naar het noorden afbuigen om zo de rest van de Britse linies vanuit de flank op te rollen. Snelheid speelde daarbij een doorslaggevende rol en daarom was een nieuwe aanvalstactiek uitgedacht. Het offensief zou worden ingezet door speciaal getrainde stormtroepen die de doorbraak moesten forceren. Maar in plaats van de veroverde stellingen te consolideren, zouden de stormtroepen dieper het vijandelijk gebied binnendringen om zo paniek onder de verdedigers te zaaien. Verrassing
Als ze stuitten op hardnekkige verzetshaarden moesten ze daar eenvoudigweg omheen trekken en hun aanval voortzetten. De stormtroepen werden gevolgd door de Duitse hoofdmacht, en deze zou alle resterende verzetshaarden in het veroverde gebied uitschakelen.
De Duitsers hebben 192 divisies, de geallieerden maar 178
Het offensief werd in het grootste geheim voorbereid. Wekenlang waren ’s nachts de wegen achter de Duitse linies overvol omdat enorme hoeveelheden manschappen, artillerie en voorraden in de aanvalssector werden samengetrokken. Voor de Duitse plannenmakers was een bijkomend voordeel dat ze de Britse sector goed kenden: ze hadden het gebied zelf jarenlang in handen gehad en gedetailleerd in kaart gebracht. Ze wisten dus welke verkeersknooppunten ze onder vuur moesten nemen en waar het terrein de aanvallers de meeste bescherming bood.
Om het verrassingseffect te vergroten was verder besloten dat de inleidende artilleriebeschieting slechts vijf uur zou duren en niet dagenlang, zoals bij het Britse offensief aan de Somme in de zomer van 1916. Bij die beschieting zouden ook gifgasgranaten worden gebruikt, omdat die het meest effectief waren voor het uitschakelen van vijandelijke mitrailleursnesten.
Operatie Michael, de codenaam voor het offensief, werd ingezet in de vroege ochtenduren van donderdag 21 maart 1918. De aanvallers werden de eerste uren extra geholpen door een dichte mist, die hen in staat stelde de Britse frontlinie te naderen zonder dat ze al op grote afstand te zien waren. Bij het Somme-offensief in de zomer van 1916 hadden de Britten al enorme verliezen geleden nog voor ze in de buurt van de vijandelijke loopgraven waren gekomen.
‘Ik had ‘m overhoopgeschoten’
Nu werden de Britse verdedigers links en rechts gepasseerd in de mist en waren ze omsingeld voor ze het in de gaten hadden. Mitrailleurschutter J. Parkinson herinnerde zich dat hij dacht dat de Duitse aanval was afgeslagen, toen hij plotseling een stoot in zijn rug voelde. ‘Toen ik achteromkeek stond daar een Duitse officier die een revolver in m’n rug prikte. “Genoeg, Tommy. Je hebt je best gedaan.” Ik draaide me om en zei: “Dank u wel, meneer.”’ Parkinson was eerlijk genoeg om te bekennen dat hij zelf niet zo genereus zou zijn geweest: ‘Ik weet wel wat ik gedaan zou hebben als ik met een revolver tegenover een vijandelijke mitrailleurschutter had gestaan. Ik had ’m overhoopgeschoten.’
De Britse soldaten krijgen beter eten dan de Duitse
Het Duitse offensief leek een enorm succes. De vijandelijke frontlinie was doorbroken, de Britten leden zware verliezen aan mensen en materieel, en er werd grote terreinwinst geboekt: op sommige plaatsen kwamen de stormtroepen zelf verder dan de Duitse legers in 1914 ooit gekomen waren. Gesterkt begon Ludendorff ook op andere plaatsen langs het front offensieve acties, in de hoop zo een beslissende overwinning te kunnen forceren.
Het noopte de Britse opperbevelhebber sir Douglas Haig op 11 april 1918 tot zijn beroemde dagorder: ‘Met de rug tegen de muur en gelovend in de rechtvaardigheid van onze zaak, moet ieder van ons vechten tot het einde.’ De Britse verdediging kraakte in haar voegen; veel terrein moest worden prijsgegeven, maar de laatste linies braken niet en de totale instorting van het Britse front bleef uit.
Ook de bevoorrading kon de snelle opmars niet altijd bijbenen, zodat soldaten verstoken bleven van proviand en munitie. De stormtroepen waren wel getraind om te ‘leven van het land’, maar dat veroverde land was in dit geval de kapotgeschoten aarde van het Somme-offensief, geen rijpe boomgaarden en vruchtbare akkers. Gelukkig stuitten de Duitse aanvallers vaak op voedselvoorraden die de Britten bij hun overhaaste vertrek niet hadden kunnen meenemen.
Einde van de Eerste Wereldoorlog getekend door vermoeidheid
Het mag geen verwondering wekken dat ze zich daaraan op enthousiaste wijze te goed deden. Generaal Ludendorff verbaasde dat wel: hij verweet zijn troepen dat ze kennelijk meer energie staken in de plundering van buitgemaakte voedseldepots dan in het opruimen van vijandelijke mitrailleursnesten. Maar eigenlijk beklaagde hij zich daarbij over het falen van zijn eigen aanvalsplan. Zijn soldaten waren wel gedwongen om te zorgen voor hun eigen eten en drinken, omdat de bevoorrading verstek liet gaan. Ludendorffs ergernis valt overigens ten dele best te begrijpen: de buitgemaakte wijn- en rumvoorraden hadden een desastreuze uitwerking op de offensieve geest van de manschappen.
