Op 15 augustus 1945 kwam er een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Japan gaf zich toen eindelijk over, na twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Zo staat het in de geschiedenisboeken. Maar was dat ook echt de enige reden?
Op 6 augustus 1945 verscheen om iets na acht uur ’s ochtends een zilveren Amerikaanse B-29-bommenwerper in de heldere lucht boven de Japanse havenstad Hiroshima. Het luchtalarm bleef stil, want van eenzame verkenningsvliegtuigen was weinig te vrezen. De inwoners van de stad lieten zich dan ook niet van de wijs brengen. Maar om kwart over acht kwam al het leven tot stilstand door wat ooggetuigen een pika don noemden – een oogverblindende lichtflits en een oorverdovende klap. De atoombom Little Boy was op 250 meter boven de stad ontploft. Zeker 78.000 inwoners vonden de dood als gevolg van de vuurbal, de schokgolf en een door de stad razende vuurstorm. Driekwart van de stad was vernietigd met één bom.
Meer geschiedenisverhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Drie dagen later trof een tweede atoombom genaamd Fat Man de stad Nagasaki. Doordat die het beoogde doel miste, vielen er ‘slechts’ 39.000 doden. Radioactieve neerslag en stralingsziekte eisten later nog talloze mensenlevens in beide steden. Schattingen van het totaal lopen op tot ver boven de 200.000 dodelijke slachtoffers.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Na de twee verwoestende atoombommen capituleerde het Japanse Keizerrijk. Daarmee kwam er officieel een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Zo staat het in bijna alle geschiedenisboeken. Maar is dat wel zo?
Waarom vergaderde keizer Hirohito dan pas drie dagen na de atoombom op Hiroshima voor het eerst over onvoorwaardelijke overgave met de Japanse Opperste Oorlogsraad? En waarom duurde het vervolgens nog zes dagen tot Japan capituleerde? De antwoorden liggen besloten in de laatste oorlogsmaanden van 1945.
Alles-of-niets
Na de capitulatie van nazi-Duitsland in mei 1945 leek het definitieve einde van de oorlog nog ver weg. Het Japanse Keizerrijk was vastbesloten door te vechten tot het bittere einde. Daarom stond de strijd tegen Japan ook op de agenda van de Conferentie van Potsdam, waar de geallieerde leiders in juli bijeenkwamen om te spreken over de toekomst van het verslagen Duitsland.
De Amerikaanse president Harry Truman had belangrijk nieuws voor de Russische leider Jozef Stalin en de Britse premier Winston Churchill. Net na aankomst in Potsdam had hij bericht gekregen dat de wetenschappers van het geheime Amerikaanse Manhattanproject op 16 juli 1945 voor het eerst een kernwapen hadden laten ontploffen in de woestijn van New Mexico.
Wetenschappelijk leider Robert Oppenheimer beschreef de proef met een citaat uit de hindoestaanse Bhagavad Gita: ‘Mocht de schittering van duizend zonnen plots aan de hemel uitbarsten, dan zou het zijn als de pracht van de Almachtige. (…) Ik ben de Dood geworden, de vernietiger van werelden.’
Waren de atoombommen nodig?
Al decennia discussiëren Amerikaanse historici over nut en noodzaak van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Voor de Amerikanen is het een cruciale vraag: als ze voor Japan reden waren om te capituleren, dan hebben ze levens gered – niet alleen Amerikaanse, maar ook Japanse – en is de inzet van het allesvernietigende atoomwapen moreel gerechtvaardigd.
In zijn boek Atomic Diplomacy stelde Guy Alperovitz dit in 1965 als eerste ter discussie. Volgens hem hoopte president Truman met de atoombommen vooral Stalin te intimideren. Dankzij onderschepte communicatie wisten de Amerikanen al langer dat de Japanners bereid waren te capituleren wanneer de keizer aan mocht blijven, maar negeerden ze dat doelbewust.
