Home Dossiers Tweede Wereldoorlog Tribunaal van Tokyo: het Japanse Neurenberg

Tribunaal van Tokyo: het Japanse Neurenberg

  • Gepubliceerd op: 1 november 2021
  • Laatste update 16 aug 2023
  • Auteur:
    Koen Vossen
  • 10 minuten leestijd
Tribunaal van Tokyo in 1947
Hitler in de Tweede Wereldoorlog
Dossier Tweede Wereldoorlog Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Japanse oorlogsmisdadigers stonden vanaf 1946 terecht voor het Tribunaal van Tokyo. De Neurenberger Processen golden daarbij als voorbeeld. Maar het tribunaal verliep veel moeizamer. Een van de grootste critici was de Nederlander Bert Röling, die zelf tot de rechters behoorde. ‘The trial was a mistake,’ bekende hij later.

Op 15 augustus 1945 kondigde de Japanse keizer Hirohito op de radio aan dat zijn land zou gaan capituleren. Een paar dagen daarvoor hadden de Amerikanen een tweede atoombom op Nagasaki tot ontploffing gebracht. Op 2 september tekende het Keizerrijk de officiële overgave op het Amerikaanse oorlogsschip USS Missouri, dat in de Baai van Tokyo voor anker lag. De Japanse bevolking wachtte bevreesd en verward af wat komen ging. Na maanden van bombardementen waren de meeste steden in puin gelegd, heerste er honger en waarden er tal van ziektes rond. Veel slachtoffers van de Japanse agressie stonden te popelen om wraak te nemen: in China, Birma en Korea werden Japanse soldaten als vergelding tamelijk lukraak vermoord.

Meer lezen over de Tweede Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Namens de geallieerden kreeg de Amerikaanse generaal Douglas MacArthur de macht in het Keizerrijk in handen. Om de nieuwe verhoudingen zichtbaar te maken liet deze ijdele ijzervreter zich fotograferen met de twee koppen kleinere keizer Hirohito pal naast hem. De foto van een nederige Hirohito naast de triomfantelijke MacArthur choqueerde veel Japanners, die de keizer altijd als een godheid hadden vereerd. Om de Japanners niet onnodig tegen zich in het harnas te jagen en het land niet verder te destabiliseren, besloten de geallieerden uiteindelijk om de keizer aan te laten blijven – zij het als een normale constitutioneel monarch. De keizer, zo verklaarde MacArthur, was misleid door boosaardige militairen en politici, die zich wel voor het gerecht dienden te verantwoorden.

MacArthur en Hirohito
Generaal Douglas MacArthur laat zich zo fotograferen dat goed te zien is dat keizer Hirohito veel kleiner is, 1945.

Reeds een week na de definitieve capitulatie liet MacArthur 38 hooggeplaatste Japanse militairen en politici in Tokyo en omgeving arresteren. In Manilla, de hoofdstad van de Filippijnen, begon rond dezelfde tijd een eveneens door MacArthur geïnitieerd proces tegen de generaals Tomoyuki Yamashita  en Masaharu Homma, die verantwoordelijk werden gehouden voor afgrijselijke oorlogsmisdaden, zoals het bloedbad van Manilla en de dodenmars van Bataan. Hoewel deze verantwoordelijkheid vooral in het geval van Yamashita zeer omstreden was, kregen beiden na een razendsnel en slordig gevoerd proces de doodstraf. ‘A high-grade lynching party,’ zo noemde een Amerikaanse hoge rechter deze door wraakzucht ingegeven overwinnaarsrechtspraak.

Het bloedbad van Manilla

De Japanse verovering van de Filippijnen tussen december 1941 en mei 1942 geldt nog steeds als de grootste Amerikaanse militaire nederlaag ooit – de Amerikanen bestuurden de eilanden in die jaren. De verovering ging gepaard met een even vernederende als gruwelijke dodenmars van Amerikaanse en Filippijnse krijgsgevangenen, de Dodenmars van Bataan.

In februari 1945 was er een bloedbad bij Manilla. Na de Amerikaanse landingen op Luzon waren 14.000 Japanse soldaten en mariniers klem komen te zitten in de omgeving van Manilla. Hoewel generaal Yamashita de troepen had opgeroepen zich terug te trekken, besloot een groot deel onder leiding van viceadmiraal Sanjii Iwabuchi door te vechten. In een paar weken tijd plunderden en verwoestten zij de Filippijnse hoofdstad en doodden daarbij naar schatting 100.000 burgers.

