Home ‘De grote koning der blanken’

‘De grote koning der blanken’

  • Gepubliceerd op: 25 februari 2016
  • Laatste update 23 okt 2023
  • Auteur:
    Bas Kromhout
  • 10 minuten leestijd
‘De grote koning der blanken’

In 1954 brengt prins Bernhard een bezoek aan Zuid-Afrika. Zonder koningin Juliana, want die is tegen de apartheid. Maar Bernhard ziet er weinig kwaad in.

Het was Bernhards eigen idee. Hij wilde zo graag een keer Zuid-Afrika bezoeken, zei hij tegen de ambassadeur van dat land, toen deze in 1953 namens zijn regering een cheque overhandigde voor de wederopbouw na de Watersnoodramp. De ambassadeur bracht de hartenwens van de prins onmiddellijk over aan zijn meerderen in Pretoria en zij seinden minister-president Daniël Malan in. Die was enthousiast.

Zo vaak gebeurde het namelijk niet dat hoge gasten Zuid-Afrika bezochten. In 1948 was de Nationale Partij aan de macht gekomen en had de apartheidspolitiek geïntroduceerd. De aanscherping van de rassensegregatie deed menigeen in het buitenland de wenkbrauwen fronsen. In de Verenigde Naties leidden India en de communistische landen het protest. Hoewel Zuid-Afrika nog niet de internationale paria was die het land vanaf 1960 zou worden, was de nationalisten er veel aan gelegen om buitenlandse erkenning te krijgen voor hun bewind. Een bezoek van de prins der Nederlanden zou precies het gewenste signaal afgeven.  

Op het programma staan geen ontmoetingen met zwarte leiders

Aan Nederlandse kant bestond een gevoel van historische en culturele verbondenheid met de Afrikaners, wier voorouders met de VOC naar de Kaap waren gekomen. Na het verlies van Nederlands-Indië bood Zuid-Afrika een kans het verloren aanzien in de wereld enigszins goed te maken. Den Haag en Pretoria sloten een cultureel akkoord en duizenden Nederlanders emigreerden naar Zuid-Afrika. Om de hartelijke relaties te benadrukken bezochten minister-president Drees en zijn ambtsgenoot Malan elkaar over en weer in 1949 en 1953. Ze spraken met geen woord over de apartheid. Alleen koningin Juliana zei Malan onomwonden dat zij Zuid-Afrika nooit zou bezoeken zolang er rassenscheiding heerste.

Haar echtgenoot stoorde zich hier niet aan. Bernhard werd op zijn wenken bediend en kreeg een uitnodiging van de Zuid-Afrikaanse regering. Vervolgens zouden ambtenaren in Den Haag en Pretoria de details regelen. Zij mochten voorlopig met niemand over het bezoek van de prins praten. Toch lekte het uit. Eerst verscheen er een bericht in het Zuid-Afrikaanse dagblad Die Burger en daarna ook in De Telegraaf.  

‘De prins nam vele meters film op van Zoeloemeisjes’

De Nederlandse regering nam het lekken hoog op en wees met de beschuldigende vinger naar de collega’s in Zuid-Afrika. Maar die wasten hun handen in onschuld. Ambtenaren van de Nederlandse PTT hadden zelf geblunderd: een brief die bestemd was voor de Zuid-Afrikaanse ambassade hadden zij afgeleverd bij die van de Sovjet-Unie. Zo kwam geheime informatie over het bezoek van Bernhard in handen van de communistische aartsvijand. Of het de Russen waren die vervolgens de pers hebben ingelicht, is nooit opgehelderd.

Ondanks deze valse start werden Nederland en Zuid-Afrika het eens over het programma. Pretoria wilde de prins naar zo veel mogelijk officiële gelegenheden meeslepen, terwijl Bernhard het liefst ging jagen in de beroemde wildparken. Het werd een compromis: tien dagen kransen leggen en handen schudden, en drie dagen vakantie. Op 21 september 1954 was het zover. De Dakota PH-PBA van de prins begon vanaf vliegveld Valkenburg aan zijn vierdaagse vlucht naar het land van de apartheid.

Zaterdag 25 september

Een duizendkoppige menigte met oranje vlaggetjes staat klaar op luchthaven Swartkop bij Pretoria. Bernhard zelf zet het vliegtuig aan de grond. Eenentwintig saluutschoten en het Wilhelmus klinken. Onder aan de trap wacht premier Malan met vrouw en dochter. Maar Bernhard logeert bij de gouverneur-generaal, Ernest Jansen, want Zuid-Afrika is nog steeds een Brits dominion. ’s Avonds wordt de prins enthousiast onthaald door zevenduizend voormalige landgenoten die in Zuid-Afrika hun geluk hebben gezocht.  