De Amerikanen hadden miljarden dollars uitgegeven om de race om de eerste atoombom te winnen. In Potsdam fluisterde Truman Stalin in dat de Amerikanen beschikten over ‘een nieuw en krachtig wapen’. De Russische leider reageerde lauwtjes, want hij was door spionage eerder op de hoogte van de succesvolle kernproef dan de Amerikaanse president zelf.
Stalin moedigde Truman aan om alle mogelijke middelen in te zetten tegen Japan. Die eiste na overleg met Churchill op 26 juli in de Verklaring van Potsdam onvoorwaardelijke overgave: ‘Het alternatief voor Japan is onmiddellijke en totale vernietiging.’
De Opperste Oorlogsraad besloot het geallieerde ultimatum te negeren. Volgens de Japanners stond er niets nieuws in. Ze wisten donders goed dat ze aan de verliezende hand waren, maar stuurden aan op een laatste beslissende confrontatie met de Amerikanen op de Japanse thuiseilanden.
‘Het alternatief voor Japan is onmiddellijke en totale vernietiging’
In de VS lagen de plannen klaar voor Operatie Downfall. Dat was een hink-stap-sprong. Een invasie van het zuidelijke Japanse eiland Kyushu in november 1945 diende als stapsteen voor de verovering van de hoofdstad Tokyo op het hoofdeiland Honshu in maart 1946. Met de inzet van 2 miljoen Amerikaanse soldaten, ondersteund door honderden schepen en duizenden vliegtuigen, zou Downfall verreweg de grootste landingsoperatie in de geschiedenis worden.
Maar de Amerikanen zagen er niet naar uit. Tijdens hun opmars door de Stille Oceaan waren ze bij de verovering van eilanden als Iwo Jima en Okinawa op verbeten verzet gestuit. Tienduizenden Japanse soldaten hadden zich doodgevochten. Ook een groot aantal Amerikaanse militairen was gesneuveld. Voor de landingen op de bergachtige Japanse eilanden lag een vergelijkbaar scenario in het verschiet.
Het Japanse opperbevel had plannen gemaakt voor een alles-of-niets verdediging: Operatie Ketsugo (letterlijk: ‘beslissing’). De Amerikaanse invasievloot zou te maken krijgen met grootschalige zelfmoordaanvallen, miljoenen ingegraven soldaten en – zo was de gedachte – 100 miljoen burgers die een glorieuze dood zouden sterven om de goddelijke keizer te verdedigen.
100 miljoen burgers zouden sterven voor de keizer
Amerikaanse generaals rekenden met een conservatieve schatting van 40.000 dode Amerikanen per maand.
De Japanse Opperste Oorlogsraad hoopte dat deze enorme verliezen Truman zouden bewegen tot onderhandelingen over voorwaarden voor Japanse overgave. De wensenlijst van de Japanners was lang. Belangrijkste voorwaarde was het behoud van de keizer, maar daarnaast eisten ze dat er geen Amerikaanse bezetting zou komen en dat ze zelf de demilitarisering en de berechting van oorlogsmisdadigers mochten regelen.
Japan in de tang vóór atoombommen
De Japanse troefkaart bij dit alles was bemiddeling door Stalin. Tot februari 1945 hadden de Russen zich afzijdig gehouden in Azië. Na een aantal stevige grensconflicten in China in de jaren dertig hadden de Sovjet-Unie en Japan op 13 april 1941 een neutraliteitsverdrag gesloten voor vijf jaar. Zo hadden ze allebei de handen vrij gehad: de Russen in Europa en de Japanners in Azië.
Op de Conferentie van Jalta had Stalin aan de andere geallieerde leiders echter beloofd het verdrag op te zeggen en het Rode Leger in te zetten tegen Japan. In Tokyo lag al snel een officiële opzegging uit Moskou op de mat, maar een oorlogsverklaring was uitgebleven.