Na het bloedbad van Nanking geldt het als de grootste door Japanse soldaten aangerichte slachting. Veel Japanse soldaten weigerden zich uiteindelijk over te geven en pleegden zelfmoord. Onder hen naar alle waarschijnlijkheid ook Iwabuchi, hoewel diens lijk nooit is gevonden. Na de oorlog werd Yamashita verantwoordelijk gehouden voor het bloedbad en ter dood veroordeeld.

Tijdens een conferentie in Moskou in december 1945 besloten de geallieerden dan ook dat een uitgebreider en zorgvuldiger proces op zijn plaats was. Daarop werd in Tokyo een Internationaal Militair Tribunaal voor het Verre Oosten opgezet, dat de Japanse oorlogsmisdaden moest onderzoeken vanaf 1931, het jaar dat Japan de Chinese provincie Mantsjoerije binnenviel, tot aan de capitulatie in 1945.

Juridische acrobatiek bij Tribunaal van Tokyo

Het proces in Neurenberg tegen de nog levende kopstukken van het Derde Rijk, dat in november 1945 was begonnen, kon daarbij als voorbeeld dienen. Met dit proces wilden de geallieerden de nazimisdaden openbaren en tegelijk tonen dat een beschaafde rechtsstaat zich niet hoefde te verlagen tot barbaarse wraakoefeningen om schuldigen te kunnen straffen. Daarvoor was wel enige juridische acrobatiek nodig. Behalve conventionele oorlogsmisdaden waarbij het geldende oorlogsrecht was overschreden, werden in een nieuw Handvest twee nieuwe categorieën misdaden geïntroduceerd: misdaden tegen de menselijkheid en misdaden tegen de vrede. Bestaande wetten volstonden namelijk niet om de omvangrijke en systematisch gepleegde nazimisdaden in juridische zin adequaat te kunnen bestraffen.

Keizer Hirohito stond niet terecht; hij zou zijn misleid door boosaardige militairen en politici

Juridisch gezien was dit uiterst glad ijs. Door nieuwe wetten te introduceren schonden de rechters in Neurenberg immers het legaliteitsbeginsel, dat luidt dat geen straf kan worden gegeven zonder een voorafgaande strafbepaling (het nulla poena-beginsel). Maar de door het Derde Rijk begane gruwelen waren van dien aard en omvang dat zulke kritiek snel werd afgedaan als juridische haarkloverij. De heren mochten blij zijn dat ze niet direct tegen de muur waren gezet, zoals onder meer Winston Churchill had voorgesteld. Na elf maanden kwamen de rechters tot hun vonnis: elf verdachten kregen de doodstraf, terwijl zeven anderen gevangenisstraffen kregen, variërend van levenslang tot tien jaar.

Het Tribunaal van Tokyo, dat begin mei 1946 van start ging, verliep veel minder voortvarend dan zijn evenknie in Neurenberg. Pas na 2,5 jaar, honderden ondervragingen en meer dan 50.000 pagina’s aan documenten kwamen de elf rechters, afkomstig uit de overwinnende landen,  tot een uitspraak, die bovendien niet op unanimiteit steunde. Van de 28 aangeklaagden kregen er 7 de doodstraf, werden er 3 vrijgesproken en kreeg de rest gevangenisstraffen variërend van levenslang tot zeven jaar.

De onthoofding van een Amerikaanse luitenant wordt nagedaan tijdens het Tribunaal van Tokio.
De onthoofding van een Amerikaanse luitenant wordt nagedaan tijdens het Tribunaal van Tokyo.

In vergelijking met Neurenberg kreeg het vonnis in Tokyo publiciteit. Eind 1948 leek de Tweede Wereldoorlog alweer ver weg en was de blik vrijwel overal gericht op de wederopbouw en de Koude Oorlog. Na de zoete wraak in Neurenberg was het vonnis in Tokyo mosterd na de maaltijd.

Tribunaal van Tokyo behandelt terreurgolf

Dat het proces zo lang duurde had verschillende oorzaken. Allereerst bleek het veel lastiger dan in het Derde Rijk om in Japan de exacte schuldigen van bepaalde beslissingen aan te wijzen. Zowel in het leger als in de regeringen hadden tussen 1931 en 1945 zeer veel personele wisselingen plaatsgevonden. De keizer was eigenlijk de enige constante factor geweest, maar die genoot immuniteit en kon niet worden ondervraagd.

Japans beleid: plunder, moord en verbrand alles

Vanuit Aziatisch perspectief begon de Tweede Wereldoorlog in juli 1937 met de Tweede Chinees-Japanse Oorlog. Reeds in 1931 had het Japanse leger een incident in de Noord-Chinese stad Mukden aangegrepen om Mantsjoerije te bezetten en om te vormen tot de marionettenstaat Manchukwo.

