Op het eerste gezicht leken de slagen bij Verdun en de Somme zinloos. Er vielen honderdduizenden slachtoffers en er werd nauwelijks terreinwinst geboekt. Toch was de strijd van grote invloed op het verloop van de Eerste Wereldoorlog.
In de vroege ochtend van 21 februari 1916 openden 1400 Duitse stukken geschut, dicht opeengeplaatst langs slechts twaalf kilometer frontlijn, hun oorverdovend en vernietigend vuur op Verdun. De aanval was de ouverture van een jaar van ongekend geweld langs het loopgravenfront dat zich door Noord-Frankrijk kronkelde. Eind juni begonnen de geallieerden op hun beurt een groot offensief tegen de Duitsers aan de Somme. De gevechten duurden maar liefst elf maanden, tot ver in december.
Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
De slagen van Verdun en de Somme symboliseren in veel opzichten de gruwelijkheid, de uitzichtloosheid en het massale lijden van de Eerste Wereldoorlog. ‘Verdun’ is in Frankrijk een begrip geworden waarin de gehele oorlogservaring van dat land wordt gevat. De Engelsen zien de ‘de eerste dag aan de Somme’, op 1 juli 1916, als het verlies van hun onschuld, hun bloeddoop in de Great War.
Bij beide slagen vielen honderdduizenden doden en gewonden, terwijl de legers nauwelijks terreinwinst boekten. In die zin leken ze op elkaar, maar toch waren er ook grote verschillen.
Reactie op Verdun: opening van het front aan de Somme
Met de aanval op Verdun hoopte de Duitse veldmaarschalk Erich von Falkenhayn de geallieerden een definitieve klap toe te brengen en de oorlog snel ten gunste van Duitsland te beslissen. Hij wilde de Britten dwingen de oorlog te verlaten. Frankrijk zag hij als het zwaard in de hand van Engeland, dat zodanig verzwakt moest worden dat de Britten de strijd op het continent opgaven. Falkenhayn streefde niet naar terreinwinst of een frontdoorbraak, maar naar uitputting en vernietiging van het Franse leger. Hij besloot een plaats aan te vallen die de Fransen zeker met man en macht zouden verdedigingen. Zo wilde Falkenhayn het Franse leger verbluten (laten doodbloeden) en een beslissende overwinning bereiken. Hij besefte terdege dat een lange oorlog in Duitslands nadeel was.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
De Fransen en de Britten hadden ondertussen hun eigen plannen. Al vanaf eind 1915 planden de Franse en Britse generale staven een gemeenschappelijk offensief aan het westfront – het zou de eerste keer zijn. Om politieke en militaire redenen moest de aanval plaatsvinden in een gebied waar de Britse en Franse legers in elkaars nabijheid lagen, nabij de rivier de Somme.
Door de omvangrijke Franse verliezen bij Verdun kwam dit offensief in een nieuw licht te staan. Het doel was nu ook om de Duitse druk op de Fransen te verminderen. De Britten zouden een groter aandeel moeten leveren. Begin juni kwamen de beide bevelhebbers overeen rond 1 juli gezamenlijk in de aanval te gaan.
Pétain leidt de Franse troepen
Intussen was de strijd nabij Verdun niet verlopen zoals Falkenhayn zich had voorgesteld. De Fransen verzetten zich tot het uiterste, maar raakten niet zo uitgeput als Falkenhayn had gehoopt, terwijl ook de Duitsers extreme verliezen leden. De Fransen stonden bij Verdun onder leiding van de man wiens carrière tot op dat moment onopvallend was geweest, maar die zou uitgroeien tot redder van het vaderland: generaal Philippe Pétain, op dat moment commandant van het Tweede Leger. De Franse legerleiding wilde hem op 24 februari vragen de leiding op zich te nemen. Maar waar was Pétain? Op dit cruciale moment bleek de vrijgezelle generaal de nacht door te brengen in Hotel Terminus in Parijs in gezelschap van Annie Hardon – zijn latere vrouw – en hij wenste niet gestoord te worden.
In de ochtend van 25 februari meldde hij zich op het Franse hoofdkwartier, bemerkte de paniekerige sfeer en zette iedereen aan het werk met het doel de stad te behouden, ook al zou dat veel Frans bloed kosten. Die paniek was niet onterecht, want diezelfde dag nog bezetten Duitse troepen het grootse Franse fort, Douaumont. In Duitsland werd dit massaal gevierd als prelude op de beslissende overwinning.
Maar deze verovering kon het tij niet keren. Ook de massale inzet van gasgranaten, nieuwe infiltratietactieken en luchtsteun met 168 toestellen – de omvangrijkste inzet van airpower tot dan toe – dwongen de Fransen niet op de knieën. De Duitse aanvallen kostten zoveel verliezen dat de uitputting aan beide zijden vergelijkbaar was.
De Duitse opmars wordt gestopt
In reactie besloten de Duitsers het slagveld omvangrijker te maken: op 6 maart verbreedden ze het front van alleen de oostelijke Maasoever tot op de westelijke Maasoever. Dit leidde tot extreem uitputtende, gruwelijke gevechten om de hoogten van Morte Homme (what is in a name…) en heuvel 304. Niet voor niets staat hier nu het heroïsche monument waar een uitgemergelde man met martiale trots refereert aan de dagorder van 23 juni van generaal Robert Nivelle: Ils ne passeront pas. Het werden gevleugelde woorden, die de mythe van Verdun verder versterkten.