Op 8 augustus kreeg de Japanse ambassadeur in Moskou echter te horen dat de Sovjet-Unie vanaf middernacht in oorlog zou zijn met Japan. Vrijwel direct daarop volgde de invasie van Mantsjoerije, die later bekend kwam te staan als Operatie Augustusstorm. Meer dan 1,5 miljoen Sovjetsoldaten rukten over drie brede fronten op in Binnen-Mongolië, Mantsjoerije en Korea. Het Japanse leger was totaal onvoorbereid op de Russische aanval, die dan ook als een mes door boter ging.
Stalins oorlogsverklaring sloeg de bodem onder het Japanse eindspel uit. Dát was de reden voor keizer Hirohito om op 9 augustus met spoed de Opperste Oorlogsraad bijeen te roepen. Natuurlijk had de atoombom op Hiroshima drie dagen eerder indruk gemaakt, maar vanuit Japans oogpunt was hij slechts een volgende stap in een serie verwoestende Amerikaanse strategische bombardementen.
Sinds januari 1945 gooiden grote luchtvloten van Amerikaanse bommenwerpers brandbommen op de ‘papieren steden’ van Japan. Een berucht bombardement op Tokyo verwoestte op 9 maart in één nacht meer dan 267.000 gebouwen en eiste zeker 84.000 burgerslachtoffers. In krap zes maanden tijd waren de zes grootste steden in de as gelegd, en de Amerikanen waren niet van plan te stoppen. Operatie Ketsugo hield daar ook rekening mee.
De Russische aanval op Mantsjoerije maakte nadrukkelijk geen deel uit van de Japanse plannen. De Japanners zaten in de tang. Bovendien vreesden ze slecht af te zijn met een eventuele Russische bezetter. Die zou ongetwijfeld korte metten maken met het keizerrijk, zoals ook de tsaar het veld had moeten ruimen tijdens de Russische Revolutie. Met de Amerikanen was er een kans – zij het een kleine – dat de keizer aan mocht blijven. Daarom stelde keizer Hirohito het Japanse eisenpakket voor overgave ter discussie in de Opperste Oorlogsraad.
Tijdens de bijeenkomst kwam het bericht binnen van de atoombom op Nagasaki. Volgens de keizer bleken zijn generaals ondanks al hun beloftes en plannen niet in staat om Japan te verdedigen: voortzetting van de oorlog kon in zijn ogen alleen maar leiden tot totale verwoesting. Ondanks protesten van de Japanse opperbevelhebber was de uitkomst van het overleg dat de Japanners alleen nog vasthielden aan de eis dat de keizer op de troon mocht blijven zitten.
Haastige Amerikanen gooien atoombommen
In Washington zat men met de handen in het haar. Eindelijk lag de kans om de oorlog snel te beëindigen op tafel. Maar Truman eiste onvoorwaardelijke overgave en vreesde voor grote kritiek wanneer hij toch een Japanse voorwaarde zou accepteren. Tegelijkertijd hadden de Amerikanen haast. Het besluit om de atoombommen te gebruiken was al genomen vóór de Conferentie van Potsdam. Truman wilde koste wat kost voorkomen dat Stalin – in de woorden van een Amerikaanse diplomaat – ‘too much in on the kill’ zou zijn en de Russische invloedssfeer in Azië in de laatste oorlogsmaanden flink zou uitbreiden. En het Rode Leger rukte veel sneller op dan verwacht. De Japanners werden met groot gemak Mantsjoerije uit geveegd.
Nucleaire apocalyps
Waarom zijn de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki het collectieve geheugen in gegaan als de genadeklap voor Japan? Dat komt doordat ze enorm tot de verbeelding spraken. Media schilderden een beeld van een nucleaire apocalyps en beschreven tot in gruwelijk detail de vernietiging, vuurstorm en stralingsziekte. Het kwam Truman en zijn opvolgers heel goed uit dat de atoombom als beslissend wapen werd neergezet, want zo werd het een middel om Stalin in toom te houden. En toen de Sovjet-Unie vanaf 1949 ook beschikte over kernwapens en beide supermachten vervolgens gigantische kernwapenarsenalen opbouwden, werd de atoombom hét symbool van de Koude Oorlog.