In 1937 ging het  om een klein incident bij de nabij Peking gelegen Marco Polo-brug: Japan beschuldigde het Chinese leger van ontvoering van een vermiste Japanse soldaat. China ontkende en weigerde de Japanners toegang tot de garnizoensstad Wanping, waar de soldaat zou worden vastgehouden. De Japanse compagnie viel de stad daarop aan. Dat de vermiste Japanse soldaat inmiddels weer terecht was – hij bleek te zijn verdwaald – zorgde niet voor een einde aan de ongeregeldheden. Het Japanse leger greep het incident aan voor een snelle opmars in China volgens het drie-ineen-beleid: plunder, vermoord en verbrand alles. Het bloedbad in Nanking was het gruwelijkste voorbeeld van deze strategie.

Na 1945 hebben nationalistische groeperingen in Japan jarenlang twijfel gezaaid over de echtheid van de gruwelberichten uit China. Ook gevestigde Japanse historici betwistten het exacte aantal slachtoffers en Japanse schoolboeken zwegen erover. Discussies over het bloedbad van Nanking hebben tientallen jaren de verhoudingen tussen China en Japan verziekt.

Om te bewijzen dat Japan een vooropgezet plan had, werd wel verwezen naar een geheim memorandum uit 1927 van de toenmalige premier Tanaka Giichi, waarin de Japanse strategie richting wereldheerschappij nauwkeurig was uitgestippeld. De authenticiteit van dit Tanaka-memorandum was ook toen al omstreden; later bleek dat het inderdaad om een vervalsing ging. Het meeste bewijsmateriaal liet zien dat officieren dikwijls op eigen initiatief hadden gehandeld om aldus de Japanse politici voor voldongen feiten te plaatsen. Zelfs binnen leger en marine was centrale coördinatie soms ver te zoeken. Noch bij de inval in Mantsjoerije in 1931 na het zogeheten Mukden-incident, noch bij de gewelddadige opmars in China in 1937 en 1938 kon daardoor duidelijk worden vastgesteld wie nu precies verantwoordelijk waren. Dat werd vooral duidelijk in de zoektocht naar een schuldige voor het bloedbad van Nanking eind december 1937. In de toenmalige Chinese hoofdstad ontketenden Japanse soldaten een tot dan toe zelden vertoonde terreurgolf. Vrouwen van alle leeftijden werden verkracht, krijgsgevangenen kregen vrijwel allemaal de kogel en tienduizenden weerloze burgers  werden  in koelen bloede vermoord. Het vier weken durende bloedbad heeft aan naar schatting 340.000 mensen het leven gekost.

Hoewel Koki Hirota als minister van Buitenlandse Zaken toentertijd juist kritiek had op de wreedheden werd hij als hoofdverantwoordelijke beschouwd en kreeg hij de doodstraf. De aanval op Pearl Harbor en de daaropvolgende oorlog tegen de Verenigde Staten werden vooral Hideki Tojo in de schoenen geschoven. Daar viel veel voor te zeggen, maar de vooral in de Amerikaanse pers gebruikte bijnaam ‘de Japanse Hitler’ was niet erg toepasselijk. Tojo was immers pas in oktober 1941 premier geworden en trad in juli 1944 alweer af. Maar om de keizer uit de wind te houden bleek Tojo bereid veel schuld op zich te nemen. Ook hij werd ter dood veroordeeld.

Rechters van het Tribunaal van Tokyo
De rechters van het tribunaal. Staand, tweede van links, Bert Röling, 29 juli 1946.

Holle retoriek bij Tribunaal van Tokyo

Onderling kwamen de rechters van het tribunaal er ook niet goed uit. De 2,5 jaar waarin zij op elkaars lip zaten en vrijwel dagelijks de meest vreselijke verhalen moesten aanhoren, had de elf mannen niet nader tot elkaar gebracht. De rechter uit India, Radhabinod Pal, pleitte tot ontzetting van de rest vanaf het begin voor vrijspraak voor alle verdachten. Hoewel ook hij de Japanse gruweldaden sterk afkeurde, achtte hij de Japanse misdaden tegen de vrede niet bewezen. De Japanse agressie kon in zijn opinie namelijk net zo goed als een antikoloniale verdedigingsoorlog worden beschouwd. Want wat hadden die door de Japanners verjaagde Europese kolonialisten eigenlijk te zoeken gehad in Azië? Waren hun roemruchte koloniale veroveringen niet ook misdaden tegen de vrede geweest?