Zondag 26 september

Een echte kransendag. Eerst wordt het Voortrekkermonument in de bloemen gezet. Dit gigantische heiligdom van het Afrikaner nationalisme is gebouwd tussen 1938 en 1949 en eert de pioniers die in de negentiende eeuw vanuit de Kaapkolonie naar het binnenland trokken. Later op de dag legt de prins een krans bij een meer bescheiden gedenkteken. Het staat in de tuin van de Nederlandse ambassade en herinnert aan de Zuid-Afrikanen van Nederlandse afkomst die zijn gesneuveld in de Tweede Wereldoorlog. Omdat ze aan Britse kant vochten, beschouwden de nationalisten hen destijds als verraders. Veel Afrikaners weigerden voor Engeland te vechten en hoopten op een Duitse overwinning. Dit leidde na de oorlog tot vragen van Nederlandse zijde, maar tijdens het bezoek van de prins is alles weer vergeven en vergeten.  

Maandag 27 september

Nederland en Zuid-Afrika willen niet alleen de culturele banden aanhalen, maar ook zakendoen. Daarom bezoekt ‘goodwillambassadeur’ Bernhard de economische hoofdstad Johannesburg. Hij krijgt rondleidingen in een goudmijn en een uraniumfabriek. Ook ontmoet hij een zekere dominee Strang, die hem een interessant voorstel doet. Hij biedt de prins aan een ontmoeting te arrangeren met ANC-bestuurder William Nkomo. Bernhard stemt toe. Maar als Strang vervolgens om assistentie vraagt van het departement van Naturellenzaken, krijgt hij in plaats daarvan een uitbrander. ‘U hebt ons geen dienst bewezen door met ZKH prins Bernhard rassenkwesties te bespreken,’ antwoordt de secretaris-generaal. De regeringen van Zuid-Afrika en Nederland hebben samen het programma opgesteld en daar staan expres geen ontmoetingen met zwarte leiders op. Dat blijft zo.

Bernhard bezoekt Johannesburg.

Dinsdag 28 september

Naar de industriële Vaaldriehoek voor een bezoek aan staatsoliebedrijf Sasol. ’s Avonds staatsbanket in Pretoria.  

Woensdag 29 september

Bernhard vliegt naar Durban, de grootste havenstad aan de Indische Oceaan. Langs de route van de luchthaven naar de stad staan dertigduizend mensen – ‘van alle rassen,’ schrijft De Tijd. De prins zelf krijgen ze amper te zien, want hij wordt tot zijn ergernis in een gesloten auto gereden. In de avond toont Bernhard zich aan de tweeduizend Nederlandse immigranten die zich in Durban hebben gevestigd. Hij vertelt hun dat hij al een paar keer heeft geprobeerd om Juliana en de prinsesjes te bellen, maar dat de intercontinentale lijn jammer genoeg storing heeft.  

Donderdag 30 september

Bernhard gaat zwarte mensen kijken in de Valley of 1000 Hills. ‘De Prins nam vele meters film op van Zoeloemeisjes der Ngoma-stam, die in hun traditionele kralen-kledij hun volksdansen voor de hoge bezoeker uitvoerden,’ schrijft het Nieuwsblad van het Noorden. ‘De Zoeloes waren versteld dat een “grote koning der blanken” van ver overzee hen met een bezoek zou vereren. De grond dreunde dan ook van opgewonden Zoeloes, die hun blijdschap over het bezoek van de Prins in hun dansen uitten.’ Dit is hoe de Zuid-Afrikaanse regering haar zwarte onderdanen het liefst toont aan buitenlanders: veilig in hun eigen thuisland, levend volgens oude stamtradities, tevreden met hun lot. Bernhard laat het zich welgevallen. ‘Bij het verlaten van het dorp kreeg de prins kraalwerk, wandelstokken en andere giften voor koningin Juliana en de vier prinsessen.’  

Vrijdag 1 oktober

De afgelopen nacht heeft de prins in Bloemfontein doorgebracht. Hij is er zelf met de Dakota vanuit Durban heen gevlogen. Met vertraging, want hij landde eerst op het burgervliegveld in plaats van de luchtmachtbasis, terwijl daar 250 Nederlanders klaarstonden om hem toe te zingen. Vandaag legt Bernhard bloemen bij het monument ter herinnering aan de Afrikaner vrouwen en kinderen die tijdens de Boerenoorlog stierven in Britse concentratiekampen. ’s Middags vertrekt hij alweer naar Kaapstad. Met de kabelbaan de Tafelberg op en ’s avonds een receptie in het Kasteel.  

