Een aantal historici heeft een interessante gids gemaakt langs plekken in en rond Kaapstad, die verbonden zijn met het Nederlandse slavernijverleden. Zo’n gids was er nog niet. Maar waarom doen de samenstellers alsof ze een groot onrecht corrigeren?
Het onrecht in kwestie is een gebrek aan aandacht voor de slavernij in de Kaapkolonie. In de inleiding van de Gids Slavernijverleden van De Kaap, die is samengesteld door cultuurhistoricus Nancy Jouwe en museumcurator Carine Zaayman, staat te lezen: ‘Bij Zuid-Afrika denken veel Nederlanders eerder aan apartheid, en het collectieve geheugen van de Nederlanders is sterk gefocust op (hun rol in) anti-apartheid. Dit narratief werd gepresenteerd tijdens de Rijksmuseum-tentoonstelling van begin 2017 […].’ Bedoeld wordt de tentoonstelling Goede Hoop, die destijds was gemaakt door de geschiedenisafdeling van het Rijksmuseum onder leiding van Martine Gosselink.
Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Deze karakterisering van de tentoonstelling klopt niet. Goede Hoop ging maar mondjesmaat over het anti-apartheidsactivisme in Nederland. De tentoonstelling liet ook zien dat Nederland heel lang wegkeek van de apartheid en het koloniale verleden verheerlijkte. Op zaal lag onder meer een fotoboek van het gênante bezoek dat prins Bernhard in 1954 aan Zuid-Afrika bracht. Op een beeldscherm was te zien hoe schrijver W.F. Hermans de apartheid verdedigde, en hoe Nederlandse emigranten stuitende racistische taal uitsloegen.
De tentoonstelling in het Rijksmuseum liet zien wat de Nederlandse bemoeienis met Zuid-Afrika is geweest gedurende 400 jaar. Het verhaal begon bij de inheemse samenleving aan de Kaap vóór de VOC-invasie en eindigde bij de postkoloniale beeldenstorm, die in 2017 op een hoogtepunt was. Ook de slavernij in de zeventiende en achttiende eeuw kwam aan bod. En wel met gebruikmaking van tekstborden, authentieke prenten en objecten – zoals een zogeheten slavenbel, een register en een persoonlijk document van de in slavernij gehouden leraar Jan Smiesing (1697-1737). Op de muren van het museum stonden in grote letters citaten van inheemse en tot slaaf gemaakte personen, gericht tegen de kolonisator en zijn onderdrukkende systeem.
Je kunt vinden dat dit te weinig was naar verhouding. Je kunt betogen dat een tentoonstelling over koloniale geschiedenis hoofdzakelijk over de onderdrukten moet gaan, in plaats van vooral over de onderdrukkers. Je kunt zelfs van mening zijn dat het Rijksmuseum meer zwarte en bruine curators en kunstenaars bij de tentoonstelling had moeten betrekken. Dat vonden althans de ondertekenaars van een open brief die in 2017 aan het Rijksmuseum werd verzonden, en waar de schrijvers van de gids naar verwijzen. Maar je kunt niet volhouden dat het Rijksmuseum de Nederlandse geschiedenis met Zuid-Afrika heeft gereduceerd tot een rooskleurig verhaaltje over de steun aan de antiapartheidsbeweging. Wie dat beweert, heeft óf met oogkleppen door de tentoonstelling gelopen óf knutselt een stroman om tegen te vechten.
Hoe brengen de samenstellers van de Gids Slavernijverleden van De Kaap het er zelf vanaf? Opvallend genoeg beschrijven zij voornamelijk ‘witte’ locaties: boerderijen, forten, overheidsgebouwen en missieposten die in opdracht van de kolonisators zijn gebouwd. Bovendien betreuren de auteurs in hun inleiding weliswaar dat het algemene publiek denkt dat de Nederlandse invloed in Zuid-Afrika beperkt bleef tot de West-Kaap, maar zelf behandelen ze alleen maar plekken in het uiterste westen van die provincie. Ze besteden geen aandacht aan het oosten van de oude Kaapkolonie, laat staan aan andere delen van Zuid-Afrika.
Op zichzelf is dat allemaal niet erg. Voor wie Kaapstad en omgeving wil bezoeken is de gids een nuttig hulpmiddel om iets te weten te komen over het Nederlandse slavernijverleden in die regio. Daarom is het fijn dat Jouwe en Zaayman hun gids hebben samengesteld. Maar wie na de inleiding vol kritiek op collega-erfgoedprofessionals een revolutionair ander verhaal verwacht, zal teleurgesteld zijn.
Gids Slavernijverleden van De Kaap
Nancy Jouwe en Carine Zaayman (red.)
172 p. LM Publishers (2025) € 20,-