De achtergelaten voedseldepots toonden aan dat de Britse soldaten in vergelijking met hun Duitse collega’s bijzonder goed verzorgd werden. Dat weersprak de Duitse propaganda, die maar bleef verkondigen dat de duikbootoorlog zo succesvol was en dat de Engelse regering grote moeite had het eigen leger nog te bevoorraden. Die ontdekking gaf aanleiding tot kritiek in eigen gelederen. En de kritische houding werd nog versterkt door vermoeidheid, die na de eerste weken een steeds belangrijkere rol begon te spelen. Ludendorff gebruikte zijn reserves om nieuwe aanvallen op te zetten, niet om zijn uitgeputte fronttroepen af te lossen.
Grillige frontlinie
Dat soldaten schamperden over de politieke en militaire autoriteiten was niet zo verontrustend. Opmerkelijker was dat ook de kritiek van de Duitse veldcommandanten begon aan te zwellen. Die kritiek richtte zich voornamelijk op het verloop van het offensief. Operatie Michael was ingezet met de bedoeling definitief met het Britse leger af te rekenen, maar plaatselijke bevelhebbers kregen steeds meer de indruk dat Ludendorff van koers was veranderd.
In twee maanden leveren de Amerikanen 530.000 soldaten
Hij begon steeds nieuwe offensieven en stuurde zijn reserves naar plekken waar de aanval diep in het vijandelijk gebied was doorgedrongen, maar tot een beslissende veldslag, de in de Duitse plannen veelgenoemde Entscheidungsschlacht, leidde dat niet. Een van Ludendorffs generaals schreef in een brief aan zijn vrouw dat hij aan de terreinwinst geen enkele waarde hechtte: ‘We zijn dit offensief niet begonnen om ons een paar kilometer verder weer in te graven.’
Ludendorffs aanvalsstrategie had nog een ander groot nadeel: door letterlijk de weg van de minste weerstand te volgen en zijn troepen daar in te zetten waar de tegenstand het zwakst was, ontstond een grillige frontlinie met veel uitstulpingen, en die maakten de Duitse frontlijn kwetsbaar voor tegenaanvallen. Dat bleek op 18 juli, toen het Franse leger met tanks en infanterie een tegenaanval inzette die de Duitse aanvallers in de verdediging drong.
Wat Ludendorff vooral verontrustte was dat de Franse aanvalsmacht was versterkt met twee Amerikaanse divisies. Zijn militaire inlichtingendienst had steeds beweerd dat met een actieve Amerikaanse inbreng nog geen rekening gehouden hoefde te worden, en die optimistische veronderstelling bleek nu volkomen misplaatst. De twee Amerikaanse divisies waren zeker niet de enige reden voor het succes van de geallieerde tegenaanval, maar ze stonden wel symbool voor het mislukken van het Duitse offensief.
Zware verliezen aan het einde van de Eerste Wereldoorlog
Generaal Ludendorff moest een onverteerbare waarheid onder ogen zien: de tikkende tijdbom was ontploft en als gevolg daarvan waren de Duitse kansen op een eindoverwinning voorgoed verkeken. Keer op keer had hij moeten constateren dat hij aanvankelijke successen niet had kunnen uitbuiten omdat zijn verliezen te groot en zijn reserves te klein waren.
Hij had zijn tegenstanders zware verliezen toegebracht, maar zijn eigen verliezen waren minstens zo groot geweest. Hij had zijn beste troepen in de voorste linies ingezet, maar daardoor was hij ook veel van zijn meest gelouterde frontsoldaten kwijtgeraakt. Het doorslaggevende verschil was dat Ludendorff zijn verliezen ook numeriek niet meer kon aanvullen. De laatste reserves waren opgebruikt. Voor zijn tegenstanders speelde dat probleem niet. In mei 1918 waren bijna 250.000 Amerikaanse soldaten naar Europa verscheept; een maand later waren dat er zelfs bijna 280.000.
De Spaanse griep, die in het begin van de zomer van 1918 in volle omvang toesloeg, maakte aan Duitse zijde meer slachtoffers dan bij de geallieerden, waarschijnlijk omdat de Duitse soldaten door de slechte verzorging over minder weerstand beschikten. Voor Ludendorff betekende dit dat bijna een half miljoen manschappen kortere of langere tijd niet inzetbaar waren.
Eind juli 1918 kwam er een einde aan het Duitse offensief en de geallieerde tegenaanvallen. Een betrekkelijke rust keerde weer in de nieuwe frontlinies. Een Duitse generaal schreef naar huis dat hij vermoedde dat beide partijen te uitgeput waren om de strijd nog voort te zetten. Dat gold zeker voor het Duitse leger. Maar de geallieerden waren druk bezig met de voorbereidingen voor het grote Brits-Frans-Amerikaanse zomeroffensief dat het definitieve einde van de oorlog zou inluiden.
Meer weten
- The Kaiser’s Battle (2007) van Martin Middlebrook.
- The Defeat Of Imperial Germany 1917-1918 (1994) van Rod Paschall.
- Ludendorff: Diktator im Ersten Weltkrieg (2011) Manfred Nebelin.