Zaterdag 2 oktober

De prins is niet met lege handen naar Zuid-Afrika gekomen. Namens de Nederlandse regering biedt hij een cadeau aan: een standbeeld van Maria de Queillerie, de vrouw van Jan van Riebeeck, die in 1652 de Kaapkolonie stichtte. Het wordt in de Compagniestuin in Kaapstad door Bernhard zelf onthuld. Hij noemt het geschenk een ‘symbool van trouw en toewijding’ tussen Nederland en Zuid-Afrika. Na de plechtigheid gaat de prins naar Adderley Street om cadeautjes voor zijn dochters te kopen.  

Zondag 3 oktober

Bernhard bezoekt de marinebasis in Simonstad. Pretoria en Den Haag zijn in gesprek over militaire samenwerking.  

Maandag 4 t/m donderdag 7 oktober

Eindelijk jagen! Drie dagen lang maakt de prins het Krugerpark onveilig, onbereikbaar voor pers en publiek.  

Vrijdag 8 oktober

Het bezoek wordt in stijl afgesloten met een ontvangst in de ambtswoning van premier Malan in Pretoria. Hier houdt Bernhard een persconferentie. Lovende woorden wijdt hij aan de Zuid-Afrikaanse ondernemingslust, de economische vooruitgang en het gunstige klimaat voor Nederlandse immigranten. Ook zegt de prins dat hij nergens krotwoningen heeft gezien en niemand heeft gesproken die ongelukkig is.  

Zaterdag 9 oktober

Tijd om afscheid te nemen. Voordat Bernhard weer aan boord klimt, speldt premier Malan hem de wings van de Zuid-Afrikaanse luchtmacht op. Een laatste groet en dan is de prins gevlogen. Maar hij gaat niet rechtstreeks terug naar huis. Eerst heeft hij nog verplichtingen in Mozambique en Zanzibar, en een jachtpartij in Tanzania. Daar pakt hij de ultieme trofee: de huid van een zelfgeschoten leeuw. Op de terugweg doet Bernhard nog Parijs aan voor een bijeenkomst van de Bilderberggroep. Pas op 20 oktober landt hij met de Dakota op vliegveld Soesterberg, waar koningin Juliana hem met een omhelzing verwelkomt.  

Zaterdag 23 oktober

Paleis Soestdijk. Bernhard staat de Nederlandse pers te woord over zijn ervaringen in Zuid-Afrika. Hij spreekt over de grote kansen die het land biedt aan Nederlandse ondernemers en landverhuizers. Nederland heeft Zuid-Afrika ondanks de historische en culturele banden te lang links laten liggen, ‘maar het is niet te laat’. Heeft de prins dan helemaal niets gezien wat hij niet mooi vond, vraagt een journalist. ‘Ik zou het niet weten,’ antwoordt hij. ‘Of ja, toch één ding: een zebra zonder staart. Dat was geen gezicht.’

Dan komt eindelijk de vraag die op ieders lippen brandt: wat vindt de prins eigenlijk van de veel bekritiseerde apartheidspolitiek? Bernhard wil daar niet op ingaan. ‘Over deze uiterst moeilijke materie kun je pas meepraten als je er ten minste een paar jaar zelf hebt geleefd en over het vraagstuk veel hebt gelezen,’ zegt hij. ‘Wie het anders doet, handelt naar mijn mening fout en is dom. Tegen beter weten in misschien.’ Volgens Bernhard zijn mensen in Europa vaak te snel gealarmeerd door wat zij in de pers over de apartheid lezen.

Bij thuiskomst geeft Bernhard een toespraak.

De meeste kranten publiceren het antwoord van de prins zonder commentaar. Behalve Het Parool. De redactie van dit blad plaatst soms kritische stukken over de apartheid en voelt zich door Bernhards woorden aangevallen. In een reactie schrijft Het Parool dat de prins zelf dom is, ‘want het oordeel over deze politiek, die berust op een mengeling van raciale hoogmoed en raciale angst, is een zedelijk oordeel en daarvoor is eigen aanschouwing niet vereist’.

Zulke geluiden zijn in Nederland vooralsnog zeldzaam. De Zuid-Afrikaanse ambassadeur rapporteert aan zijn minister dat Het Parool slechts een ‘kwaai linkse dagblad’ is en niet representatief voor de algemene opinie. Bernhards bezoek zou de sympathie voor Zuid-Afrika bij de Nederlandse bevolking juist hebben vergroot. Tot en met het einde van de jaren vijftig blijven de officiële betrekkingen tussen beide landen uitstekend. Pas vanaf 1960, wanneer het doodschieten van 69 demonstranten in Sharpeville internationaal voor ophef zorgt, beweegt Nederland zich in de Verenigde Naties richting het anti-apartheidskamp. Het zal tot 1996 duren voordat Bernhards dochter Beatrix als eerste Oranje weer een officieel bezoek brengt aan het inmiddels democratische Zuid-Afrika.

Dit artikel is gebaseerd op archiefonderzoek in Zuid-Afrika en Nederland.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 3 - 2016