Van de 28 aangeklaagden kregen 7 de doodstraf en werden er 3 vrijgesproken

De Filippijnse rechter, die de Japanse agressie aan den lijve had ondervonden, eiste daarentegen veel strengere straffen, terwijl  de Australische en de Franse rechter  zeer verbolgen waren over de door MacArthur toegezegde immuniteit voor Hirohito. De Sovjet-Unie had een rechter gestuurd die geen woord Engels sprak en bovendien in de jaren dertig actief had meegewerkt aan de Grote Terreur van Stalin door tal van doodstraffen op te leggen. Als vertegenwoordiger van een land dat in 1939 onverhoeds Finland en Polen was binnengevallen was zijn gehamer op Japanse misdaden tegen de vrede weinig overtuigend. De Amerikaanse retoriek over misdaden tegen de menselijkheid klonk na de steeds meer bekritiseerde atoombommen op Hiroshima en Nagasaki ook steeds holler. De Koude Oorlog kwam de sfeer evenmin ten goede.

Politieke poppenkast

En dan was er nog de Nederlandse rechter, Bert Röling. Nederland mocht als een van de slachtoffers van de Japanse agressie in Nederlands-Indië ook een rechter sturen. Omdat gezaghebbende Nederlandse rechters er weinig voor voelden om naar de andere kant van de wereld te gaan, viel de keuze uiteindelijk op deze nog jonge hoogleraar uit Utrecht. Hoewel Röling aanvankelijk veel moeite had met de Engelse taal, ontpopte hij zich tot het juridische geweten van het tribunaal. Röling twijfelde steeds meer aan de juridische zuiverheid van het proces, dat zijns inziens steeds meer een politieke poppenkast werd.

Bert Röling
Bert Röling richt in 1962 in Groningen het Polemologisch Instituut op. Foto 1972.

In tegenstelling tot de andere rechters verdiepte hij zich in de Japanse cultuur, sloot hij vriendschap met de Japanse schrijver Michio Takeyama en de zenboeddhistische meester Daisetz Suzuki. Zonder de ernst van de Japanse oorlogsmisdaden uit het oog te verliezen kreeg Röling daardoor wel een betere kijk op de Japanse overwegingen om ten strijde te trekken. Zo had de door de Verenigde Staten in 1940 ingestelde olieboycot het land economisch op de rand van de afgrond gebracht en dreigde er hongersnood.

Boeken en tv-serie over Röling

Het Tokyo Tribunaal en de rol van Bert Röling daarin is de laatste jaren uitvoerig verbeeld. Zo schreef zijn zoon Hugo Röling de historische studie De rechter die geen ontzag had (2014). Hij gebruikte daarvoor de uitvoerige correspondentie tussen zijn ouders toen zijn vader in Tokyo was. In hetzelfde jaar publiceerde schrijver Kees van Beijnum de roman De offers, over het op Röling gebaseerde personage Rem Brink, een Nederlandse rechter die betrokken is bij het Tokyo Tribunaal en er daarnaast een  nogal roerig privéleven op na houdt. Hugo Röling was niet erg gelukkig met de wijze waarop Van Beijnum zijn vader portretteerde.

Van Beijnum schreef ook het script voor de film en de vierdelige Netflix-serie Tokyo Trial van Pieter Verhoeff. Acteur Marcel Hensema speelt daarin de door twijfels gekwelde rechter Röling.

Ondanks druk vanuit Den Haag ging Röling uiteindelijk niet mee met het meerderheidsvonnis en schreef hij een zogeheten dissenting opinion, waarin hij vooral de rechtsgeldigheid van de categorie misdaden tegen de vrede betwistte. Hoewel hij de doodstraf in een aantal gevallen zeker terecht vond, twijfelde hij daarom aan het vonnis tegen de diplomaten Koki Hirota en Shigenori Togo.

The trial was a mistake,’ zo erkende Röling in 1956 toen zijn vriend Takeyama hem in Nederland kwam opzoeken. Als hoogleraar volkenrecht en internationaal strafrecht in Groningen richtte Röling daar in 1962 het Polemologisch Instituut op, om oorzaken van oorlog en voorwaarden voor vrede te onderzoeken. Want als het tribunaal van Tokyo iets had duidelijk gemaakt, dan was het dat voorkomen altijd beter is dan genezen.

Meer weten

  • Hirohito and the Making of Modern Japan (2001) door Herbert P. Bix beschrijft de rol van de keizer.
  • Het loon van de schuld (2012) door Ian Buruma bevat herinneringen aan de oorlog in Duitsland en Japan.
  • Nederland en het Tribunaal van Tokio (1989) door L. van Poelgeest schetst de internationale context.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 11 - 2021