Desondanks gingen de Duitse aanvallen door en bereikten Duitse troepen fort Souville. Ze konden de torens van de kathedraal van Verdun nu zien. Maar hevige Franse tegenaanvallen op 11 en 12 juli brachten de Duitse opmars definitief tot stilstand. Dat leidde tot een crisis bij de Duitse legerleiding en een verhoging van het Franse moreel. Bovendien moesten de Duitsers inmiddels aan de Somme alle zeilen bijzetten. Falkenhayn gaf toe dat hij niet had bereikt wat hij zich in februari had voorgenomen. In augustus ontsloeg de Kaiser hem. Hij werd opgevolgd door Paul von Hindenburg en Erich Ludendorff.
Geallieerd geweld
Inmiddels waren op 24 juni de Frans-Britse beschietingen aan het Somme-front begonnen, die de aanval moesten inleiden. Het verschil met de verrassende Duitse openingszet van februari was groot. De Britse beschietingen waren met een vergelijkbaar aantal stukken geschut over een veel langere frontlijn verspreid, meer dan 25 kilometer, en duurden maar liefst zeven dagen aan één stuk. Een indrukwekkend aantal van 1,7 miljoen granaten werd op de Duitse linies neergestort.
Een week lang moesten de Duitse soldaten in hun ondergrondse schuilplaatsen dit vuur verduren, maar het was onvoldoende om de echte aanval tot een succes te maken. Toen de Britten en Fransen op 1 juli tot de hoofdaanval overgingen, bleek dat de Duitse schuilplaatsen stand hadden gehouden en dat veel granaten niet waren ontploft, of ongeschikt waren om prikkeldraad en versterkingen te vernietigen. De aanval op 1 juli 1916 faalde dus jammerlijk. Op een paar plaatsen hadden de geallieerden enig succes, maar dat kon de kracht van de Duitse verdediging elders niet compenseren. Sommige eenheden kwamen niet verder dan de startlijn.
Uitputtingsslag
Het Britse leger verloor bijna 60.000 man op één dag,van wie er 20.000 werden gedood. Nooit eerder in zijn geschiedenis beleefde het Britse leger dergelijke verliezen. Ondanks de maandenlange voorbereidingen wisten de geallieerden geen doorbraak te forceren. Dat lag zowel aan de kwaliteit van het Duitse leger als aan de onervarenheid van de Britse troepen op alle niveaus. Maar ook aan de overschatting van de effecten van artillerie – eigenlijk was het dubbele aantal granaten nodig geweest om een goed versterkte linie als de Duitse was echt te kunnen verzwakken – en ten slotte was er de onmogelijkheid de aanval effectief te sturen toen deze eenmaal was begonnen. De communicatiemiddelen waren daartoe nog ontoereikend.
Ondanks alles gingen de aanvallen op 2 juli gewoon door, en zo begon een maandenlange uitputtingsstrijd, die het front uiteindelijk maximaal zo’n tien kilometer deed opschuiven. De Slag bij de Somme was voor het Britse leger zijn initiatie in moderne, grootschalige, technologische oorlogvoering, en het leerde daarvan. Gedurende de maandenlange strijd werden voortdurende tactische en technische vernieuwingen ingevoerd, zoals een effectievere inzet van vliegtuigen ter ondersteuning van de strijd op de grond, een betere samenwerking tussen artillerie en infanterie, en de introductie van middelen die het slagveld beter ‘begaanbaar’ moesten maken.
Nieuw wapen: de tank
In die laatste categorie viel de tank, voor het eerst ingezet aan de Somme op 15 september. Dit wapen zou de oorlogvoering ingrijpend veranderen. Ruimer verspreid waren de lichte Lewis-mitrailleur en de mortier, die samen met tactische professionalisering de Britten leerden wat moderne, technologische oorlogvoering was.
Aldus begon het Britse leger aan een learning curve die het in 1918 tot een technologisch moderne krijgsmacht zou maken, daarbij de Duitse krijgsmacht voorbijstrevend. Die krijgsmacht verloor bij Verdun en aan de Somme juist een kostbaar bezit: een grote kern van ervaren en professioneel opgeleide (onder)officieren. Samen met de materiële tekortkomingen waarmee de Duitse oorlogsindustrie kampte, bracht dit de Duitse nederlaag dichterbij.
Bijna het gehele jaar 1916 was Noord-Frankrijk het toneel van ongekend omvangrijke, dodelijke en schijnbaar nutteloze veldslagen. Het waren slagen die de vijand moesten uitputten, en waarin terreinwinst dus niet het doel was. Of slagen die het front in beweging moesten brengen en op die manier de oorlog moesten beëindigen.
In Verdun kon Falkenhayn geen goede balans vinden tussen pure uitputting en focus op Verdun en een opmars Frankrijk in. Aan de Somme gaf de Britse opperbevelhebber Douglas Haig zijn ondercommandanten de vrijheid bite and hold-tactieken uit voeren, die tot uitputting moesten leiden. Tegelijk wilde hijzelf een beslissende doorbraak forceren.
De uitkomst was een extreem groot aantal slachtoffers, geringe verschuivingen in de frontlijn, uitputting vooral aan Duitse zijde en een les in moderne oorlogvoering voor de geallieerden, die zich pas in 1918 zou uitbetalen.
Meer weten
- The Price of Glory (1962) Klassiek meesterwerk van Alistair Horne.
- German Strategy and the Path to Verdun (2005) Robert Foley verklaart de strategie van Falkenhayn.
- Verdun John Mosier (2013) en Verdun Olaf Jessen (2014) beschrijven de slag.