Gelukkig voor Truman was de Verklaring van Potsdam vaag geweest over het lot van de Japanse keizer. In zijn antwoord op het capitulatievoorstel uit Tokyo stipuleerde de president dat de keizer ondergeschikt zou zijn aan de opperbevelhebber van de geallieerde (lees: Amerikaanse) bezettingsmacht, maar dat de uiteindelijke vorm van de Japanse regering aan het vrije Japanse volk zou zijn.
Na een akkoord van de andere geallieerden werd dit antwoord op 12 augustus naar Tokyo verzonden. Ondertussen voerden Amerikaanse bommenwerpers nieuwe aanvallen uit op Japanse steden en landde het Rode Leger op Sachalin en de Koerilen. Stalin gaf zijn fiat namelijk met frisse tegenzin. Hij liet Operatie Augustusstorm nog de hele maand doorgaan om zo veel mogelijk grondgebied te veroveren.
Het Rode Leger rukte sneller op dan verwacht
Het Japanse leger hing in de touwen, maar toch wilden de Japanse generaals nog steeds van geen wijken weten. Een aantal van hen organiseerde zelfs een halfslachtige couppoging tegen de keizer. Toen die mislukte, pleegde de Japanse minister van Oorlog seppuku – rituele zelfmoord – met zijn zwaard.
Maar het pleit was beslecht. De keizer riep op 14 augustus de Opperste Oorlogsraad opnieuw bijeen en concludeerde: ‘Onze militaire uitgangspositie is drastisch veranderd. De Sovjet-Unie heeft ons de oorlog verklaard. Zelfmoordaanvallen kunnen niet op tegen de kracht van wetenschap. Daarom kunnen we niet anders dan de voorwaarden van Potsdam accepteren.’ Het Japanse Keizerrijk gaf zich eindelijk over. De Tweede Wereldoorlog was ten einde.
Het klopt dus niet dat de twee Amerikaanse atoombommen de genadeklap waren voor het keizerlijke Japan. Maar dat wil niet zeggen dat ze – zoals sommige historici stellen – totaal geen invloed hebben gehad op de afloop van de Tweede Wereldoorlog, omdat alleen de Sovjetinvasie van Mantsjoerije van doorslaggevend belang was voor het Japanse besluit om te capituleren.
Zowel de Amerikaanse bombardementen als de Russische aanval waren voor Hirohito’s generaals geen reden om de strijd op te geven. Zij wilden koste wat kost vasthouden aan hun plannen voor een beslissende slag op Japanse bodem. Maar de dubbelslag maakte het voor de keizer duidelijk dat doorvechten zinloos was. Hij wist bovendien dat zijn populariteit onder de Japanse bevolking sterk tanende was door de verwoestingen die Amerikaanse bommenwerpers aanrichtten op de Japanse thuiseilanden: de goddelijke keizer bleek niet in staat zijn eigen volk te beschermen.
Voor Hirohito was acceptatie van de voorwaarden van Potsdam uiteindelijk de enige manier om zijn positie te behouden. De dubbele genadeklap die de Amerikanen en Russen uitdeelden in augustus gaf hem de argumenten die hij nodig had. De Opperste Oorlogsraad volgde schoorvoetend in zijn kielzog.
Meer weten
- Racing the Enemy. Stalin, Truman and the Surrender of Japan (2005) door Tsuyoshi Hasegawa gebruikt bronmateriaal van alle partijen.
- Hiroshima. The World’s Bomb (2008) door Andrew Rotter beschrijft het einde van de Tweede Wereldoorlog.
- The Atomic Bomb and the Origins of the Cold War (2008) door Craig Campbell en Sergej Radchenko ziet de atoombommen als startpunt van de Koude Oorlog.