Winston Churchill is bekend als de retorisch briljante vuurvreter in de Tweede Wereldoorlog. Als de onverschrokken grote leider die de Britten naar de overwinning voerde. Aan dat beeld doet de Britse speelfilm Darkest Hour niets af; wel laat hij voorbeeldig zien dat de in mei 1940 benoemde premier in die rol moest groeien.
Minister van Buitenlandse Zaken lord Halifax wilde met als bemiddelaar Benito Mussolini bij Hitler de vredesvoorwaarden aftasten. Dat Churchill er faliekant tegen was (‘Je
kunt geen afspraken maken met een tijger als je hoofd in zijn bek zit’), zag hij als een bewijs van zijn irrationele opvattingen. Halifax en ook andere ministers twijfelden er niet aan dat Duitsland Engeland zou verslaan, waarna de nazi’s het land slechtere vredesvoorwaarden zouden opleggen. Maar na een geweldige speech in het voltallige kabinet schaarde een meerderheid van de ministers zich achter Churchill.
‘Als de lange geschiedenis van ons eiland moet eindigen, laat die dan in elk geval eindigen met ieder van ons op de grond, stikkend in zijn eigen bloed.’ – Churchill pleit op 28 mei 1940 in de ministerraad voor voortzetting van de strijd tegen nazi-Duitsland tot het bittere einde
De kracht van Darkest Hour is dat de kijker zich afvraagt welke beslissing híj in 1940 zou hebben genomen. De argumenten voor onderhandelingen met Duitsland klonken redelijker dan desperaat doorvechten tegen de vijandelijke overmacht. Achteraf hebben overwinnaars altijd gelijk, maar Darkest Hour, met een glansrol voor Gary Oldman als Churchill, maakt het Britse dilemma in 1940 voortreffelijk voelbaar.
Jos van der Burg is filmrecensent bij Het Parool en de Filmkrant.
Dit artikel is exclusief voor abonnees